Impressies en anekdotes uit Wijk aan Zee

Net losgerukt uit Wijk aan Zee, wachtte mij de clubavond. Een andere wereld, daar aan zee! Wie als amateur de tienkamp speelt, heeft dit gevoel nog sterker.

Dan bestaat er helemaal niets anders dan je partij, en de vorige partij – als je verloren hebt – aangevuld met het spook van de volgende schaakpartij.

Toen ik, na het spelen van mijn vierkampje, als toeschouwer de aldaar schakende clubgenoten geestelijke bijstand kwam verlenen, bleek hoe erg sommigen eraan toe kunnen zijn. Ik vroeg: “Weet je wat Anish heeft gedaan?” Het kan niet anders. Het ontgaat je. Van de resultaten uit de mastergroep, geen enkel besef. Logisch, er is op een speeldag slechts één realiteit: jouw partij. Als je verliest… ja, dat is zooo erg. Wie raapt je op? En, wat zo raar is, hoe meer je wint en hoe hoger staat, des te pijnlijker de val na een nederlaag.

Al sprak een filosoof aan de bar dit zelfverzekerd tegen. “Niets is zeker”, zei hij. “Helemaal mee eens”. zei ik. “Dus verliezen is niet meer dan een nare droom?” We hebben het er nog wel eens over, Cor. Maar na een verloren partij ben je niet meer aanspreekbaar, eerder ontroostbaar… En dat is geen droom. Of toch wel?

Ik was zondagochtend vroeg in ieder geval uit de droom geholpen en filevrij naar de Banjaert gereden. Voor een wandeling in de duinen. Bij wijze van uitzondering hadden regens en wind plaats gemaakt voor zon. Wim Posthumus stond me in de hal bij de receptie op te wachten. Hij wist van mijn voornemen. “Waar is de rest?” vroeg ik. “Geen idee,” zei Wim. “Dan ga ik nog heel even zoeken”, en trof een geconcentreerde ‘twee-uit-twee’-Wim in de huiskamer achter zijn laptop. Bepaald niet relaxed toverde hij door zijn beide secondanten (ja, echt!!) allerlei varianten op zijn scherm.

“Jij gaat mee voor de wandeling”, hoorde ik mezelf roepen en schrok van mijn directheid. “Nee, ik moet me voorbereiden”, zei onze man van groep 2. “Van wie moet dat? Je moet je kop leeg maken en fris aan de wedstrijd beginnen, straks. En als je niet meegaat, verlies je!” “Oké”, zei Wim, stond op, duinwandelde en won die middag. Met zijn lieve baby-orang oetan nog wel. Wim was toen trots onze ‘drie-uit-drie’-Wim en die avond bij de Italiaan best ‘uitgelaten’. Wim moest zelfs de volgende dag tijdens het ontbijt plaatsnemen achter de felbegeerde Banjaertcup.

“Kop op”, zei ik tegen de ‘nul-uit-drie’-Wim tijdens de appeltaart aan de voet van hotel Het Hoge Duin. Jouw eerste zege komt echt binnenkort! Vergeet die nullen. Wim won. Natuurlijk!

Jaap van Meerkerk