Hoogspanning en strijd overheersen laatste ronde

FM Hing Ting Lai, met 2340 onze hoogst geplaatste deelnemer, maakt zijn reputatie meer dan waar en wint het Spindler Makelaars Watertorentoernooi met een prachtige score van 6½ uit 7. Zijn toernooizege is geen moment serieus in gevaar geweest.

Tot en met ronde 3 konden Ricardo Klepke (2209), Henk Ochtman (2095), Nathanaël Spaan (2089), Lucas Gortemaker (1830) zijn honderdprocentscore nog volgen. Maar vanaf ronde 4 tot en met 6 bleef Lai als enige alles winnen, zodat hij zich die laatste ronde een probleemloze remise kon permitteren.

UPDATE: Foto’s toegevoegd!

Wat een geweldige laatste ronde was het. Bepaald niet onterecht, dat schaakvereniging Erasmus zich steeds meer laat voorstaan op haar grote toernooien. Maar niet alleen het tot voor kort onvoorstelbaar grote aantal deelnemers is het waar Erasmus goede sier mee maakt.

Er wordt zelfs oorverdovend gefluisterd dat de speelzaal en de gezellige en ontspannen sfeer waar alle deelnemers debet aan zijn, ertoe bijdragen. En op welke vereniging zie je een tiental leden een dik uur – ja inderdaad, vanaf 18.45 uur al! – voor aanvangstijd de speelzaal inrichten? 42 bordnummers op de speeltafels, 42 klokken instellen, alle stukken in de beginstelling opstellen. Het wordt door veel leden inmiddels als vanzelfsprekend uitgevoerd.

Dankzij hun inzet kan de wedstrijdleiding zich bezig houden met de indeling en met uitslagbriefjes op naam, kan de indeling om 19.30 uur aan de pilaren in de speelzaal worden bevestigd en kunnen wekelijks ruim veertig wedstrijden stipt om 20.00 uur tegelijk laten beginnen. Dan moet er dus een keer iets fout gaan, zoals toen bij het Rapidtoernooi met die printer die ons bij ronde 1 en 2 compleet in de steek liet … toch? Nee dus, er ging helemaal niks mis en daar zijn we met zijn allen bij schaakvereniging Erasmus heel trots op.

Spanning tot op het laatste moment kon ik even voor aanvang aankondigen, en maakte alle kanshebbers op ratingprijzen en hoofdprijzen bekend. Er hing wellicht een verrassende ontknoping in de lucht.

Na een vlotte remise tegen Bram de Knegt, bord 27, kon ik rond een uur of tien een rondje langs de borden maken. Dat leverde de volgende impressies op:

1. Hing Ting Lai – Ricardo Klepke: De strijd om plek 1 dus. FM Lai ging met 6 uit 6 voor de toernooizege en kon met een legendarische 7 uit 7 uitslag het toernooi op zijn naam schrijven. Of zou hij voor zekerheid kiezen en tegen Ricardo, met 5½ uit 6, een snelle remise afdwingen met wit?

De echte vraag was eerder of Ricardo voor een vechtopening zou kiezen en koste wat kost op winst zou gaan spelen om de toernooizege voor de neus van Lai weg te slepen. Klepke is tenslotte als tweede geplaatst, en moest slechts eenmaal een remise toestaan aan de verrassend sterk spelende Lucas Gortemaker.

De heren hielden halverwege de avond de stelling in evenwicht en Lai liet zijn toernooizege niet in gevaar komen. En Ricardo Klepke was daarmee vrijwel zeker van zijn tweede plaats. Hij kon zijn enige concurrent, buurman Henk Ochtman aan bord 2, nauwgezet volgen. Heeft de mindere stelling van Henk meegespeeld bij zijn remise? Zal wel, maar ik heb het niet gevraagd.

2. Henk Ochtman – Leo Verhoeven: In het middenspel heeft Leo al snel het initiatief genomen. Hij heeft zelfs een gevaarlijke pion naar c2 weten door te schuiven en staat ook nog eens 2 pionnen voor. Zou hij hiermee de kans van Henk op de tweede plaats of de vrijwel zekere derde plaats van Henk in gevaar gaan brengen, zo vroeg ik mij af. “Je gaat voor een derde plek hè Leo?” fluisterde ik hem voor deze ronde toe. Dat lachte Leo weg, was helemaal niet aan de orde. En terecht, zou je denken, met vijf krachtpatsers met dezelfde score.

Leo maakte geen fouten, althans, geen fouten die Henk aanknopingspunten voor een schwindel – waar hij een patent op heeft – konden bieden. Leo bouwde zijn voordeel uit en toen de c-pion ook nog eens dreigde te promoveren kon Henk dat slechts met stukverlies verhinderen, waarna Henk er de brui aan gaf.

Leo heeft hiermee het beste resultaat bij elkaar geschaakt van alle deelnemende Erasmianen en legde met gepaste trots en toch, met alle respect, verrassend beslag op de gedeeld derde plaats van het toernooi.

3. Nathanaël Spaan – Pieter Sturm: Volop spanning, ook hier aan bord 3, want beide heren speelden met 4½ punt nog voor een (gedeelde) derde prijs. Een eindspel in evenwicht, zo dacht ik te zien. Beide spelers hadden T+T+L+7pi tegenover elkaar staan.

Nathanaël, die het Watertoren al diverse keren op zijn naam schreef, probeerde nog wat. Logisch, want hij weet vaak van niets iets te maken, en ging dus op zoek naar een voordeeltje. Maar hij zat wel tegen ene Pieter Sturm te schaken, oud-Erasmiaan, die wist dat het remise was. En dat was het. Met deze uitslag wisten de heren dat ze zich ‘slechts’ met een prima toernooiresultaat tevreden moesten stellen.

4. Joey Brokaar – Loek Veenendaal. Het moment van de partij. Wit lijkt de zwarte stelling uit elkaar te spelen, maar dan de donderslag-bij-heldere-hemel-zet 0-0-0. Met de lange rokade neemt Loek het initiatief over en wint hij ook nog een pion. Dit voordeel geeft hij niet meer uit handen.

Met een gedeeld derde plaats een mooi debuut van Loek!

5. Leo de Jager – Lucas Gortemaker: Leo speelt een prima toernooi tot nog toe en verloor slechts van Spaan. Hij zal via onze rondeverslagen gewaarschuwd zijn voor Lucas.

Hij sloeg de zwarte koningsstelling aan flarden, of moet ik zeggen ‘leeg’? En een ijzersterk paard op e6. Lucas had kennelijk niet eens tijd gehad of genomen om zijn b8-paard en a8-toren te ontwikkelen, maar had echter wel gevaarlijke tegenkansen met zijn dame, loper en paard vanuit de damevleugel gecreëerd en een venijnig pionnetje op d3 geposteerd.

Een ware smulpartij, die hoge ogen gescoord zou hebben voor de SMS-prijs. Kortom, Leo speelde een prima partij die hij naar zijn hand zette en prachtig won.

6. Murdoch Mac Lean – Gerard Kastelein: Ik heb de partij niet goed bekeken, maar na afloop zag ik meteen dat Gerard gewonnen had. Ja, glunderde mijn teamgenoot van Dubbelschaak 2 (Boxtel), “Ik was wat eerder met mijn mataanval!” “Je hebt een geweldig toernooi gespeeld, zeg”, complimenteerde ik hem. Inderdaad, met een overwinning aan een topbord tegen een team 1 speler van Erasmus mag je gefeliciteerd worden. Goed gedaan, Gerard.

Deze zege leverde Gerard ook nog eens ratingprijs op. Murdoch wilde zijn twaalfde plek verbeteren of in ieder geval consolideren, maar zakte met dit resultaat met plek 24 aanzienlijk terug in het klassement.

7. Wim Posthumus – Andrzej Pietrow: Onze beide eersteteamspelers proberen hun positie in de subtop te verbeteren. Ik zie T+T+P+P+6pi tegen T+T+P+P+6pi, een gelijke stelling wat materiaal betreft dus. Zwart bestookt de witte lange rokadestelling echter flink met zijn torens over de a- en b-lijn en heeft een gemene pion op a5. Ziet er gevaarlijk uit. Toch weet Wim de stelling te neutraliseren en komt in een gelijkstaand paard-pionneneindspel terecht.

Andrzej blijft wat te lang op winst spelen, forceert en komt 2 pionnen achter. Hij speelt met een enkel paard tegen een paard met 2 pionnen voor Wim, ik meen de f- en h-pion. De heren verdienen per zet aardig wat seconden erbij. Wim weet de winstweg niet te vinden en moet in remise berusten. Of was er geen winstweg? Moet toch wel? Toch eens nakijken.

8. Dik van der Pluijm – Paul Dekker: met D+T+T+L+P+7pi aan beide kanten maken de heren er een positionele pot van. In het eindspel weet Paul de winst knap naar zich toe te trekken.

9. Peter Weeda – Henk van der Velde: Peter kan terug kijken op een geslaagde rentree in de schaakarena. In de laatste ronde moet hij aan een van de (bijna) topborden aantreden tegen de sterke Henk van der Velde. Ik ken Henk als een van mijn leerlingen aan de H.J. van Wijlenschool eind jaren 70. Hij heeft uit die tijd nog een partijtje dat hij tegen mij speelde bewaard. Remise werd dat, zei Henk, en “hij was daar toen best trots op”. Nou als ik nu tegen hem speel zou ik dat ook zijn, gezien zijn veel hogere rating.

Henk is toch niet zo erg tevreden over zijn toernooiresultaat en dat heeft Peter dus gemerkt in die laatste partij. Henk zette alles op alles om die partij te winnen. Peter zei na afloop dat hij geleidelijk aan vanuit een redelijk gelijke stelling “steeds een heel klein beetje minder kwam te staan, en dan weet je dat je tegen dergelijke spelers een keer een foutje maakt en er dan af gaat.”

10. Marvin Dekker – Frits Steenbergen: In het eindspel staat Marvin een stuk voor in veel betere, zeg maar voor Frits hopeloze stelling. Even later capituleert Frits.

12. Johan van de Griend – Pim Kleinjan: In een T+L-eindspel heeft Pim 2 pionnen meer. Veelbelovend dus. Een keurig gespeelde winstpartij voor Pim, die daarmee tevreden kan terugkijken op een geslaagd toernooi.

13. Ruud Dröge – Paul Wilhelm: Een mooie slotpartij van onze extern wedstrijdleider, die hiermee zijn toernooiresultaat aardig oppoetst. Hij staat in het middenspel een stuk voor, een inktvis (paard ver in de vijandelijke stelling), opgesierd door een opgerukt pionnencluster. Van al die dreigingen kan zelfs Dröge geen chocola meer maken. Mooi gespeeld, Paul!

14. Frank van Zutphen – Marcel Tillemans. Momentopname in het middenspel, met D+T+T+P+P+6pi voor wit en zwart. Frank heeft initiatief en weet dat uit te bouwen naar winst.

15. Martin Rensen – Ronald van Vleuten: Martin heeft een overweldigende aanval in handen, een prachtige stelling, kan zo aan de muur. Om een idee te geven: Dh5, Ph6, Lg5, Lg6 en een gedekte vrijpion op e6. Ronald kan daar met zwart geen spel tegen maken, met Kh8, Dg7, Tf8, Ph7. Martin wint in de aanval.

23. Cor van As – Jan Elso Ploeg: Cor zit er relaxed bij. Dus even kijken. Hij heeft op zet 30 de torens verdubbeld op de zevende rij en een D+L op de open vijandelijke veste gericht. Ik zie net de beslissende combinatie die Cor weer net even iets anders uitvoert dan ik had uitgerekend. Mooier, creatiever. Ook een stelling om in te lijsten hoor! Cor liet van alles in staan, de zwarte stukken zo kansloos door penning en matdreiging. Knap gespeeld, Cor.

25. Coen van Baren – Bernhard Ruimschoot: Ik zie een lastig te beoordelen stelling, met T+P+P+6pi – T+T+L+7pi. Ik dacht met wederzijdse kansen. Toch weet Bernhard uiteindelijk de partij te beslissen.

28. Shau-Ming Yuen – Anton van Berkel: Er zijn 26 zetten gespeeld en wit staat een pionneke voor; er staat een D+T+T+L+6pi – D+T+T+L+5pi stelling op het bord. Shau-Ming heeft van wat gaatjes in de zwarte stelling van Anton geschoten, maar die trekt zich daar weinig van aan en heeft zwaar geschut langs de f-lijn in stelling gebracht en weet de partij uiteindelijk in zijn voordeel te beslissen.

34. Hans Koedam – Gerrit Boer: Gerrit staat een toren achter, maar heeft daarvoor wel wat pionnen extra. Moet toch gewonnen zijn voor Hans. Edoch, de uitslag is een verrassende remise. Zoetmomentje van Gerrit, zuurmomentje voor Hans.

Alle uitslagen en de eindstand zijn te vinden op de uitslagenpagina van het Spindler Makelaars Watertorentoernooi.

Jaap van Meerkerk