De nul houden in het schaken?!?

Als thema voor deze avond had ik gekozen voor het verdedigen. Een nieuw thema bij het zomerschaak. En iedereen heeft er in de praktijk regelmatig mee te maken.

Is het verdedigen bij het schaken te oefenen? Net bijvoorbeeld als bij corners bij het voetballen? Niet echt natuurlijk. Die corners komen praktisch elke voetbalwedstrijd voor en daar kan een team zich op instellen (simpele mogelijkheid: eerste paal, tweede paal, mannetje dekken; lange aanvaller terug helpt ook). Bij het schaken gaat dat niet lukken.

Het viel me ook op dat er maar weinig over het verdedigen is te vinden. In tegenstelling tot boeken met aanvallen en combinaties. Daar zijn er wel heel veel van. Misschien spreekt het minder aan. Aanvallen is natuurlijk leuker dan verdedigen. En, zoals deze avond ook wel is gebleken, het is lastig om goede oefenstof over verdedigen te hebben. Of het is erg eenvoudig of het is bijzonder ingewikkeld.

Zie hier een mooi verslag met de besproken opgaven en antwoorden van Leo Verhoeven.

Het was zware kost. En eigenlijk wat te veel voor deze avond. Wat vooral opvalt, is de tactiek die nodig is. Verdedigers moeten heel goed kunnen rekenen, net als de aanvallers. Eigenlijk is verdedigen niet anders dan het omgekeerde van aanvallen. Als verdediger heb je veel aan aanvalskennis. En dat is het bruggetje naar de volgende keer (maandag 7 augustus). Wim Westerveld gaat dan met aanvallen aan de slag aan de hand van een grootse aanvaller.

Leo Verhoeven