Hoogmoed kost ’tweede’ de kop

Finaleronde doet denken aan falen van Oranje-voetbal

Een hele sloot ratingpunten méér tegen het al gedegradeerde WSV. Dat was niet genoeg. Het kampioenschap in 1B was al buiten beeld, maar het ‘brons’ leek verzekerd.

Niets daarvan. In een remiseloos duel gingen de Erasmusreserves op eigen grond met 3 – 5 ten onder. Kansloos. Terecht. Bedroevend. Om met Arjan Robben te spreken: “Dit was een nachtmerrie.”

Kleurloos einde in middenmoot van 1B

Het leek een sprankelend seizoen te worden. “We zullen het niet makkelijk krijgen”, zei kopman Leo Verhoeven vooraf. Gelet op de ratingcijfers was die uitspraak heel begrijpelijk. Toch mengde Erasmus 2 zich vol overgave in de strijd om de hoogste plaatsen, met als hoogtepunt de winst op Dordrecht 2, dat nog steeds over de beste papieren beschikt om te promoveren. Twee ronden voor het einde begon de motor bij de Erasmianen te sputteren. Het slotakkoord bestond uit een beschamend optreden tegen WSV 1, dat volgend jaar in een lagere klasse zal spelen.

Een onvervalste ‘zeperd’, mogelijk uit hoogmoed geboren. Er werd gegokt op forse winst. Misschien wel 8 – 0. Pim Kleinjan, vooraf wat mopperig over ‘weer een hoog bord’ (het vierde), kreeg stralend de woorden toegevoegd: “Het is WSV maar, hoor. Daar win je zelfs van als je simultaan speelt…” Bij het ontbreken van echte belangen werden zelfs koppeltjes gevormd. WSV-teamleider Peter de Louw wilde graag tegen Davin Mostert spelen. Geen probleem. Theo Huijzer wilde het bij voorkeur opnemen tegen Erasmuscaptain Henk de Kleijnen. Ook geen probleem. Het kon toch niet anders dan goed gaan? Leo Verhoeven, eerstebordspeler, werd in overleg zelfs buiten het team gehouden. “Moet kunnen…”

Het kon dus niet en de problemen groeiden de gastheren al snel boven het hoofd. WSV, dit seizoen zwaar gehandicapt door de afwezigheid van de sterkste spelers (Barthold Jansen en Wim Hennink), speelde naar eigen zeggen “de beste wedstrijd van de hele competitie.” Dat zal zo zijn, maar Erasmus speelde domweg ‘de allerslechtste wedstrijd ooit.’ Leo, in zijn rol als supporter, had een rake typering van het duel na een uur spelen: “Het lijkt Oranje wel tegen Bulgarije…”

Op twee spelers na bereikten de Erasmianen op geen stukken na hun normale niveau. André Boon, voor deze gelegenheid aan het eerste bord gezeten, bleek kansloos tegen Ronald Dannis. Het was de eerste partij die werd beëindigd. Uw verslaggever was er door verrast, ook al omdat André – onmiddellijk vertrokken – niet voor commentaar beschikbaar was. Geen sterk staaltje teamgeest trouwens. Ook Pim Kleinjan (jawel) ging in het middenspel gruwelijk in de fout en liep daarna moedig knokkend achter de feiten aan. “Je hebt niet veel aan me gehad, teamleider”,klonk het aan het einde van de avond berustend. Zelfs de degelijke Arno van Houten redde het niet, na zijn partij goed te hebben opgezet. Zijn positionele voordeel verwaterde, waarna hij vervolgens werd ‘opgebracht’. Laat op de avond waren alle ogen op Gilles Donze gericht, omdat zijn betere stelling alsnog een 4 – 4 resultaat binnen bereik zou brengen. Mis. Ook daar liepen de ontwikkelingen hem finaal uit de hand.

De vijfde nederlaag kwam op naam van de ‘captain himself’. Zijn tegenstander zette fel aan, maar erg veel leek dat niet om het lijf te hebben. In plaats van alles rustig onder controle te houden meende onze man – vanuit een volstrekt misplaatst gevoel van superioriteit – zich een stukoffer te kunnen permitteren. Hij dacht er drie pionnen voor te krijgen, maar dat was een ernstige rekenfout. Eén pionnetje als compensatie betekende vechten tegen de bierkaai, want Huijzer maakte zelf geen serieuze fouten meer. Dat leverde een bijzonder tafereeltje op. Murdoch McLean, in karakteristieke pose (linkerhand half in de broekzak, flesje bier in de rechterhand), sprak droogjes: “Verlies van De Kleijnen. Dat komt niet vaak voor…”

De drie punten kwamen op naam van Cander Flanders, Ruud Dröge en Davin Mostert. De winst van Cander was overtuigend en knap. Hij kan terugzien op een uitstekend seizoen. Ruud bereikte groot voordeel, maar kramp in zijn been leek roet in het eten te gooien. Zijn gekerm moet honderden meters verder hoorbaar zijn geweest. Na het lichaamsdeel gestrekt te hebben volgde een fraai torenoffer ter introductie van mat. Davin stal de show van de avond door een nieuwe imitatie van Houdini. Zijn ontsnapping na een vijandelijke belegering was even inventief als hilarisch. Volgens ingewijden had zijn opponent zelfs verzuimd om mat in één uit te voeren, alvorens ons ‘vleesgeworden brok beton’ sluw spelend alsnog de winst naar zich toe trok.

Ik schreef dit verslag met gemengde gevoelens. Verwijzend naar het falende Oranje heb ik hardop overwogen om ‘per direct’ af te treden. Zonder oprotpremie. Daar kom ik op terug. Alles bij elkaar genomen heb ik veel plezier beleefd aan dit team. Dat het resultaat uiteindelijk tegenviel, neem ik dan maar op de koop toe.

Kijk hier voor alle uitslagen van het tweede team in de RSB competitie.

Henk de Kleijnen