Bescheiden vuist genoeg voor eerste viertal

De kop is eraf voor de nieuwe viertallencompetitie, waarin ons eerste kwartet uitkomt in de hoogste klasse (1A). Een sterke poule, waarin we niet tot de favorieten worden gerekend: op basis van de gemiddelde rating ligt een positie in de middenmoot het meest voor de hand.

In de openingsronde, thuis tegen Fianchetto, kon slechts een bescheiden vuist worden gemaakt. Op een afgetekende overwinning werd min of meer gerekend, maar verder dan een bescheiden 2½ – 1½ plusscore kwam het niet.

De ouverture was een hoopvolle. Al na een half uur scoorde Henk de Kleijnen een vol punt. Zijn opponent verzuimde tijdig te rocheren en moest op de knieën na een paardoffer op f7. Groot materiaalverlies of met in vier was het gevolg. Het werd het laatste (1 – 0).

Op dat moment was het totaalbeeld gunstig. Davin Mostert had een pionnetje buit gemaakt, al moest hij wat tactische problemen het hoofd bieden. Van Wim Posthumus en kopman Leo Verhoeven, beiden met een dik ratingsurplus tegenover benauwde tegenstanders gezeten, mocht succes worden verwacht. Ongewild bracht Davin de spanning terug. Verlies van een volle dame was te veel van het goede.

Leo, optornend tegen de taaie Cees Sio (ook wel de ‘wereldkampioen-in-de-touwen-hanger’ genoemd), kon geen voordeel behalen. Bij Wim was het klamme zweet uitgebroken, nadat hij – ondanks winst van dame tegen toren en loper – een dubbele handicap kreeg. In een gecompliceerde stelling met tegenkansen ging ook de beperkte tijd een rol spelen. Toch was hij het, die Erasmus opnieuw aan de leiding bracht. Via een fraai schijnoffer werd ondekbaar mat geproduceerd.

Kort daarop kreeg Leo een remiseaanbod, wat na overleg met de teamcaptain werd geaccepteerd. Een kleine overwinning dus. Hebben de Erasmianen hun kruit droog gehouden? Het tweede duel, op vrijdag 18 november tegen het sterke Charlois Europoort, zal uitsluitsel moeten geven over de vorm, de ambitie en de perspectieven van het team.

Kijk hier voor alle uitslagen van het eerste viertal in de RSB viertallencompetitie.

Henk de Kleijnen