Knappe overwinning van het tweede

Een wedstrijd met onverwacht mooie en verrassende uitslagen, ondanks de 6 remises, een chaotische stelling, schijnoffers, en volop spanning.

1. Jaap van Meerkerk – Marcel de Bleker. In een gambiet dat zwart aannam, koos Jaap een van de vele zijvarianten. Daarop volgen we in het begin een gebruikelijk pad. Dan wijkt Marcel af met Dc7. Hij posteert zijn dame zo opzichtig dat Jaap haar graag tegemoet treedt en staat daardoor wel wat beter. De dame wordt lastig gevallen en komt op een nog ongunstiger veld te staan, waarna Jaap het zwarte paard op f6 tegen de loper op g5 ruilt en Marcel niet met zijn loper kan terugslaan en dus zijn koningsstelling verzwakt. Jaap staat nu duidelijk beter (+1.30). Dat bevalt hem kennelijk niet. Na wits Pc5 zegt Marcel dankjewel en ruilt de zware stukken en een licht stuk, om daarna zelf de wat beter stelling over te houden. Maar dat had Marcel kennelijk zelf niet goed door, want hij geeft van de schrik onmiddellijk zijn kleine plus uit handen met 19 Ld7 (beter: Pd3 met aanval op toren en pion op c5). Jaap kan nu met zijn paard en toren de zwarte verzwakte koningsstelling aanvallen. Nadat de beide kemphanen even een rondje hebben gelopen vond Marcel het wel welletjes en wilde geen zelfmoord plegen. Jaap vond een herhaling van zetten wel best, hoewel doorspelen voor hem wel goede kansen zou hebben geboden. Mooie prestatie van Jaap, hoewel… hij speelt zijn beste partijen tegen de hogere ratings. ½ – ½

2. Ruurd Ouwehand speelde met zwart tegen e4 de opening degelijk en kwam zoals gebruikelijk stevig te staan en vooral ook overzichtelijk. Hij wist langzaam maar zeker de stelling naar zijn hand te zetten en kwam uiteindelijk in een toreneindspel een paard tegen een pion voor. Mooie winst van Ruurd. ½ – 1½

3. Arie de Jong speelde met wit tegen een sterke en degelijke opponent. Arie begrijpt inmiddels zoveel van het spelletje dat hij ook weet dat hij de sterkste zetten heeft gespeeld en toch verliest. Daar begrijp ik niet veel van, maar na afloop laat Arie het tot diep in de nacht allemaal zien! Ik zag een Tal-variant op het bord komen, een soort van witte paardendans op de koningsvleugel. Zwart liet zich niet foppen en ging met de 0-0-0 op oorlogspad, schoof zijn centrumpionnen sterk naar voren en nam initiatief. Arie wist toen al hoe hij ging verliezen, deed de sterkste zetten en verloor. Alle complimenten aan de zwarte krachtpatser die kennelijk van Aries gezicht de prachtige toren(schijn)offer kon aflezen, met matnet en de stand was weer in evenwicht: 1½ – 1½

4. Frits Steenbergen met zwart speelde een rustige partij, met kansen in evenwicht. Ik geloof dat Frits wat minder kwam te staan, maar hij wist de remise netjes binnen te slepen. 2 – 2

5. Gilles Donze met wit speelde de scherpste der scherpe openingen. In de auto had hij breeduit zitten vertellen (niet aan mij, ik zat op dat moment op een busbaan in Lombardijen te klooien) wat de beste variant voor zwart is. Uiteraard had zijn tegenstander dat afgeluisterd, want die speelde natuurlijk die variant vlekkeloos. En kwam duidelijk in het voordeel. Wat overbleef was de meest onoverzichtelijke stelling uit ons gevecht in Pendrecht, maar ook vol met mogelijkheden, vooral voor zwart. Dat maakt voor Gilles echter niet zoveel uit. Hij voelt zich dan kennelijk in opperste staat van opwinding en zoekt keurig en creatief naar mogelijkheden. Toen zwart een van de vele kansen verkeerd aanpakte wist Gilles de partij onverwacht naar zich toe te trekken! 2 – 3

6. Jan Hoek van Dijke speelt met zwart een rustige partij. Komt wat minder te staan, maar weet de remise veilig te stellen. 2½ – 3½

7. Emil Verhoef speelt met zwart een degelijke partij. In een toreneindspel had hij aanvankelijk goede papieren. Even later komt zijn tegenstander toch oprukken en ruimte pakken met 2 verbonden pionnen. Hoe dat goed tegen te spelen in toch wel een beetje tijdnood? Daarna keren de kansen weer in het voordeel van Emil, die volgens mij ergens de winst liet glippen. Weet dat niet zeker, maar al met al een terechte remise. 3 – 4

8. En dan onze onberekenbare invaller Rens Hesselmans. Hij speelt met zwart dapper naar een duidelijk betere stelling, neemt initiatief op de damevleugel en bouwt van daaruit met behulp van zijn opgerukte a-pion, zijn beide lopers, zijn toren en dame een aanvalsstelling op tegen de witte lange rokade. De lichaamstaal van zijn tegenstander verraadt terechte wanhoop. Rens sluit de witte loper op b2 helemaal in, ziet dat hij hem nog niet kan slaan (komt later wel). Dan slaat hij toe: verovert eerst met een schijnoffer een pion en staat klaar voor het eindschot. Toen was het kruid kennelijk even op, want Rens geeft langzaam zijn machtig initiatief uit handen. Toch ruim voldoende voor de verdiende remise. Wat moet zijn tegenstander opgelucht zijn geweest. Knap gespeeld, Rens. En kennelijk veel opgestoken van je lessen bij Dolf Meijer. Het afmaken komt vanzelf wel. 3½ – 4½

Alle uitslagen en de stand zijn te vinden op de RSB-website.

Jaap van Meerkerk