Erasmus 2 boekt ruime overwinning

Stipt om 20.00 uur zaten we dan allemaal in de startblokken voor het nieuwe schaakseizoen. In het voor ons nieuwe onderkomen van de Schiedammers, een kleine driehoekige zaal aan de Lekweg, was het even wennen. Op volle sterkte waren we.

De op papier zwakkere tegenstander moesten we ruim kunnen kloppen, maar we hadden geen idee wie er die eerste ronde achter de borden zouden plaatsnemen. Bovendien houd ik er helemaal niet van om aandacht aan de ratings van tegenstanders te besteden. Je speelt tegen het bord, zorgt ervoor dat je je eigen stelling in tact houdt en die van je tegenstander aan gort speelt door de beste zetten te doen die je kunt bedenken. De opdracht was en is elke wedstrijd voor de volle winst te gaan, geen verliespartijen.

Helaas lukte dat niet. Henry aan bord 7 moest aan Frans Maas, inmiddels mijn vaste buurman in de Banjaert in Wijk aan Zee het punt laten. Henry keerde al voortijdig huiswaarts om zijn verdriet weg te spoelen. Hij speelde naar zijn zeggen een eigen brouwsel van de Van Geet (1 Pc3 dus) maar kwam al snel onder druk te staan. Henry werd prachtig via een h-lijncombinatie mat gezet. Proficiat van Henry aan Frans Maas!

Het nieuwe speeltempo was voor onze eerstebordspeler Gilles een volkomen verrassing. Logisch, want hij speelt niet mee voor onze interne. Hij kreeg naar eigen zeggen een soort van Najdorf tegen zich, maar bij naspelen blijkt het een rustige aanpak van wit voor de Sveshnikov te zijn (want zwart deed geen a6). In het middenspel kon Gilles een combinatie uitvoeren op zet 19, die hem een pion opleverde. Ook had Gilles een mooie batterij opgesteld langs de diagonaal b1-h7. Om het mat te pareren werd g6 afgedwongen waarna pion e5 werd ingeleverd. Daarna zette Gilles zijn voordeel planmatig en rustig om in winst.

Pim Kleinjan met zwart aan bord 2 tegen Jan Brand. Pim kan een regelmatige overwinning bijschrijven, waarbij Jan voordat hij opgaf toch nog een keer schaak wilde geven: het schaak der wrake was hem gegund. Daarna kon hij opgeven.

Aan bord 3 speelde Jan Hoek van Dijke een best en spannende partij. Ik laat hem zelf aan het woord: “Mijn tegenstander Andries Schukking is een goede bekende van ons Watertorentoernooi, maar ik had nog nooit tegen hem gespeeld. Omdat ik wit had en dus de opening kon kiezen kwamen we al snel in een soort colle-systeem terecht. Na beiden kort gerocheerd te hebben speelde zwart nogal voortvarend de f- g- en h-pionnen vooruit waardoor de koningsstelling nogal bloot kwam te staan. Maar op elke aantasting van deze situatie had Andries telkens weer verdedigingen. Het enige dat ik kon bewerkstelligen was het afruilen van mijn minder goede loper tegen een paard. Hijzelf moest met zijn andere loper zijn vooruitgeschoven pionnen van achteruit blijven dekken. Dit kleine voordeel dat ik dan toch wel had leidde uiteindelijk in een eindspel met verder alleen nog pionnen ertoe dat mijn sterke paard in staat was een pion op te laten rukken waar de slechte loper alleen maar pionnen moest blijven dekken. Weliswaar in vrij ernstige tijdnood, ik was wel blij met de 5 seconden per zet, kon ik mijn voordeel verzilveren. Een foutje van Andries waarna ik met een vork de loper kon winnen versnelde het geheel aanzienlijk. Met samen nog 6 minuten op onze klokken waren we als laatste spelers klaar.”

Frits Steenbergen aan bord 4 met zwart. Toen ik kwam kijken, en dat was pas laat op de avond, was hij net bezig met een naar mijn idee gewonnen eindspelcombinatie. Even later zat Frits zijn voordeel weg te geven. Het vijandige paard van zijn opponent Turkenburg bleek erg hongerig en handig tegelijk. Frits bood ruim voldoende pionnen aan voor een haast wel zeker verlies, maar dan is daar weer onze onvoorspelbare Frits, die doodleuk de partij alsnog naar zich toe weet te trekken. Geen idee hoe hij dat flikte, maar we konden al weer het punt mee- en het zweet van ons voorhoofd afnemen.

Ik moest aan bord 5 helaas een remise afstaan, in een Spaanse variant die ik zo nog nooit eerder had tegengespeeld. Dat heb je ervan als je na jaren weer lekker voor 1. e4 gaat. Ik ging in op een schijnoffer en liet onterecht ruil van 3 lichte stukken en dames toe, waarna ik openingsvoordeel dacht te behalen. Helemaal verkeerd berekend. Het enige wat ik met wit wist te bereiken was een kleine en tijdelijke verzwakking van de zwarte koningsveste. Vons wist de kleine gevaren handig te bezweren en ik kon werkelijk niets anders bedenken dan het terechte remiseaanbod op de 30ste zet te accepteren.

Op de heenreis prentte ik Arie de Jong in dat hij, die immers alles heeft gespeeld en kan spelen, nou eens moest ophouden met het geleuter achteraf, na een verliespartij. Hoe is het mogelijk dat jij kunt verliezen, Arie? Je weet alles van het schaken. Zet je stukken op sterke velden en stop met al die variantjes die voor jou net niet goed uitpakken! Arie won met zwart gedecideerd aan bord 6. Hij speelde tegen Hans Schrumpt die in de Skandinavische opening een pion moest afstaan. Pion e5 nog al liefst, waarna zwart steeds meer ruimte wist te pakken, een kwal won en de meeste stukken ruilde. Na nog wat pionnen te hebben gegeten gaf Hans er de brui aan. Mooi gespeeld, Arie.

Emil Verhoef met zwart aan bord 8 speelde de Pirc die niet helemaal naar wens verliep. Emil wist wel een pionnetje buit te maken, maar had een gedrongen stelling, die hij echter langzaam maar zeker kon vrijspelen. Het eindspel was niet regelmatig, eerder knap chaotisch en onvoorspelbaar. Er waren verschillende pionnen aan beide zijden die op hun promotieveld afstevenden, maar uiteindelijk toonde Emil zich de handigste op het bord en vluggerde handig naar winst met een mooi röntgenschaakje langs de verticaal met damewinst tot onherroepelijk slot. Uitslag: HZP Schiedam 2 – Erasmus 2: 1½ – 6½

Alle uitslagen en de stand zijn te vinden op de RSB-website.

Jaap van Meerkerk