Over een grijnzend ratingverschil, verrassende pianoriedel, toiletpraat en … rustaaagh!!

Eerst even over “SSSSSSST!!” U hebt er vast ook zo’n hekel aan als iemand je – ook nog eens met zichtbare tegenzin – op deze wijze tot stilte maant. Wie niet. Maar ik kan moeilijk met een “rustaaagh!!” komen.

Dat zou Herman alleen durven. Die durft zelfs “mond dicht!!” aan (bron: 50 jaar Schiebroekse schaakhistorie). Tja. Na een lange zit, een enerverende partij, met adrenalinegolven, die gierend tegen je stembanden klotsen, dan moet je wel gaan bekken. Het lijkt onafwendbaar.

Even bestaat er geen zaal meer met in trans geraakte spelers. Ze zijn er gewoon niet meer, zijn geskipt, compleet uit beeld geraakt. Even niet meer schaken, maar ontspannen kwaken. Soms zo welluidend dat bij clubgenoten onbedoeld irritaties ontwaken. Toegegeven, niet iedereen kwekt er na zijn partij op los. De een waagt een riedel op de piano, een ander loopt stil glimmend te stralen. Anderen schudden handen, maken gebaartjes, gaan slenterend en squichend, dat is met licht dichtgeknepen ogen interessant naar een stelling kijkend, langs de borden.

Wilt u ook leren squichen?

  • Laat je bovenste ooglid een heel klein beetje zakken
  • Trek je onderste ooglid omhoog naar je pupil
  • Let op: niet overdrijven!
  • Het is slim om het eerst te oefenen voor de spiegel.

Mijn verzoek: Hou na afloop van je partij rekening met clubgenoten die nog achter de borden peinzen en zich voor de volle honderd procent willen kunnen concentreren. Dan hoef ik beslist geen “SSSSSSST!!” meer te sissen. Of, à la Beugelsdijk (centrale verdediger van ADO Den Haag) in een tv-interview “rustaaagh!!” te roepen.

Analyseren in de crearuimte kan vanwege wat werkzaamheden aldaar even nog niet. Dat is jammer en zou zeker wat onrust wegnemen. Klets en analyseer vanaf 22.00 uur, als de muziekclub weggaat, in de Tuinzaal. Wat keuvelen kan ook verderop bij de keuken.

Tussen de bedrijven door was er ook nog een mooi moment om Ton Dulk in het zonnetje te zetten. Hij was vorig seizoen heel knap derde geworden in de A-groep en kreeg daarvoor nog de daarbij behorende beker aangeboden. Nogmaals gefeliciteerd Ton!

En wat gebeurde er op de borden?

De spelers met dezelfde score werden deze ronde nog op rating ingedeeld. Ook dit jaar had Carel Keller weer zijn traditionele pech. Hij had net als ik een vette nul gescoord in ronde 1, maar moest het met zwart opnemen tegen de sterke Alek Dabrowski, die in ronde 1 onderuit was gegaan tegen Emil Verhoef. Carel speelde een leuke pot, een Najdorf die hij steeds beter onder de knie krijgt met 12 zetten theorie inmiddels, jawel, ruilde verrassend een stuk tegen twee aanstormende pionnen (die van g4 en f3 dus) hetgeen hem toch uiteindelijk opbrak in het eindspel. Met een stuk minder zette hij in het middenspel toch zodanig druk op de witte stelling dat Alek nog een pion moest geven, waarna hij nauwkeurig spelend de remisedroom van Carel onderuit haalde.

Altijd leuk om wat verrassende uitslagen uit de ronde-tweevijver te vissen. Wat te denken van de remise van Peter Weeda tegen Pieter Sturm. In het middenspel bedreigde Peter een buitengesloten staande zwarte loper te winnen. Pieter counterde met een dame-paardaanval op de koningsvleugel, waarna beide combattanten de zetten herhaalden en tot remise besloten. Netjes gespeeld van Peter.

Ook Kees van Toor maakte indruk in zijn drukpartij tegen Leo Verhoeven. Leo was bepaald niet tevreden over zijn spel en zei dat hij kansen om zeep had geholpen. Hoe het ook zij, Kees beet zich vast in de stelling en gaf geen krimp, won een kwaliteit, en speelde het eindspel foutloos uit.

Jan Smit won van Paul Wilhelm, hoe dat ging kreeg ik niet mee. Vincent Smol kunnen we feliciteren met zijn remise tegen de op papier bijna 300 punten sterkere Wim Verkerk.

Maar de opmerkelijkste uitslag was wel die van de winst van Peter Hurkmans op Bernhard Ruimschoot, die mij na zijn mooie overwinning breed grijnzend op het ratingverschil van 400 punten attendeerde!

En dan laten we nu enkele spelers weer zelf aan het woord:

André Boon

“Mijn partij was een miniatuur, maar zeker niet zonder fouten, ook mijnerzijds. Ik kreeg een droomstelling, nadat Leo Koster mijn Staunton gambiet niet aannam. Het centrum, alle stukken snel actief in het spel en de dame van mijn tegenstander stond op het punt gevangen te worden.”

“Door een fout van mijn kant had Leo kunnen ontsnappen, maar ‘he returned me the favour’ (zo’n mooie uitdrukking hebben wij niet in ABN), door pardoes zijn sterkste stuk weg te geven.”

“Je hoopt toch iedere keer zonder fouten te spelen, de enige troost als dat niet gebeurt, is dat zelfs bij de wereldtop af en toe stevig geblunderd wordt… En zelfs door de grootste aller tijden, Garry Kasparov, die een meesterwerk af leek te leveren tegen David Navarra, en vervolgens meerdere keren (!) de winst weggaf en uiteindelijk zelfs verloor. Het deed als groot fan pijn, niet alleen aan m’n ogen.”

In het verslag van André Boon wordt zijn dame bijkans gevangen, waarop Leo André hetzelfde pleziertje gunde door zijn dame aan te bieden, een nobel gebaar en prachtig verwoord. Maar hoe nobel is dat dan wel? Kan dat wel, dat schakers zo met hun dames omgaan? Enige voorzichtigheid is hier toch op zijn minst geboden, gezien de landelijke polemieken. Voordat dit epistel de landelijke pers dan wel de sociale media haalt, dus even aandacht voor enkele nuanceringen in een fragment van een ingezonden stukje van Emil Verhoef:

… Als laatste punt moeten wij ons ook nog eens bezinnen op de man-vrouw verhouding op het bord. Het is toch niet meer van deze tijd dat de koning zijn dame al het vuile werk laat opknappen terwijl hij zelf rustig in een hoekje het spel aankijkt .Ja hij blijkt zelf rücksichtsloos zo nodig zijn dame te offeren voor de goede afloop. Het is niet voor niets dat onze club geen vrouwelijke leden heeft: de emancipatiegedachte is heel ver te zoeken.

Dit was slechts de trailer, binnenkort is de hele column op onze website te vinden!

Murdoch Mac Lean

Murdoch schrijft over  zijn partij tegen Marcel Tillemans: “Ik was extra alert, de laatste keer had ik pardoes mijn dame weggegeven, de schuld van mijn vriend de Hertog. Er kwam een bekende stelling op het bord uit het Siciliaans met b3 voor wit en e5 voor zwart. Ik offerde een pion voor tempowinst en heel actief spel. Alle zwarte stukken moesten elkaar blijven dekken, waarbij wit plotseling een pion kon winnen. Ik moest wel secuur blijven spelen, maar rond zet 40 was het matnet gesloten.”

René de Wild

“Daar komt mijn eerste verslag voor Erasmus! Ik had een partij tegen Eric Hoogenes, een bijna 2000 speler en dacht: ‘Ja hoe ga ik dat in godsnaam aanpakken met zwart nogal liefst?’ Eric Hoogenes opende met 1 d4 waarop ik 1 .. Pf6 antwoordde. Daarna ging het zo verder: 2 c4 g6, 3 Pc3 d5, de Grünfeld opening. 4 cxd5 Pxd5, 5 e4 Pxc3, 6 bxc3 Lg7, 7 Lc4 c5 Classic exchange 8 Pe2 Pc6, 9 Le3 cxd4, 10 cxd4 0-0, 11 0-0.”

“Ik ging even naar de wc en kwam daar Eric tegen (niet doordenken aub) en zei nog tegen hem: ‘Zal ik nou Lg4 f3 Pa5 spelen, de toiletvariant, oftewel Spassky variant?’” (Jaap, schrijver dezes hierover: Mag dat eigenlijk wel, René, praten tegen je tegenstander op de toilet? Ik herinner me dat er ergens in de reglementen wordt gerept over welke contreien worden geacht bij de speelzaal te horen en daar vallen ook de toiletten onder. Mijn gevoel zegt dat dergelijk gedrag niet gestimuleerd dient te worden, evenals het ten gehore brengen van een pianosolo in de speelzaal, na afloop van een partij als stond de klep – toegegeven – uitnodigend open.)

We gaan verder met Renés verslag: “Maar wat deed ik? 11 .. Lg4, 12 f3 waarna ik met de loper terugging 12 .. Ld7??? Oh oh oh ik wou echt Pa5 spelen maar toch ineens deed ik dat niet waardoor mijn stelling stagneerde. 13 Tb1 Pa5 (dat moest dus de zet hiervoor, René), 14 Ld3 Tc8, 15 Dd2 Pc4 (ik wilde wat nieuws proberen), 16 Lxc4 Txc4, 17 Txb7 a6, 18 Tc1 Txc1, 19 Pxc1 Lb5, 20 Db4 (ik had nog gekeken naar Dc8 Txe7 Dc2) maar daar komt wit goed uit. 20 .. Te8, 21 Pb3 Lf8, 22 Dc3 (ik denk dat a4 sterker is) 22 .. Dd6?, 23 Dc5 (ruilen was beter zegt Mr. Fish). Ik ging met de dame naar e6. 24 Tc7 Tb8. Het ging nog 12 zetten door, maar bespaar me dat. Eric had me op m’n linkerzijde gelegd, au!”

Jaap van Meerkerk speelde met wit tegen Harry Nefkens, die in een Najdorf na 6 .. e5 met zijn paard naar f3 ging. Een zijvariantje waarna zwart minder hard wordt aangepakt omdat hij voorlopig geen rekening hoeft te houden met de opstoot f2-f4. Met 9 .. b5 10 .. Lb7 zette Jaap de witte pion op e4 verder onder druk en wist na 19 .. Dc4 een combinatie te beginnen die een pion ging opleveren. Daarna kon hij op zet 23 verder combineren naar stukwinst en de partij was beslist.

Anton van Bokhoven

Een verslag van mijn partij met zwart tegen Ruurd Ouwehand, op verzoek: “Na een onrustige nacht van maandag op dinsdag, dromend van ijzersterke schaakzetten, ontwaakte ik dinsdagmorgen vroeg met een lelijke schaakkater… hij was nog zwart wit ook. Bij het wakker worden was het eerste waar ik aandacht: ik heb gisteravond mijn partij verloren en hoe. Ik – als optimist – zou met de zwarte leeuw het (in mijn nadelige) ratingverschil van 338 punten even opvijzelen. In het begin ging het goed, het noteren en het slaan op de klok ging perfect en ook mijn stelling leek houdbaar met als minpunt de pionnen op c7 en a7, die waren zwak. En daar ging het vreselijk mis . Met twee torens op de b-lijn en een oprukkende pion op de d-lijn demonstreerde Ruurd in enkele zetten hoe je zonder materiaalverlies een pion kan laten promoveren en er voor mij niets anders overbleef om met mijn oude hand mijn koning horizontaal te plaatsen. Om rede dat ik de notatie van verloren partijen ter plekke verscheur en alleen gewonnen partijen inlijst, gaat de informatie over mijn partij aardig mank.”

Frank van Zutphen

Frank van Zutphen speelde met zwart tegen Henk de Kleijnen een positionele pot waarin het lang gelijk stond. Frank schrijft hierover:

“Henk kwam met wit wat beter uit de opening en het leek een wat bloedeloze partij te worden na de afruil van veel stukken. Henk ruilde echter een pionnetje te veel af, waardoor ik een prachtige batterij kreeg met een loper op c6 en een dame op d5 en deze dame stond daar heel soeverein. Henk stond vanuit het niets meteen heel gedrongen en ik kreeg een gevaarlijke koningsaanval. Mijn tijd begon inmiddels aardig weg te tikken, ik was aan mijn laatste minuten bezig. Henk leek de verdediging gevonden te hebben en ik moest de keuze maken, moest ik mijn kwaliteit offeren voor behoud van de aanval? Wel of niet? Wel of niet? De tijd tikte weg. En dan is het handig om breed de denksporten te beheersen. Want een oude wijsheid uit het klaverjassen is ‘Bij twijfel? Gaan!’ Pas deze wijsheid overigens niet toe in het verkeer, dat heeft me eerder dit jaar een sleutelbeenbreuk opgeleverd… In ieder geval, terug naar de partij. Op mijn intuïtie de kwaliteit dus geofferd en de aanval bleek door te slaan! Later in de analyse bleek het gelukkig ook nog goed te gaan, binnenkort zet ik de partij ook op de website om na te spelen. Vooral omdat het ook een mooi voorbeeld is van de lessen uit het zomerschaak met ‘Oordeel en plan’ eerder dit jaar.”

Arno van Houten moest na een lang gevecht zijn meerdere erkennen in Andrzej Pietrow, die in het eindspel eerst de pionnenstelling van Arno aanviel en verzwakte, steeds beter kwam te staan en bekwaam afwikkelde naar winst.

Kijk hier om alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie bij Erasmus te bekijken.

Jaap van Meerkerk