Derde blijft op koers na zinderende eindstrijd

Woensdag 29 oktober stond de uitwedstrijd in Rozenburg tegen De Penning op de agenda. Met de sterke wens dit jaar weer te promoveren naar de tweede klasse en een ruime overwinning in de eerste wedstrijd om die aspiraties te onderstrepen, waren de verwachtingen hoog gespannen.

Het beloofde een spannende wedstrijd te worden omdat De Penning op papier één van de concurrenten is. Bram de Knegt kon van de partij zijn zodat we in sterkte weinig verschilde ten opzichte van de eerste wedstrijd.

Bernhard Ruimschoot moest het op bord 1 opnemen tegen Gloudemans. Hij wenste er geen lange avond van te maken en onderstreepte zijn kandidatuur als sterkste speler in het derde door een vlotte overwinning die rond half tien het eerste punt opleverde.

De Knegt moest het op bord 2 opnemen tegen Schuurbiers. Er verscheen een Siciliaan op het bord, doorgaans en opening die sterk aanvalsspel laat zien. Na ruim anderhalf uur aftasten van elkaars krachten besloten de spelers, na overleg met hun teamcaptains het punt te delen. Beerling speelde op op bord 5 tegen Visser en koos voor het Grünfeld-Indisch. Hij liet zien dat een lange schaakhistorie ook zo zijn voordelen heeft. In plaats van het meer gebruikelijke slaan op d5 koos hij voor de wat meer klassieke Botwinnik variant met b3. Zijn tegenstander was daar kennelijk minder in thuis hetgeen Beerling een mooi punt en ons rond de klok van 10:00 uur een 2½ – ½ voorsprong opleverde. Zo tekende zich het door ons gewenste verloop af.

Daarna begon het echter te haperen. Cor van As meende goed te spelen tot het eerste foutje. Zijn tegenstander profiteerde daar goed van en bracht de hoop voor de Penning op een resultaat weer terug. Rens Hesselmans moest het op het achtste bord opnemen tegen Pereira en kreeg de Bird opening (f4) tegen zich. Hij had dat ooit gespeeld tegen Arie de Jong en beweerde later dat toen zelfs gewonnen te hebben. Alleen nu wist hij niet meer hoe hij dat toen had gedaan. Op zich speelde hij best verdienstelijk en kwam zelfs in een stelling terecht met twee torens tegen de dame. Hoewel dat op papier doorgaans de beste kansen biedt voor de twee torens lukte het Rens niet dat op zijn bord ook aan te tonen. Het punt ging verloren en de stand was weer gelijk.

Zelf had ik een degelijke partij op het zevende bord tegen Bavelaar. Hij besloot het Blackmar Diemer gambiet niet aan te nemen waarna een complexe stelling ontstond. Door een mooie combinatie, die we beiden goed speelden omdat een andere volgorde van slaan door één van beide direct verlies zou hebben opgeleverd, kreeg ik met e4 en d4 het centrum in handen. Bavelaar verdedigde echter goed. Het kostte mij veel tijd de zwaktes in de stelling te vinden en aan te pakken. In de veronderstelling dat de borden 3 en 4 ten minste nog wel een punt konden opleveren, besloot ik met nog 4 minuten tegen ruim een half uur op de klok het remisevoorstel aan te nemen.

Daarna werd het reuze spannend. Joram Simons speelde op bord 4 tegen Van Koolsen. Die had met een koningsaanval met onder andere een paard en een toren de koning van Joram behoorlijk in de tang. Hij besloot echter tot ruil van alle stukken waarna een pionneneindspel ontstond. Joram had zijn pionnen op de b, c, d en e-lijn netjes verbonden en een geïsoleerde pion op de g-lijn. Zijn tegenstander had drie pionnen verbonden op a tot en met c en twee verbonden pionnen op f en g. Geen makkelijke opgave dus.

Zijn tegenstander wist echter het voordeel van de potentiële vrijpion op de a-lijn niet uit te buiten. En nadat menigeen eerst dacht dat de partij remise zou worden, wist Joram af te wikkelen naar een situatie met verbonden vrijpionnen op c en d. Van Koolsen speelde nog wel even door maar zag snel het hopeloze in. Zo ontstond voor ons in ieder geval zicht op een resultaat.

De meest spectaculaire ontsnapping kwam echter op naam van Lucian Mihailescu. Hij speelde op het derde bord tegen Post. Op enig moment leek zijn stelling volstrekt verloren. Zijn tegenstander had een vrijpion gecreëerd die niet van promoveren leek te stoppen. Hij gaf schaak met zijn paard waardoor een vork ontstond met een pion van Lucian maar ook de mogelijkheid gedwongen de torens af te ruilen. Daarna zou promotie niet meer zijn tegen te houden en leek de stelling verloren. Zo gebeurde echter niet. Hij deed een andere – minder dwingende – paardzet. Dat gaf Mihailescu een kans om met zijn loper en toren en pion een web te strikken dat eeuwig schaak mogelijk maakte.

De vraag was wat zijn tegenstander daar tegen kon doen. Bij promotie was duidelijk dat een dame terugplaatsen Mihailescu de kans bood de vijandelijke koning die eeuwig schaakstelling in te jagen. Post zag dat en koos dus noodgedwongen voor een minor promotie met een paard dat direct schaak opleverde. Daarna was het echter wel zo’n beetje gedaan met zijn dwingende zetten. Hij creëerde nog een keer een vluchtveld voor zijn koning door de e pion op te spelen naar e5. Mihailescu had echter pion d5 als oplossing waardoor e6 toch weer afgesloten was. De volgende zet van zwart was niet dwingend en bood Julian ondanks dat hij door de promotie een vol stuk achter stond de kans eeuwig schaak af te dwingen.

Dat leverde hem een halfje en ons de volle buit op. Onze aspiraties zijn dus nog intact. Wordt vervolgd met een thuiswedstrijd op 17 november tegen Barendrecht/IJsselmonde!!

Alle uitslagen en de stand zijn te vinden op de RSB-website.

Ron Ansem