Over pikantjes

Geblunderd? … Volg die vinger!

Wie kent die ervaring niet. Na een enorme blunder slecht slapen. Onzeker aan de volgende wedstrijd beginnen. Angst voor een herhaling. Je speelt (daardoor) weer een draak van een partij. Twee nullen op rij. Soms zelfs drie of vier. Hoe de weg omhoog te hervinden? Dat wordt steeds lastiger!

In een krant van de vorige week vond ik de oplossing. En kon het niet geloven. Ik las over een nieuwe therapie: EMDR. Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Daarbij wil de therapeut dat je die afschuwelijke ervaring terugbrengt in je geheugen, er dus sterk aan denkt. Ondertussen beweegt hij (of zij) een vinger voor je ogen heen en weer. Je ogen moeten die vinger volgen. Dat is alles! Je slaat die ervaring (die blunder dus) dan anders op, ik denk in een ander soort laadje van je geheugen. En dat schijnt echt te helpen! Zeggen deskundigen, die niet precies kunnen verklaren hoe het werkt en waarom het zo werkt. Maar het effect is er niet minder om!

EMDR werd ruim 25 jaar geleden ontwikkeld door Francine Shapiro. Na eerst sceptisch te zijn ontvangen is het inmiddels één van de meest bekende en tot de verbeelding sprekende therapievormen.

Schaken tegen de Dood

Zullen wij sportfilosoof Van Mourik uitnodigen voor een potje schaak bij Erasmus? En dan vragen we hem te spelen tegen onze grootmeester dammen Anton van Berkel. Die laten we dan eerst wat pikante uitspraken van hem lezen: “schakers hebben een grotere bek”; “dammers introverter dan schakers”; “dammers worden door schakers weggedrukt” (bron: VK 7 maart 2018, Olaf Tempelman, Dammers in de verdrukking). In dat artikel verwijst Tempelman als klap op de vuurpijl naar de beroemdste verfilmde schaakscène ooit. In die film, The Seventh Seal (Het zevende Zegel) schaakt de hoofdpersoon met fraaie stukken tegen de Dood. “Zou die film ooit een klassieker zijn geworden als de hoofdpersoon had zitten dammen?” vraagt hij zich af. De vraag stellen is hem beantwoorden, nietwaar? Echt even kijken naar die scène!

Maandag 5 maart

Ondanks een serie afmeldingen in de C-finale werd het toch best nog een druk bezette speelavond. Er stonden twee wedstrijden uit de gesloten A-finale, waarvan beide verslag wordt gedaan, drie wedstrijden uit de B-finale, waarvan twee in dit rondverslag, en 12 wedstijden uit de C-finale op het menu. Bovendien was er de thuiswedstrijd van ons 3e team dat voor een behoorlijk bezette speelzaal zorgde.

Het verslag van teamcaptain Paul Wilhelm over deze cruciale wedstrijd om de eerste plaats in poule 2B heeft u natuurlijk al gelezen.

Onze clubgenoten Wim Westerveld, Henk Ochtman, Arno van Houten, Davin Mostert, Leo Verhoeven, Cander Flanders, Rogier Verkaik, en Gerrit Boer doen verslag over hun partij. Dank daarvoor!

A-finale

Andrzej Pietrow – Henk de Kleijnen

Over deze partij is een uitvoerige mailwisseling tot stand gekomen, waarin Wim Westerveld, die als toeschouwer van een deel van deze partij kon genieten, en zich er vervolgens niet meer van los kon maken. Zelfs op zijn nachtelijke weg huiswaarts, liet de diagramstelling (zie hieronder) hem niet meer met rust. Wim legde de stelling zelfs voor aan Rob Witt, zijn oude clubgenoot van de jeugdafdeling van schaakvereniging Schiebroek, (zie ook het boekje “Een greep uit 50 jaar schaakhistorie”) die direct reageerde.

Echter, tijdens de welkome discussies over de wederzijdse kansen vanuit de stelling, waarin de beide combattanten Henk en Andrzej zich uiteraard ook mengden, bleek Wim niet exact de juiste stelling aan Rob te hebben door gemaild. De witte dame stond op d2 in plaats van e2, dus heeft het weinig zin om hier verder op in te gaan. Ik maak er hier op deze plaats echter graag melding van, om aan te geven dat partij- en rondeverslagen, die we met elkaar wekelijks maken, wel degelijk gelezen en besproken worden! Dit maakt van het schaken bij Erasmus, hoe individueel van aard ook, op deze manier ook een gezamenlijk gebeuren.

Wim heeft de diverse reacties samengevat in de volgende analyse. Het gaat om de volgende stelling:

Your Generated Chess Board

Wim: Toen ik stond te kijken, had ik het gevoel dat er iets in moest zitten. Ik dacht zelf aan 1. Pf5 gf5 2. Dh2 Lg7 3. Lg7 Kg7 4. Dh6 Kg8 en Lf5 en dat moet wel ergens winnen. Na de partij bleek Pietrow hiervan afgezien te hebben omdat hij 4. Dh6 gemist had en speelde hij 1. La3 (een blunder trouwens wegens 1. …, Pb3 maar die buitenkans liet Henk aan zich voorbijgaan). Even later maakte Henk een blunder en won Pietrow.

Het was overigens maar goed dat Andrzej geen 1. Pf5 had gespeeld, want later vond ik dat 1. …, Pd3 (ipv gf5) roet in het eten gooit.

Toch is het idee met Pf5 het goede idee, maar om het te laten werken moet de zogenaamde omdraairegel van Cor van Wijgerden worden toegepast. Als wit begint met 1. Dh2 dan werkt het wel. 1. …, Lg7 is vrijwel gedwongen nu (merk op dat 1. …, Pd3 nu niet gaat wegens 2. Pc6!) en dan kan met  kracht 2. Pf5! volgen. Het vrijwel geforceerde vervolg is: 2. …, Lb2 (indien 2. …, gf5 volgt de variant die we al eerder zagen 3. Lg7 Kg7 4. Dh6 Kg8 5. Lf5 en wint na bijv. 5. …, Dc7 6. Kh2 en zwart is machteloos) 3. Ph6 Kh7 (op 3. …, Kg7 eenvoudigweg Db2 en de koning kan niet naar f8 wegens Dh8 en hij moet dus Kh7 spelen en dan slaat wit met zijn paard op f7) 4. Pf7 Kg7 5. Db2 Kf7 6. Df6 Kg8 7. Dg6 Kh8 8. b4 ! en wint.

Henk Ochtman – André Boon

Henk doet verslag: Tegen André Boon had ik het genoegen een Morra-gambiet te kunnen spelen. Ten koste van een pionnetje kon ik een geweldige drukstelling opbouwen. Thuis bekijk ik mijn partijen vaak nog op de computer en zo ook dit keer. Volgens Fritz was de stelling redelijk in evenwicht tot de uitbraakpoging van zwart. Zo’n uitbraakpoging is begrijpelijk maar vaak is dat het moment waarop de stelling instort. Geduld is een schone zaak bij gambieten! De koning stond in dit geval niet veilig en deze mocht ik uiteindelijk mat zetten.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep A.

B-finale

Arno van Houten – Ton Dulk

Arno: Met zwart tegen tegen de solide Ton Dulk. Een zware maandagavond. Hoewel ik Ton al vrij lang uit het schaakcircuit ken, heb ik slechts één keer eerder tegen hem gespeeld. Dat was in het open kampioenschap van Rotterdam. Deze partij werd remise, de tweede partij was dus voor beide spelers een uitdaging. Wat moet je spelen tegen degelijke beginzetten als 1. Pf3 of 1. c4? De hoofdlijnen volgen? Maar dan zou ik automatisch op bekend terrein van Ton terecht komen…
Onlangs heb ik een artikel gelezen over een duister onbekend systeem. En ja, beste lezer, dat systeem heeft een naam …

Op enig moment zou je kunnen denken dat de zwarte stelling er niet uit ziet. Voor de witte stelling zou je je geld in kunnen zetten. Maar dan opeens blijken de zwarte velden een centrale rol te gaan spelen en komen de zwarte stukken tot leven. Ton speelde de partij sterk en uiterst degelijk. Lange tijd was de stelling in evenwicht. Ton viel aan op de damevleugel, zwart zocht zijn kansen op de koningsvleugel. In de meest spannende fase van de partij was het voor beide spelers erop of eronder. Matdreigingen over en weer, op beide klokken minder dan een minuut. En er dan voor blijven gaan, dat is schaken. Uiteindelijk was de witte koning minder veilig dan de zwarte koning en kon ik de partij beslissen. Een zware dobber, dat wel.

Davin Mostert – Pieter Sturm

Davin doet verslag: Na een bijzondere opening probeerde Pieter Sturm met zwart druk te zetten op een centrumpion. Ik liet de pion even voor wat het was en probeerde mijn stukken nog iets actiever op te stellen. Dit resulteerde in een mooi spel, waarbij ik met een paard een aantal goede zetten kon doen. Toen ik een kwaliteit dacht de winnen kwam de zwartspeler met een goed gevonden tussenzet. Omdat ik inmiddels twee pionnen voor stond, kon ik de dames ruilen, waarna een eindspel ontstond waarin ik het overwicht had.

Na het ruilen van torens en wat lichte stukken gaf Pieter het, terecht, op. Een mooie overwinning voor mij!

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep B.

C-finale

Marcel Tillemans – Leo Verhoeven

Leo vertelt: Marcel Tillemans (wit) en Leo Verhoeven (zwart) speelden een thematische partij. Marcel had op doorbreken staande centrumpionnen en Leo moest zien zijn damevleugel mobiel te krijgen. Dat laatste lukte doordat Marcel het eerst minder nauwkeurig speelde en daarna koos voor een te voorzichtige terugtocht. De witte stelling was gelijk zeer moeilijk. En dan is een fatale fout gauw gemaakt. Dat gebeurde ook. Marcel verloor zijn verste centrumpion en kon verlies van een tweede pion niet meer voorkomen. Opgegeven dus.

Alek Dabrowski – Cander Flanders

Ik heb afgelopen maandag met zwart tegen Alek Dabrowski gespeeld. Het was de eerste keer dat ik ooit tegen hem speelde. Van wat ik gezien heb van zijn partijen tegen andere tegenstanders is hij een erg aanvallende en agressieve speler. De opening werd een Sicilian Sveshnikov. De partij ging in mijn ogen bijna geheel gelijk op. Maar hij vond dat ik op een gegeven moment b4 kon spelen en dat ik daardoor zijn damevleugel kon verzwakken.

Helaas had ik dat niet gedaan en was de stelling gelijk gebleven. Op zijn 20ste zet bood hij remise aan. Op dat moment had hij ongeveer 40 min voorsprong op mij en kon ik de stelling niet goed inschatten. Ik wist niet of ik beter stond of niet. Dus had ik zijn aanbod maar aangenomen. In mijn analyse bleek het dat ik een klein voordeel had maar ik weet niet of het genoeg zou zijn om te winnen.

Rogier Verkaik – Herman Beerling

Rogier in steno: Ik kan er vrij kort over zijn, na 15 zetten stonden we vast en Herman bood een remise aan. Aangezien ik geen aanvalsmogelijkheid zag heb ik de remise geaccepteerd.

Gerrit Boer – Rens Hesselmans

Gerrit meldt dit over zijn partij: Bij het begin van de partij herinnerde Rens me eraan dat we in de eerste competitiehelft ook tegen elkaar gespeeld hadden, en dat hij het toen lang volgehouden had. Ik heb die partij (van 11-9-2017) dus opgezocht, en nagespeeld. Hij had voortdurend het initiatief en stelde me voor veel problemen, die ik met veel kunst- en vliegwerk wist op te lossen. Pas aan het einde, na de 40ste zet, bleek ik met een paar pionnen meer uit de strijd gekomen te zijn. Rens gaf op.

De partij van afgelopen maandag was in zijn verloop identiek: Rens dreef me letterlijk de hoek in, en ik verwachtte elk ogenblik de genadeslag. Een stukoffer op h3 lag voor de hand, maar dat is niet de stijl van mijn opponent: hij moet eerst kunnen berekenen dat een actie succesvol is, voordat hij er toe overgaat. Na de ruil van een stuk en de dames kwamen we in rustiger vaarwater. Rens brak zelf de potdichte pionnenstelling open en toen kreeg ik –voor het eerst in de partij- kansen. Die kansen brachten me de overwinning, na bijna 60 zetten.

Samenvattend: Hesselmans speelt veel sterker dan zijn rating aangeeft, hij moet dat alleen beter leren uitbuiten. Ik schaamde me haast voor de winst, die ik gedurende 80 tot 90 procent van de wedstrijd absoluut niet verdiende.

Kijk hier voor alle uitslagen en de standen in finalegroep C.

Jaap van Meerkerk