Nipte overwinning voor het derde

Het beloofde voor het derde een warme avond te worden. Tegen hetzelfde team, waartegen het tweede vorig jaar een zwaar bevochten gelijkspel haalde, moest het derde nu aantreden en dan ook nog met drie invallers. En een warme avond werd het.

Aanvankelijk leek er niets aan de hand. De eerste vijf borden stonden na een uurtje volgens onze vaste commentator Gilles Donze duidelijk beter en alleen Jan Hoek van Dijke was strompelend uit een Schotse opening met Lc4 op de vierde zet gekomen. Hij zweette bloed, zweet en tranen.

Emil Verhoef op bord 5 kon als eerste aan de pils na zijn tegenstander in een klassieke Pirc voor onoplosbare problemen gesteld te hebben. Aan de bar kreeg hij gezelschap van Jan die uiteindelijk een dameoffer op h7 voor zijn kiezen kreeg, maar toch nog wel trots was dat hij tenminste twee zetten een dame voorgestaan had.

Inmiddels ging het aan bord 1 met Wim van de Kraats ineens een stuk minder. Zijn koningsstelling was uiteengereten en hij werd geconfronteerd met een dreigende promotie, maar opgeven deed hij nog niet.

Ook op bord 2 met Gerard Kastelein ging het ineens niet jofel meer. Een veelbelovende aanval met een oprukkende g-pion werd bekwaam gecounterd en ineens resteerde een hopeloze stand en het was 1 – 2.

Op bord 3 marcheerden de troepen van Frits Steenbergen. Na een volgens hemzelf bewust gesneuvelde loper, bleken de manschappen van zijn tegenstander tamelijk ongeorganiseerd over het bord te zwerven en Frits smulde van alle penninkjes en vorkjes die hij zijn opponent voor kon schotelen. Het einde was voorspelbaar en de 2 – 2 stond op het bord.

Onze invallers Cor van As (aan de cola?) en Bram de Knegt op 7 en 8 deden het inmiddels boven verwachting. Bram kreeg een tegenstander in zijn wurggreep en kneep als een ware boa constrictor bij hem de lucht uit het schaaklijf. Al had het volgens de omstanders, de bekende stuurlui aan de wal, ook wel wat sneller en genadiger gekund.

Cor had een jong talentje tegenover zich en moest ondanks zijn bekende stormloop uiteindelijk berusten in remise met zes pionnen beiderzijds en zich verschansende koningen. Dus dat betekende een 3½ – 2½ voorsprong.

Aan Jan Smit op bord 4 dus de taak om voor het laatste puntje te zorgen. Het was een gemanoeuvreer van twee kanten met dame, toren en lopers, dat zeeën van tijd vrat. Uiteindelijk bleek Jan een loper te kunnen arresteren en daarna ging hij eens uitgebreid naar de juiste winstweg zoeken, terwijl de vlag van de man uit Overschie voor alle kijkers al gevallen was en Jan nog rustig door filosofeerde. Het angstzweet brak ons uit, geen wedstrijdleider te zien en het duurde toch enkele minuten voor Jan opkeek en de winst kon claimen en dat was het beslissende punt.

Het zou nog mooier worden, want hoe Wim eruit kwam moet maar eens door Fritz geanalyseerd worden, maar hij ging op een eindspel met T+P+pi tegen T+pi af. Hij ging uitgebreid nadenken of hij zijn wanhopige tegenstander remise aan zou bieden of nog een zetje door zou spelen, maar werd door zijn beduusde opponent er beschaamd op gewezen dat na 2 minuten zijn vlag gevallen was. “Je meent het”, zei Wim lacherig en zo werd het een nipte winst voor Erasmus, waar men blijkbaar heel aardig kan schaken, maar veel moeite heeft met klok kijken.

Gelukkig krijgen we er nu met de wintertijd weer een uurtje bij, dus er is hoop op nog betere tijden. Voorlopig staan we met 4 uit 2 gedeeld bovenaan.

Kijk hier voor alle uitslagen van het derde team in de RSB competitie.

Emil Verhoef