Veel mooie uitslagen in derde ronde

Een avond met veel afwezigen. Het derde team speelde een uitwedstrijd tegen het sterke Maassluis 1. Onze mannen wisten deze zware match met 5 – 3 in hun voordeel te beslissen. Hulde en een prima start dus van dit team, onder leiding van de nieuwe teamleider Bernhard Ruimschoot.

Daarnaast waren er ook meer afmeldingen dan gebruikelijk. Er werden slechts 13 wedstrijden gespeeld. Van 10 wedstrijden leest u mijn impressies.

Deze verhalenverteller zat zelf te schaken tegen Peter Hurkmans. Wij speelden een soort van vriendschappelijke partij. Ik had een fout gemaakt bij de indeling en Peter wees mij hierop en vroeg een oplossing. Die kon ik niet meer forceren, want de indeling was net bekend gemaakt en die draaien we neven nooit meer terug natuurlijk. Ik bood hem aan onze partij op remise te houden, maar wilde wel graag een “echte” partij spelen. Nou dat werd het dus.

In een Dame-Indische opzet met wit waren de paarden geruild en er was een min of meer gelijke stand ontstaan, en pas bij de overgang middenspel eindspel deed Peter het ietsje te passief en kon ik een winnende opmars op de damevleugel forceren waarna het snel uit was.

Na deze partij deed ik enkele interviews met schakers die wat rondscharrelden langs de borden. Zij vertelden over hun net gespeelde partijen:

Frits Steenbergen – Coen van Baren: Mooi verhaal van Frits: “Coen stond beter na de opening. Ik dacht materiaal achter te staan, dacht, want raakte de kluts kwijt door een onverwacht schaakje! Kwam er even later achter dat ik materiaal voor stond en kon de partij zelfs nog winnen.”

René van Es speelde tegen Alik Tchavelachvili een naar eigen zeggen “briljante partij”. Even later nuanceerde hij dit understatement 🙂 natuurlijk enigszins. Van Es vertelt hierover:

“Al zeg ik het zelf: ik kwam erg goed uit de opening.”

“En als je naar de stelling kijkt was Lc8-g4 een echte klap op de vuurpijl, die wit eigenlijk niet meer te boven kwam. Al moet ik zeggen dat zijn paard het mij nog behoorlijk moeilijk maakte. Met een gesloten stelling kun je dus maar beter een paard hebben. Mooie partij en winst voor van Es.”

Bram de Knegt (team 4) speelde met zwart een remise tegen Murdoch Mac Lean (team 1), die met het altijd verrassende 1. b2 – b4 opende. Heet dat nog steeds Orang Oetang? Aangezien 1. b2 – b3 ook een opening is, waarom dan niet gelijk een extra veld naar voren? Is de gedachte. Meestal zie je dan een uurtje later dat wit zijn extra ruimte op de damevleugel positioneel stevig heeft verzilverd (pionnen ver naar voren en vooral dreigend).

Bram vertelde dat hij dat niet zo zag zitten, en wilde ook niet in de voor wit vertrouwde stellingen verzeild raken, pareerde daarom met 1. b7 – b5. Daarna kwam hij wel wat minder te staan, maar wist te voorkomen dat wit al te veel voordeel kon uitbouwen. Het werd remise, mooi resultaat van Bram.

Paul Wilhelm mocht tegen Rens Hesselmans, de man in goeden doen. Vorige week had ik hem bijna liggen, dacht ik, maar stelde mijn geplande opmars één zet uit om een dubbelpion te voorkomen. Stom. Rens wikkelde prima af en ik zag te laat dat een simpele matdreiging op g7 helemaal niet meer te dekken was :-(. In vorm dus die Rens.

Nu kreeg hij met zwart een Réti voorgeschoteld, dus het rustige 1. Pf3 en 2. g3 van Paul werd met 1. … – Pf6 en 2. … – c6 opgevangen. Paul maakte nog een fianchetto op zijn damevleugel. En zo kwamen we in de slakkenvariant. Maar pas op, meestal wordt het dan snel positioneel oppassen geblazen in het middenspel. Zo moeten we Rens aanpakken zal Paul geleerd hebben van mijn verliespartij tegen Rens. Het werd remise, een mooi resultaat voor Rens, gezien het onderling ratingverschil.

Ruurd Ouwehand speelde met wit tegen Leo Verhoeven, die 1. d4 met het Bogo-Indisch opving. Niet veel heb ik van die partij meegekregen, wel een stelling uit het eindspel: dame-eindspel met een pion meer voor Ruurd.

Dat was volgens mij gewonnen voor Ruurd, al moest er flink wat geschoven worden, schaakjes en nog eens schaakjes, en als de eigen koning uit het schaak is het pionnetje een veld opschuiven. Dat werk. Toen bleek dat de heren aan het analyseren waren. Tja. Het werd remise dus.

De meest fitte zwartspeler moet onze nestor Arie de Jong zijn geweest, want die zat tot sluitingstijd nog in een eindspel te roeren tegen Wim van de Kraats. Een rare pionnenstelling van Arie, een vierkantje (g7, f7, g6 en f6), lijkt me lastig, want wanneer bestel je nou zoiets op je bord? Ik zag een D+T+6 pionnen eindspel, dat min of meer gelijk stond.

Arie, die meestal na zet 40 in slaap sukkelt, bleef opmerkelijk alert en won. Knap hoor! Je mag met mij meerijden als we de provincie ingaan om kampioen te worden met ons team. “Zijn die heren daar nou nog niet klaar, dat kan toch niet, het is al ruim over half twaalf”, riep ik tegen Cander. “Nou” zei die, “ze kunnen het met die 15 seconden per zet best nog wel een tijdje volhouden hoor.” En ja, dat is waar ook. “Doen jullie vannacht het licht uit?” riep ik. Maar ik zag Arie lachen en noteerde direct een 1 achter zijn naam. Lichaamstaal, he.

Cander Flanders zat naast mij te dromen, althans dat ziet er vaak zo uit. Maar pas op, dat kan een zekere Magnus ook zo doen, dat staren en wegkijken. Maar wel met de stelling in het koppie hoor. Cander had wit tegen Marcel Tillemans en er stond een spannend en onoverzichtelijk middenspel op bord, met tal van combinatiemogelijkheden. Dus een stelling die je nooit bij Ruurd ziet.

Wat later zag ik een zwarte dame tegen 2 witte paarden en een witte toren opboksen. Aan beide kanten 3 pionnen. Ik zag winstkansen voor Cander, die mooi afwikkelde naar het volle punt. “Ja”, zei Cander, “ik raak meestal wat achterop in de voorronde om dan op het nippertje de A finale binnen te stappen. Daarna speel ik mijn beste partijen. Nu wou ik dat eens anders gaan aanpakken.” Cander gaat er dus nu voor, en wel vanaf het begin. Nou, bij mij gaat het meestal andersom!

De Peters tegen elkaar, Peter de Boer met wit tegen Peter Ruimschoot niet met wit. De laatste Peter heeft in een dubbeltoreneindspel 3 verbonden vrijpionnen op de damevleugel, en 2 tegen 3 pionnen op de koningsvleugel. Ruimschoot gaat steeds beter spelen!

Helaas, alle Peters spelen remise vandaag, zo ligt in de sterren beschoren, dus pech voor Ruimschoot. De Boer speelde hardnekkig tegen en ging Ruimschoot bang maken met matdreiginkjes van zijn 2 torens. De tijd werd voor Ruimschoot nu ook een factor – waarom eigenlijk, Peter? – en de Peters vonden remise de beste oplossing. Daar kom je goed mee weg, Peter!

Vincent Smol, onze beginnende benjamin, tegen Roel de Graaff, trapte in een zelf geconstrueerd pionvorrekie, nog in de opening zelfs.

Vincent gaat zeker nog stappen vooruit maken, maar moet toch nog eerst wat aanwijzingen krijgen om de opening goed door te komen. Want schaken kan hij echt wel. Roel won.

Kijk hier voor de uitslagen en de stand na de derde ronde.

Jaap van Meerkerk