Erasmus 4 verliest nipt

Maandag 12 november speelde Erasmus 4 thuis tegen Maassluis 1. Een eerste team van een niet zo grote vereniging heeft vaak een aantal sterke spelers in het eerste team en de lagere borden zijn dan meestal wat zwakker. De rating van de spelers van Maassluis was hiermee in overeenstemming.

De tactiek van die teams is dan meestal om te proberen de onderste borden remise te laten spelen en de wedstrijd op de bovenste borden te beslissen. En Maassluis is daarin geslaagd, maar wel met een flinke dosis geluk aan het derde bord.

Wij van het vierde hadden min of meer de gebruikelijke opstelling. Victor Hooftman was verhinderd en werd vervangen door onze vaste invaller: Fred de Wild. Fred is toegevoegd aan onze selectie nadat Henny Pijpers te kennen had gegeven te weinig tijd te hebben om verder voor de bond te kunnen spelen.

Good Old Herman Beerling (bord 4 met wit) zei voor de wedstrijd: “Kijken of ik het nu wat beter voor elkaar heb. Na twee nederlagen ben ik misschien te oud geworden om dit spelletje te spelen.” Nou, hij bewees het tegendeel, want hij was als eerste klaar: 1-0. De partij zelf heb ik, net als alle andere partijen, alleen op afstand kunnen volgen, maar het slot speelde Herman heel goed uit. Op de koningsvleugel had hij de pionnenmeerderheid, maar de koning van de tegenstander stond goed in de buurt en Herman moest met zijn koning de drie tegen drie pionnen op de damevleugel oplossen, zonder dat er een zwart pionnetje doorbrak. Dat deed hij zorgvuldig en daarna wonnen zijn pionnen de partij.

Vervolgens rolden er drie remises uit aan de borden 7, 8 en 6 bij respectievelijk: Rogier Verkaik met zwart op 7; Alik Tchavelachvili met wit op 8 en Fred de Wild met wit op 6. Tussenstand: 2½-1½. Of er meer in had gezeten kan ik niet beoordelen, want mijn partij vroeg veel aandacht. Maar als ik naar de ratings kijk, zijn drie remises helemaal niet slecht. Zeker voor Fred (1422) die tegen Gert Dijkstra speelde (1767!). Ook de tegenstander van Alik had 130 rating punten meer.

Op de eerste drie borden was het buitengewoon spannend. Globaal in evenwicht met kleine verschillen zowel plus als min.

Ikzelf speelde met zwart aan bord 5 tegen Dick Brijs (1703). d4-Pf6, Lf4-d6, e3-Pbd7. Ik speelde c5, g6, Lg7, 0-0 en b6; wit speelde c3, Pd2, Le2, h3, Pf3 en e4. Wit wachtte dus met de rokade. Dat gaf mij de gelegenheid tot Pf6-h5-f4 en tot e5, f5 en later f4. Wit moest soms gedwongen zetten, maar speelde ook een paard heen en weer terug. Wit forceerde op de koningsvleugel ook tegenkansen met een paard op h5, want door mijn opmars was daar natuurlijk wel wat ruimte ontstaan, maar de stand van de witte koning bleef kwetsbaar. Dat leidde tot schaak en vervolgens tot penning van een paard, dat gedwongen verloren ging. Na nog wat zetten zonder fouten te maken en ik scoorde een punt.

Zo dacht ik, twee punten voor. Maar ik had ondertussen wat gemist. Gerrit Boer, tot nu toe goed voor 2 uit 2, bleek zich aan het derde bord vergist te hebben. Van omstanders begreep ik, dat hij beter stond, maar even vergat dat er een toren in stond! Dus: 3½-2½. Jammer, jammer.

Resteren de eerste twee borden; Cor van As (zwart aan bord 1) en Emil Verhoef (wit aan bord 2). Eén remise is genoeg voor 4-4. Aan bord 1 allebei in tijdnood; aan bord 2 Emil in tijdnood en materieel achter. Cor zei later: “Ik had eerder de torens moeten ruilen dan was het remise geworden.” Maar ja, dat had hij niet gedaan. En toen de torens wel geruild werden had wit een vrijpion waar geen houden aan was. 3½-3½.

Emil bleef vechten en zijn tegenstander kwam ook in tijdnood. Maar het materiële verschil was te groot. Zuchtend ging Emil ten onder. Met 3½-4½ verloren. Op zich geen schande tegen een ploeg met gemiddeld 174 ratingpunten meer, maar we waren dichtbij een beter resultaat.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand van het vierde in klasse 2A van de RSB competitie.

Bram de Knegt