Over een hoge hoed, molest rond monarch thesaurier, en een warm onthaal
22 wedstrijdborden, opgesteld als gevechtsplaatsen in afwachting van de strijd. Maar eerst was daar Bram, gevechtsleider van het vierde Erasmusbataljon. Vanonder zijn heuse cowboyhoed toverde hij een brede grijns. Hij, 61 jaar bij Schiebroek-SWR- Erasmus en dus ons langstzittende clublid, nam de hoed plechtig ter hand.
Bram, een democratisch correcte teamcap, wars van louche praktijken, toverde 6 briefjes uit zijn hoge hoed. De namen zijner manschappen prijkten erop. Het eerste briefje, uit de hoed getoverd, onthulde de naam van ene Cor. En zo gebeurde het dat Cor van As dus werd getrokken, aanstaande maandag met verplicht verlof gezonden, onttrokken aan de strijd tegen Dordrecht 6. Het 4e Erasmus bataljon staat bovenaan met 4 punten uit 2 wedstrijden. Ten aanval! Op naar de derde zege.
Steeds meer ogen zijn in gedachten gericht op Zoltan Brindza, heimelijk zich opmakend voor een verkneukelpartij en dus zinspelend op een verrassing. Of zou de aanstaande winterkampioen (sorry, Mac) wederom het volle punt opeisen? Surprise Swiss koos Ruurd Ouwehand voor hem uit. Die zou best wel eens met hem af willen afrekenen. Onze thesaurier, de beste schakende kruidenier van Schiebroek en omstreken, werd geruisloos in het nauw gedrukt, zijn koningsstelling gemolesteerd, en …. doet zelf verslag. Cliffhangertje: Komt de uitslag hoog op de verbazingsindex?
Leuk dat Jeroen Landsheer, met pas twee speelavonden bij Erasmus op zijn conto, al zijn eerste bijdrage heeft ingeleverd. Jeroen is een “selfmadechessman”, snapt u, ruw losgerukt uit zijn computerschaakbubble, en ruilt eens per week het koele pc-scherm in voor een clublid van vlees en bloed. Ik zal hem komende maandag eens vragen hoe hij daar nu in staat (in tv-taal: wat er dan door hem heengaat, of, erger, wat dat met hem doet. Brrr). Lees zijn verhaal hieronder!
Tijdens ronde 10 traden ook de Erasmianen van Viertal-2, onder de bezielende leiding van de opgewarmde generalissimo Japi, ten strijde tegen Spijkenisse V5. Pa Bruinsma, koud terug van een zonovergoten vakantie, werd warm onthaald. Lees meer hierover in zijn verslag. Waarom zijn er daar over de Maas eigenlijk zoveel (5) viertallen, Paul?
Tenslotte:
Over de verbazingsindex gesproken. Wist u dat er serieus wordt nagedacht over quota inzake deelnemersaantallen van onze toernooien? Aan ons laatste rapidtoernooi namen 47 gasten deel en 28 Erasmianen. Met een groeiend potentieel aan deze laatsten (van 60 naar 70 voor de interne competitie), wil ik graag even preluderen. We kunnen er wel op rekenen dat meer van onze eigen mannen zich zullen inschrijven. Het Spindler Makelaars’ laat nog wel even op zich wachten, maar met een speelzaalcapaciteit van 80 mogen we ook voor het Watertorentoernooi (april-juni) gerust al vast aan het maximum aantal bij te plaatsen tafels gaan denken.
Laten we nu onze inzenders aan het woord en beleef hun ervaringen mee. De nummers, in willekeurige volgorde, verwijzen naar de tafelnummers.
9. Frank van Zutphen
Ik kwam tegen Lucian Mihailescu met wit prettig uit de opening. Ik won ook al snel een stuk tegen twee pionnen, omdat de zwarte stukken weinig bewegingsruimte hadden. Gelukkig kon ik de stelling ook verder vastzetten, waardoor de mogelijkheden voor Lucian voor tegenspel heel beperkt werden. Tegelijk kreeg ik ook nog een prachtig paard (mijn extra stuk) op d6. Vanaf dat moment kon ik wat pionnetjes opsnoepen en op de 47ste zet kon ik Lucian matzetten. Wel een lekkere partij!
4. Henk Ochtman
In de tiende ronde mocht ik tegen Peter Weeda. De partij begon rustig met 1. h3. Om van mijn imago als remisekoning af te komen ben ik daarna voluit op de aanval gaan spelen. Dat bleek een doorslaand succes. Na een leuke slotcombinatie konden we al vroeg aan het bier.
22. Jeroen Landsheer
In mijn partij met wit tegen Leo de Rooij kwam ik de opening uit met een loper voorsprong, nadat mijn tegenstander precies de zetten zette die ik had uitgerekend. Na een aanval op mijn paard besloot ik zijn dame aan te vallen, waar ik een pion weggaf en het nog even spannend werd met een dame en pion tegenover mijn koning. Gelukkig kon ik dit goed verdedigen en tegelijkertijd genoeg dreiging behouden op zijn koning. Waarna ik nog een toren cadeau kreeg, gaf Leo het op.
5. Paul Wilhelm
Wim (Posthumus) koos ervoor niet in mijn Shirov-g4 mes te lopen en in het Slavisch had hij ook geen zin; het werd dus een Catalaan-heel toepasselijk met de witte loper gedeplaceerd op d2. In het vroege middenspel koos ik voor een zwak plan wat enkele tempi opleverde voor zwart om zijn witte loper te ontwikkelen. Vervolgens blokkeerde ik de terugtocht van mijn dame door Td1. Dit gaf Wim de gelegenheid om in te breken op c2 met dame en toren. Na ruil won hij een pion.
Er restte een lastig eindspel: wit had toren en 2 paarden en vrijpion op de damevleugel minder; zwart had toren en twee lopers. Wit dreigde echter de vrijpion te kunnen slaan omdat de lopers dan beide aangevallen zouden zijn. Dat gebeurde ook omdat zwart een mat zag, maar een tempo te kort kwam, wegens een zwakke achterste lijn. Toen stond Wim een stuk achter en gaf op. Met de beste zettenreeks zou zwart op + 0,35 staan, en dat kan dan ook wel lang duren. Conclusie: een zwak half uurtje had me de kop kunnen kosten.
2. Murdoch Mac Lean
Ronde tien moest ik tegen de altijd interessant en sterk spelende van Houten. En ja hoor, weer Frans, ditmaal de variant uit de beroemde partij Fischer-Ivkov. Op de elfde zet week ik af. De laatste maanden al een keer of zes op het bord gehad ,zowel met wit als met zwart. Tegen Dick Straathof speelde ik gelijk Pd4, nu laste ik op aanraden van onze grote vriend Fritz, eerst Lb7 in. Wit piert op de koningsvleugel, zwart stormt op de andere vleugel naar voren. Wit had hier iets tegen moeten doen. In plaats daarvan speelde hij het zinloze Lh3 Na het fijne b3 konden de stukken positioneel weer in de doos, al had wit nog wat vage tactische kansen en speelde door tot het bijna licht werd buiten.
Een gelukkige snijboon vertelde mij na de vorige ronde dat ik winterkampioen af was. We zullen zien. Nog zeven rondes. Een duidelijk geagiteerde Brindza wankelde tegen Ouwehand. Komt hij deze traumatische ervaring te boven?
17. Jaap van Meerkerk
Mijn partij met zwart tegen Wim Verkerk verliep voor mij gunstig. Nadat Wim een zijvariantje van de Najdorf had gekozen met een vroege opmars van zijn a-pion en een paard dat van d4 naar e2 ging, belandden we in een voor mij vrij onbekende stelling.
Als je met zwart d6-d5 kunt spelen is de stelling doorgaans in evenwicht. Maar in dit geval zou dat de loper op d3, die nu tegen de eigen pionnen aankeek, activeren, na e4xd5. Daarom koos ik eerst maar eens voor een aanval van mijn paard op loper e3, dwong wit tot ruilen om pionverlies te voorkomen, en kon daarna het initiatief nemen op de damevleugel, ondersteund door de zwarte loper op de diagonaal h6-b1. Ik won via druk over de c-lijn een pion en wist met een sterk paard tegen een kreupele loper nog een pion te scoren en het eindspel te winnen.
1. Ruurd Ouwehand
Na een reeks van mooie resultaten, mocht ik met zwart tegen de ongeslagen koploper Zoltan Brindza aantreden. De opening was niet spectaculair, we bouwden onze posities degelijk op en gingen gelijkwaardig het middenspel in. Zoltan verdubbelde zijn torens op de d-lijn, maar ik kon deze lijn dichthouden met pionnen op e7 en d6. Na 27. Pd5 ruilde ik mijn loper voor zijn paard en kreeg Zoltan na 28. ed5: een half open e-lijn waardoor hij de druk op pion e7 kon opvoeren. Mijn paard werd teruggedrongen naar veld h8. Zoltan voerde de druk op en ik moest keepen. Door een rekenfoutje mijnerzijds moest ik 34. f5! toelaten wat een pion kostte en mijn koningsstelling openbrak.
Toch had ik mij kunnen bevrijden door na 37. …- Pf7 daarna door te springen naar het onaantastbare veld e5. Ik koos echter voor 34. … – Dc4 om mijn dame actief in het spel te krijgen. Toen ik de volgende zet alsnog Pf7 speelde, kon het niet meer. Zoltan sloeg mijn stelling open en ik kon alleen met nog wat schaakjes hopen op een kansje. Dat kwam toen Zoltan met 34. Kh4 ?? uit het schaak dacht te lopen. Mijn Dg5 mat!! bezorgde Zoltan een slechte avond. Soms heb je wel eens een gelukje (en je tegenstander pech).
7. Pim Kleinjan
Schrijft over zijn partij met zwart tegen Gerard Kastelein. Gerard haalde zijn van Geet (1. Pc3) weer eens uit de kast, waarna Henri Pijpers nieuwsgierig kwam kijken omdat hij deze variant ook al eens tegen mij had gespeeld. Scherp spel zoals we dat van Gerard kennen. Helaas voor hem verwisselde hij in zijn haast om zijn loperoffer waar te maken twee zetten, waarna ik door een schijndameoffer een tweede stuk kon winnen. Bij de analyse bleek hij nog helemaal zo slecht niet te staan.
6. Henk de Kleijnen
Met gemengde gevoelens nam ik het op tegen Dick Straathof, die er enkele weken geleden in was geslaagd om onze clubkampioen met een van diens zeldzame nederlagen op te schepen. Sympathieke vent trouwens, deze serieuze denker. Enigszins nonchalant verspeelde ik in de opening een pion en besloot van de nood een deugd te maken.
Snel spelend bouwde ik een voorsprong in ontwikkeling op, die mijn tegenstander in diep gepeins deed verzinken. ,,Jij zult niet gauw tijdnood krijgen,” grapte buurman Henri Pijpers. ,,Jij nog altijd 1.30 uur, hij al dik een half uur minder.”
Tot mijn eigen verbazing slaagde ik erin de druk steeds meer op te voeren en steeds weer nieuwe dreigingen in de stelling te vlechten. Hangend in de touwen wist Dick lange tijd de aanvallen af te weren, maar enkele scherpe damezetten werden uiteindelijk beslissend. In een stelling die in hogere zin al ‘uit’ was maakte een ernstige fout een vervroegd einde aan zwarts lijden.
21. Vincent Smol
Partij tussen Harrie Jansen (wit) en Vincent Smol (zwart): De laatste keer maakte ik (Smollie) het nog erg spannend in het eindspel na een aantal foutjes tegen Harrie, waarbij ik uiteindelijk een paard voor 2 pionnen heb kunnen ruilen om- ondanks het goede spel van mijn tegenstander- alsnog de winst te behalen.
Toen ik maandag zag dat Harrie mijn tegenstander was, nam ik – met onze vorige partij in het achterhoofd – plaats achter het bord, vastbesloten om dit keer niet in een spannend eindspel te belanden. Het werd een Siciliaanse opening met voor zwart een loper op g7. De opening werd door beide partijen goed gespeeld. Na een aantal zetten kreeg zwart met een pion een vork op een paard en loper. Zwart kon het voordeel nog niet meteen innen dankzij een goede zet van wit die Smollie even over het hoofd had gezien.
Na een zet waarbij zwart met een paard de witte dame aanviel en tegelijk zijn aangevallen stuk -door loper van wit – kon dekken, was het voor zwart tijd om alsnog het witte stuk en dus het voordeel in de partij te pakken. Verderop in de partij kwam ik nog een kwaliteit voor en won uiteindelijk de witte dame waardoor Harrie met de koning en een aantal pionnen tegen mijn koning, een aantal pionnen, een toren en de dame stond. Wit gaf op en ik had mijn doel bereikt: Het werd geen spannend eindspel.
14. Jan Hoek van Dijke
Mijn partij was tegen Leo Koster, waar ik nog niet eerder tegen gespeeld heb voor de competitie. Wel een snelschaakpartij met Kerst of zo, die ik vaag herinner verloren te hebben. Maar verder had ik natuurlijk veel positieve uitslagen van hem voorbij zien komen tegen respectabele tegenstanders, dus ging ik de wedstrijd aan met het idee dat ik mijn borst wel nat kon maken. Ik had in ieder geval wit.
Op het bord verscheen een soort Leeuw, maar dan met de angel eruit omdat zwart al kort gerocheerd had, waardoor de aanval met g5 geen goed plan meer is. Dat wist ik ten tijde van deze partij nog niet, maar realiseerde ik me pas achteraf toen ik me enigszins in deze leeuwvariant had verdiept.
Op zet 10 stond ik op het punt om ook te rocheren om af te wikkelen naar een tamelijk saai middenspel volgens gebaande paden, toen ik plotseling de mogelijkheid zag om met g4 op de koningsvleugel te gaan aanvallen over de g- en h-lijn met de mogelijkheid van de lange rochade achter de hand. In dat geval is het altijd de vraag of de witte aanval over de konings vleugel eerder doorslaat dan de zwarte aanval aan de andere kant. Maar allereerst besloot Leo om eerst een directe dreiging af te wenden waarbij hij een kwaliteit moest prijs geven, en eigenlijk is dit zo de hele partij gebleven.
Met verwikkelingen rond de dameruil waar het nog bijna voor mij mis ging kwamen we in een eindspel met een pion minder tegen deze kwaliteit. De partij eindigde abrupt doordat Leo een vol stuk wegblunderde, maar uit de analyse achteraf bleek toch wel dat deze voorsprong in kwaliteit uiteindelijk wel tot winst zou hebben geleid.
Dat was het weer. Dank voor alle inzendingen!
Kijk hier om alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie bij Erasmus te bekijken.
Jaap van Meerkerk