Op de Algemene Ledenvergadering van Erasmus werd gevraagd naar nieuwe FIDE regels, die waren gewijzigd sinds 1 juli 2017.

Afgelopen maandag was er nog enige onduidelijkheid over de remiseclaim. 3x of 5x? Hoe zat het ook al weer?

In dit artikel gaan we dieper in op de nieuwe FIDE regels. En, tot slot, aan het einde van dit bericht nog een belangrijke (niet gewijzigde) regel, die het verschil kan maken tussen winst en verlies!

Hieronder staan de nieuwe regelingen (de letterlijke tekst uit het FIDE reglement is steeds in cursief weergegeven) met direct daaronder de toelichting hoe het voorheen was (wat er dus gewijzigd is). Alles overziend gaat het om beperkte wijzigingen.

FIDE reglement artikel 7.3: 

Als een partij begonnen is met verwisselde kleuren en beide spelers hebben minder dan 10 zetten gedaan, dan moet de partij ongeldig worden verklaard en moet er een nieuwe partij worden gespeeld. Na 10 of meer zetten moet er worden doorgespeeld.

De wijziging is dat er na 10 zetten moet worden doorgespeeld, in het oude reglement stond dat er altijd opnieuw moest worden begonnen, tenzij de arbiter anders besliste.

FIDE reglement artikel 7.7.1:

Als een speler twee handen gebruikt voor één zet (in geval van rokeren, slaan of promotie), dan wordt dit beschouwd als een onreglementaire zet.

Deze regeling (evenals artikel 7.7.2, wat te doen bij een overtreding) is nieuw.

FIDE reglement artikel 7.7.2:

Bij de eerste overtreding van artikel 7.7.1 moet de arbiter twee minuten extra tijd aan zijn tegenstander geven; bij een tweede overtreding van artikel 7.7.1 door dezelfde speler moet de arbiter de partij voor hem verloren verklaren. De partij is echter remise als de stelling zodanig is dat de tegenstander niet mat kan zetten door welke reeks van reglementaire zetten dan ook.

FIDE reglement artikel 7.8.1:

Indien een speler de klok indrukt zonder een zet te doen, dan wordt dit beschouwd als een onreglementaire zet.

Deze regeling (evenals artikel 7.8.2, wat te doen bij een overtreding) is nieuw.

FIDE reglement artikel 7.8.2:

Bij de eerste overtreding van artikel 7.8.1 moet de arbiter twee minuten extra tijd aan zijn tegenstander geven; bij een tweede overtreding van artikel 7.8.1 door dezelfde speler moet de arbiter de partij voor hem verloren verklaren. De partij is echter remise als de stelling zodanig is dat de tegenstander niet mat kan zetten door welke reeks van reglementaire zetten dan ook.

FIDE reglement artikel 9.6:

De partij is remise als een of beide van de volgende punten aan de orde zijn:

  1. dezelfde stelling, zoals in 9.2.2 is tenminste vijf keer tot stand gekomen.
  2. in een reeks van 75 gedane zetten van beide spelers is er geen pion verzet en niets geslagen. Als de laatste zet mat tot gevolg heeft, gaat mat voor.

In de vorige versie van het regelement stond opgenomen, dat dit alleen mogelijk was na vijf opeenvolgende zetherhalingen van beide spelers. Belangrijk! Dit artikel gaat over het moment waarop de arbiter in moet grijpen. Spelers kunnen ook een remiseclaim indienen. Hieronder de regels met betrekking tot de remiseclaim:

FIDE reglement artikel 9.5 (niet gewijzigd):

In artikel 9.5 staat aangegeven wat een speler moet doen en wat het resultaat is van de remiseclaim.

  1. Als een speler remise claimt op grond van artikel 9.2 of 9.3, dan moet hij of de arbiter de schaakklok stilzetten (zie artikel 6.11.1 of 6.11.2). Hij mag zijn claim niet intrekken.
  2. Als blijkt dat de claim terecht is, dan is de partij onmiddellijk remise.
  3. Als blijkt dat de claim onterecht is, dan moet de arbiter twee minuten toevoegen aan de bedenktijd van de tegenstander. Daarna moet de partij worden voortgezet. Als de claim gebaseerd was op een voorgenomen zet, dan moet deze zet worden gedaan met inachtneming van de artikelen 3 en 4.

FIDE reglement artikel 9.2 (niet gewijzigd):

  1. De partij is remise, als een aan zet zijnde speler terecht claimt dat dezelfde stelling voor minstens de derde keer (niet noodzakelijkerwijs door opeenvolgende herhaling van zetten):
    1. tot stand gaat komen, als hij eerst zijn zet, die niet gewijzigd mag worden, op zijn notatieformulier noteert en de arbiter zijn voornemen meedeelt om deze zet spelen, of
    2. zojuist tot stand is gekomen, en de speler die remise claimt aan zet is.
  2. Stellingen worden geacht dezelfde te zijn, dan en slechts dan als dezelfde speler aan zet is, stukken van dezelfde soort en kleur dezelfde velden bezetten, en de mogelijke zetten van alle stukken van beide spelers dezelfde zijn. Stellingen zijn niet dezelfde als:
    1. een pion die en passant had kunnen worden geslagen niet langer op deze wijze kan worden geslagen.
    2. een koning met een toren het recht op rokeren had, maar doordat ze gezet zijn dit recht niet meer hebben. Het recht op rokeren vervalt pas nadat de koning of toren zijn gezet.

Merk op: een speler  mag dus remise claimen als dezelfde stelling drie keer op het bord is gekomen of gaat komen! In het tweede deel van het artikel is een nadere toelichting gegeven op de situaties waarin een stelling geacht wordt hetzelfde te zijn.

FIDE reglement artikel 9.3 (niet gewijzigd):

Naast drie keer dezelfde stelling is de 50-zetten regeling eveneens een reden om remise te claimen. Als er 50 zetten geen pion is verzet en er niets is geslagen dan kan een speler ook remise claimen. Hieronder de letterlijke tekst van de regeling.

De partij is remise, als een aan zet zijnde speler terecht claimt dat

  1. er met de door hem op het notatieformulier genoteerde en aan de arbiter meegedeelde zet, die niet gewijzigd mag worden, de situatie wordt bereikt, dat er met de laatste 50 opeenvolgende zetten van beide spelers geen pion is verzet en niets is geslagen, of
  2. er met de laatste 50 opeenvolgende voltooide zetten van beide spelers geen pion is verzet en niets is geslagen.

Dus resumerend, bij 50 zetten of 3× dezelfde stelling mag een speler claimen, bij 75 zetten of 5× dezelfde stelling moet de arbiter ingrijpen.

FIDE reglement artikel 9.4 (niet gewijzigd):

Als de speler een stuk aanraakt zoals beschreven in artikel 4.3, dan verliest hij bij deze zet het recht om op grond van artikel 9.2 of 9.3 remise te claimen.

Dit betekent dat een speler voordat hij remise claimt geen eigen of andere stukken aan mag raken. De speler mag dan pas voor het doen van zijn volgende zet remise claimen.

Aanhangsel A Regels voor Rapidschaak artikel A4.5

Als de arbiter het vallen van een vlag waarneemt, mag hij het melden.

Deze regeling is nieuwe voor het rapidschaak. De interpretatie van de KNSB is overigens dat de arbiter dit moet melden.

Kijk hier voor het complete meest FIDE reglement per 1 juli 2017 en hier voor een kort overzicht van de KNSB met alle wijzigingen per 1 juli 2017.

Tot slot nog een interessant artikel (artikel 7.5), wat het verschil kan maken tussen winst en verlies!

FIDE reglement artikel 7.5 (niet gewijzigd):

  1. Een onreglementaire zet is voltooid nadat de speler zijn klok ingedrukt heeft. Als tijdens een partij, voordat beide spelers 10 extra zetten hebben voltooid, blijkt dat er een onreglementaire zet is voltooid, moet de stelling teruggebracht worden naar de stelling onmiddellijk voorafgaand aan de onregelmatigheid. Als deze niet kan worden bepaald, moet de partij voortgezet worden vanuit de laatste vast te stellen stelling voor de onregelmatigheid. De artikelen 4.3 en 4.7 zijn van toepassing op de zet die de onreglementaire zet vervangt. De partij moet dan worden voortgezet vanuit deze herstelde stelling.
  2. Als de speler een pion heeft gespeeld naar de rij die het verst van zijn beginpositie is verwijderd, de klok heeft ingedrukt, maar de pion niet heeft vervangen door een nieuw stuk, dan is de zet onreglementair. De pion moet vervangen worden door een dame van dezelfde kleur als de pion.
  3. Na de in artikel 7.5.1 of 7.5.2 beschreven handeling moet de arbiter bij de eerste voltooide onreglementaire zet van een speler, de speler twee minuten extra tijd aan zijn tegenstander geven; bij een tweede voltooide onreglementaire zet van dezelfde speler moet de arbiter de partij voor hem verloren verklaren. De partij is echter remise als de stelling zodanig is dat de tegenstander niet mat kan zetten door welke reeks van reglementaire zetten dan ook.

In gewone mensentaal, als een tegenstander een onreglementaire zet heeft gespeeld (na het indrukken van de klok!), dan mag de speler twee minuten extra tijd claimen. Zeker in tijdnood komen onreglementaire zetten regelmatig voor en juist dan kunnen 2 minuten een belangrijk verschil maken!

Frank van Zutphen