Ingezonden door ons oud-lid Jaap Staal

Ik ging een vluggertje spelen met Ulrich. Hij opende met 1. c2-c4 en klopte daarna met zijn vingers op de tafel, ik antwoordde met e7-e5 en toen nam hij met de c-pion mijn pion op e5 en plaatste onmiddellijk daarna zijn pion van d2 op c2.

“Wat doe je nou?” vroeg ik.

“Harry”, zei hij, “mijn zwager heeft mij afgelopen vrijdag meegenomen naar zijn bridgeclub, onder de smoes ‘jij bent zo’n goede schaker, dan moet je ook kunnen bridgen.’ Goed, ik krijg een mooie kaart en bied een sans. Mijn partner klopt op de tafel en biedt twee ruiten. Dat is de kleur die ik niet heb en ik bied meteen drie sans. Blijkt dat mijn partner ook geen ruitens heeft en de tegenpartij maakt achter elkaar zes ruitenslagen.”

“Hoe kan je zo stom zijn?” vraagt partner. “Iedereen weet toch dat als je twee ruiten biedt, dat je twee harten bedoelt?”

Ik troostte hem. “Dit soort gewoontes, Ulrich, hebben we niet bij het schaken. Wij spelen met open kaart!”

Kale Harry