De afgelopen maanden stonden in het kader van de kabinetsformatie. Vier hoge heren smeedden hun plannetjes voor de komende 4 jaar.

Naast enkele minder relevante kwesties als hypotheekaftrek, lerarensalarissen, herziening belastingstelsel en immigratie werden ook enkel wezenlijke problemen onderkend en aangekaart: “Het schort aan de vaderlandsliefde en de kennis van de nationale identiteit van onze jeugd.”

Kortom: opstaan als de onderwijzer binnenkomt en gezamenlijk zingen van het Wilhelmus als dagopening. De beschaving dient terug te keren in Nederland en de duistere Middeleeuwen met haar ‘laat-maar-waaien’ politiek en ‘doe-effe-normaal’ gedrag zijn voorgoed voorbij: er dient weer gepresteerd te worden op Algemeen Beschaafd Nederland Peil.

Dit werpt een interessant licht op de oprichting van onze nieuwe jeugdafdeling. Het is duidelijk dat de nieuwe pupillen zich behalve van de beginselen van het nobele schaakspel ook op de hoogte zullen moeten stellen van ons clublied.

Zo moeilijk hoeft dat niet te zijn ware het niet dat ik in de archieven van schaakvereniging Erasmus en zijn voorgangers geen meezinger kon ontdekken, dat als clublied gepraktiseerd werd.

Wat nu te doen? Goede raad is duur. Op Google vind ik met de zoektermen Erasmus en clublied slechts het ‘Vivat haec societate’ (voor niet gymnasiasten, dit betekent slechts ‘Leve deze club’), een lied met een wat gedragen Latijnse tekst in een Gregoriaanse versvoet, uitstekend geschikt voor het Erasmiaans Gymnasium maar niet de toffe rap-tekst, die jeugdleden gaat winnen voor onze club.

Ik stel daarom een wat simpeler clublied voor dat ook door onze nieuwe pupillen uit volle borst meerstemmig meegezongen moet kunnen worden ter meerdere ere van de nieuwe volkssport: het schaken. Voortaan openen we onze clubavond met de evergreen: “En datumme Erasmus jongens zijn dat willen we weeheeten, want daarom komen wij uit Rotterdam.

Met deze variant van de Nieuw-Zeelandse Hakka, al dan niet begeleid door ritmisch handgeklap, kunnen wij dan laten zien dat wij een vaderlandslievende vereniging zijn en gelijk subsidie aanvragen bij het Oranje-fonds.

Emil Verhoef