Tweede behaalt soepele 6½ – 1½ overwinning

Op dinsdag 11 november zochten drie teamleden van ons tweede team de nieuwe locatie van Dordrecht. Teamleider Jaap, en schrijver dezes, zou eerst bord 4 en 7 (Frits en Arie) ophalen. Kwart voor zeven van huis. Enorme files op weg naar IJsselmonde zorgen ervoor dat we ons nog moesten haasten ook! Weer een ervaring rijker dus. Volgende keer reizen we een dag eerder af naar Dord. We speelden met Joram Simons als invaller aan bord 8, vanwege de afwezigheid van Pim.

Al snel zag ik dat Emil Verhoef had gewonnen, dat schaakt wel lekker. Hij nam vervolgens mijn taak als wedstrijdleider even over, want Frits Steenbergen had een remisevoorstel gekregen en ik wist totaal niet hoe we er voor stonden. Er was volgens Emil overigens nog niets over de uitkomst van onze match te zeggen. Halverwege de avond kon het dus nog alle kanten op. Een uurtje later kwamen we voor met 3½ tegen ½ en kwam de overwinning in zicht. Nadat Arie en Joram aan bord 7 en 8 remise pakten was de overwinning zeker gesteld.

Een mooi resultaat, dat ons uitzicht biedt op een hoge klassering en wie weet op een beste tweede plek. De volgende match tegen Maassluis zal cruciaal zijn.

Diverse spelers hebben hun partij van commentaar voorzien en we laten ze graag aan het woord:

Jan Hoek van Dijke, bord 2, zwart, tegen Victor van Blommenstein

Ik begon mijn partij wat ongemakkelijk, onder andere doordat ik na het 1. f4 van de tegenstander al door mijn openingstheorie heen was. In combinatie met het telkens à tempo beantwoorden van mijn zorgvuldig gekozen zetten rees het vermoeden dat mijn tegenstander beter wist wat hij deed dan ik, wat me op een behoorlijke tijdsachterstand kwam te staan. Wel schoof hij erg voortvarend zijn pionnen op de koningsvleugel naar voren waardoor mijn inziens zijn koningsstelling nogal kwetsbaar werd. f4, g3 en zelfs h3 waren op een gegeven moment gespeeld, maar nog vóór dat ik zelf aan rokade was toegekomen kreeg ik al tijdens de opening kans een onaantastbaar paard naar g4 te spelen waarna hij op h2 een vork had en er een kwaliteit kon worden geïncasseerd.

Veel tijd heb ik in deze situatie besteed om te zoeken naar nog meer voordeel, maar het bleef bij deze kwaliteit. In het middenspel waarbij nog het een en ander werd afgeruild vond ik weer een tijdje niet het goede plan om gebruik te maken van mijn kwaliteitsvoordeel en verloor ik door onoplettendheid ook nog eens een pion, totdat de tegenstander mijn mogelijkheid over het hoofd zag om opnieuw met een paardvork ook zijn andere kwaliteit te winnen. Dat was voor hem aanleiding om op te geven. Tijdens de analyse bleek dat er toch veel punten waren waardoor de gehele partij ook voor hem wel goed speelbaar was geweest en mijn voordeel vaak maar kleiner was dan het op het eerste gezicht al die tijd geleken had.

Jaap van Meerkerk, bord 3, wit, tegen Theo Jiskoot

Na de negende zet van Theo, Da5, waren we uit de theorie. Ik zou hiervan hebben kunnen profiteren, maar mijn plan was iets te voorzichtig. Toch had ik in het middenspel steeds een licht initiatief. Ik rekende echter een paar keer wat te weinig door en overzag twee keer een aardige combinatie die mijn voordeel zou hebben vergroot. Daar tegenover staat wel dat ik een flink tijdvoordeel had opgebouwd van een half uur. Gelukkig voor Theo gaf ik op zet 20 met Pc5 mijn stellingvoordeel weg. Even later deed Theo weer met 23 Ph7 en 24 g6 wat magere zetjes en kon ik het initiatief weer krijgen.

Bij de thuisanalyse zag ik dat ik met mijn sterke paard op e5 dus toch de zwarte koningsstelling aan gort had moeten slaan. Ik rekende deze mooie combinatie niet ver genoeg door en dacht dat zwart eenvoudig kon keepen. Deze prutser had natuurlijk moeten zien dat de zwarte dame de toren op e8 moest blijven dekken en niet voor de verdediging bruikbaar was, en dat het paard dus zelfs 3 pionnen had kunnen eten, waarna ik met het oprukken van mijn e-pion de aanval had kunnen afmaken. Weer een kans gemist! Psychologisch interessant vind ik dat als je steeds het initiatief hebt gehad niet wilt (?) inzien dat na wat verwikkelingen de stelling in evenwicht is. Ik dacht met de afwikkeling naar het eindspel wat voordeel over te houden en wilde, desnoods geforceerd, proberen te winnen. Ik leverde veel van mijn tijdvoordeel in, overzag pionverlies, ging voluit voor mijn resterende vrijpion in het toreneindspel, waarin Theo zijn toren in de tijdnoodfase weggaf en ik het punt toch mocht incasseren.

Henry Pijpers, bord 5, wit, tegen Wim van Noort

In mijn optiek speelden we in en prachtige ambiance qua zaal en ook tegen leuke tegenstanders. Mijn tegenstander kon zomaar weggelopen als wijnboer uit een Noord Franse streek. De sigaar die lag te wachten naast het bord.

Met plezier hebben we dan ook een echte schaakpot gespeeld met wisselend initiatief. Zoals bekend koos ik voor het initiatief richting koningsaanval en de heer Van Noort had zichzelf een mooie sigaar in het vooruitzicht gesteld als zijn aanval op dame vleugel zou slagen. Zoals wel vaker in mooie partijen bij het schaakspel werd het evenwicht verstoord met een fout: een dameschaakje op de zevende rij die een gratis loper op g7 kon ophalen. Daarna bleef het nog amusant, maar wit behaalde zonder grote zorgen de eindstreep en won.

Emil Verhoef, bord 6, zwart, tegen Adri van de Willigen

Op bord 6 trof ik de 92 jarige heer van Willigen. Gezien zijn leeftijd begreep ik dat het snel moest gaan, je weet maar nooit. Tegen deze ouwe vos die razendsnel zijn weg vond door de opening speelde ik een Grunfeld-Indisch, hetgeen resulteerde in 2 centrumpionnen voor wit en actieve stukken voor zwart. Toen hij poogde met d5 door te stoten, kwam ik met een subtiele combinatie van 4 zetten diep, die mij door de matdreiging op de achterste lijn een vrije C pion opleverde. Vervolgens een beetje doordouwen en geen gekke dingen doen en nog voor tienen streken wij het eerste punt op, al voelde ik mij toch een beetje een vadermoordenaar. Ik had deze veteraan graag meer gegund; door op deze leeftijd nog zo te kunnen schaken verdien je eigenlijk nooit meer te verliezen.

Arie de Jong, bord 7 met wit tegen Arend van Grootheest

Mijn partij was een Slavisch getint Dame-gambiet. De strijd verliep gunstig voor mij, omdat ik de gehele partij initiatief kreeg en tot het laatst behield. Zwart kon zich praktisch niet verroeren en moest afwachten, maar tegenkansen kwamen er voor hem eigenlijk niet. Tegen het einde met nog wat minuten op de klok, bij een stand van 3½ – ½ in ons voordeel, werden aan de borden 7 en 8 remisevoorstellen gedaan door de tegenstanders. In gezamenlijk overleg werd besloten risico te vermijden en de cluboverwinning veilig te stellen door beide voorstellen aan te nemen.

Alle uitslagen en de stand zijn te vinden op de RSB-website.

Jaap van Meerkerk