Over een geniale zet, een vermorzeld clublid en eindelijk weer een remise in de C-groep

Jeugdlessen vanaf 19.00 uur, een viertal wedstrijden in de gesloten AB finalegroepen en een serie van 14 wedstrijden in de Zwitserse C-finalegroep, plus een thuiswedstrijd van ons eerste team. Een aantrekkelijk programma!

Toen ik om 19.00 uur door de gang liep werd ik begroet door de lesgroep van Coen van Vlijmen, die mij kennelijk iets vleiends toedichtte, want zijn grote lesgroep keek gelijktijdig naar me op. Ik begroette de kinderen en vond het fijn dat ze stil naar Coen gingen luisteren. Ik had geen tijd om een deel van die ongetwijfeld leerzame les bij te wonen.

In de zaal aangekomen constateerde ik dat de restaurantopstelling van die middag nog ongewijzigd was. Er moest dus flink gebikkeld worden om onze inmiddels bekende zaalopstelling voor elkaar te krijgen. Dankzij Anton van Bokhoven kwam dat keurig op tijd voor elkaar.

Wat viel op?

Verliezen – verloor – vermorzeld

“Ik heb mijn tegenstander vermorzeld!” genoot Arie zichtbaar als een jonge god. Nee, Arie had het niet over zijn partij uit ronde 3. Zelfgenoegzaam liet Arie mij zijn zetjes van een eerder gespeelde partij zien. Nee, ik noem de ronde natuurlijk niet. Niet zo leuk voor zijn tegenstander van die avond, hè. Je kunt dus al schakend worden vermorzeld, terwijl je tegenstander daar zichtbaar van geniet. Wrede sport toch, dat schaken.

Overigens, Arie houdt er door niet gewilde omstandigheden een totaal ander dagschema op na. Ik schaam me een beetje dit op een cruciaal moment over het hoofd te hebben gezien. Vanwege de thuiswedstrijd van ons eerste team, zette ik, o noodlot, precies op het moment dat Arie mij vanuit zijn bed wilde mededelen dat hij de wekker een uur te laat had ingesteld, mijn mobieltje uit.

Het was 3 minuten voor acht. Arie bereikte om 20.30 uur de speelzaal en moest tot zijn teleurstelling constateren dat ik geen partij meer voor hem had. Ik zeg dus meer. Want zijn tegenstander van die avond, Henry Pijpers, kruiste reeds de degens met Ton Dulk, onwetend aan een zekere vermorzeldood te zijn ontsnapt.

Niet zomaar een zet …

Eens in je leven mag je zo’n majestueuze zet uitvoeren. Langzaam natuurlijk, genieten moet je rekken.

Hij was als eerste klaar, terecht trots op zijn remise. Tegen een gerenommeerde opponent (2300+) nog wel. Een uurtje later ging ik op wat geroezemoes af. Met een oplopend gevoel van opgetogenheid had hij zojuist een half uurtje met zijn tegenstander ongemerkt zitten analyseren in de besloten analyseruimte.

Eén stelling bleef hun aandacht trekken, doemde steeds weer op en zou hen de rest van de avond niet meer met rust laten: de zwarte pionopmars d6-d5!! Een prachtig pionoffer. Goed gezien zeg! En een niet voor de hand liggende zet ook. Ingewikkeld. Een ongeremd gevoel van trots nam bezit van hem. Het analysekamertje was inmiddels te klein voor zo’n museumzet.

Geruisloos juichend betrad hij euforisch de speelzaal. Iedereen mocht hem komen bewonderen, deze steeds genialer wordende zet. Al ras verzamelde zich een groepje nieuwsgierigen rond zijn bord. “Sssssst!”, riep een zeikerige wedstrijdleider. Tevergeefs natuurlijk. Als het hart vol van d5 is, kan de mond moeilijk zwijgen. Steeds meer togen nu richting Lourdes om getuige te zijn van het wonder op d5.

Toen de lichten om 23.30 uur eindelijk doofden, en de stukken in de kast ter ruste waren gelegd, namen we afscheid van Bram, de heimelijk naar huis verlangende barman. Of nee, wat is dàt nou!? Eén ongehoorzaam bord lag daar nog, vol met stukken, te verlangen naar zijn intieme donkere slaapplek in een veel te krappe kast.

Drie clubgenoten genoten van een hoorndol geraakte pion op d6, die afgemat verzuchtte: “O nee hè, moet ik voor de zestiende keer naar d5 toe?”

Haha, best een aardig zetje, Frank! Het leverde jou een verdienstelijke remise aan bord 1 op. Mogen we die stelling nu even zien?

En wat verder nog opviel … waren de volgende uitslagen

In de A-groep valt de winst van Kees van Toor op Martin Rensen op. Beide heren steken in goede vorm. De 1700-speler versloeg de 1800-speler. Een waarschuwing dus voor alle toppers als je tegen Van Toor speelt. Waar gaat dit eindigen?

In de B-groep eindigden beide partijen in remise: Dick Straathof – Paul Wilhelm en Gerard Kastelein – Anton van Berkel

In de C-groep moest Pim Kleinjan (1767) het volle punt inleveren bij Alik Tchavelachvili. (1574). Toch een fors verschil van een kleine 200 ratingpunten. Pim was not amused natuurlijk.

De enige remise in de C-groep kwam op naam van Harrie Jansen en Anton van Bokhoven. Tja, beiden geven les aan de jeugd.

Ze zullen van elkaars spel wel aardig op de hoogte zijn. Het is trouwens een bijzonderheidje hoor, remise in deze groep. Wist u dat er nu 15+14+14 = 43 wedstrijden zijn gespeeld? En dat de 43ste wedstrijd pas de tweede remise is!

En dan nu onze inzenders van deze ronde aan het woord. Geniet mee van de verhalen van uw clubgenoten!

Uit de A finale:

Arno van Houten – Murdoch Mac Lean

Murdoch doet verslag: “Na zestien zetten uit het boekje, een halfje.”

“Korte partij, kort verslag?!?” zal de lezer nu denken. Daarom hebben we hier nog een mooi toetje van Murdoch uit de voorronden van dit jaar: een heerlijke koningsaanval tegen Hans Brobbel. Hieronder is de partij na te spelen.

Murdoch Mac Lean – Hans Brobbel

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep A.

Uit de B-finale:

Gerard Kastelein – Anton van Berkel

Jaap vertelt: “De laatste partij die nog gaande was. Ik loop even langs. Het liep al tegen half twaalf. Gerard heeft aardig wat ervaring in het spelen met ongelijke materiaalverhoudingen (lees: schaken is een offerfeest, vindt Gerard). In één van de laatste voorrondes speelde Gerard tegen mij met een (geofferde) toren minder. En zo kon hij mijn koning midden op het bord eeuwig schaak blijven geven. Nu staat Gerard tegen Anton met nog luttele minuten op de klok zelf een toren voor. Zijn koning probeert tevergeefs aan de schaakjes van Antons dame te ontsnappen. Niet gelukt. Remise.”

Gerard schrijft zelf: “Door zetverwisseling kiest Anton voor het Lettisch gambiet. De variant die op het bord kwam was verkeerd. 1. Pc3 f5 2.e4 e5 (we spelen nu Lettisch gambiet. Hij liever dan ik) 3. exf5 Pf6 4. Pf3 Pc6 5. Lb5 (aanvallen!) d6 6. d4 e4? 7. d5! exf3? (zwart kiest voor kamikaze maar mijn 8. Dxf3?! is te traag). Na De7 en Kd8 komt Anton er uit. Beslissend was 8. dxc6 geweest. Slaat zwart direct op g2 dan wint 9. cxb7 (schaak in alle varianten. Slechts de stopzet 8. b6 verliest niet gelijk. Maar na 9. Dxf3 wint wit een tweede pion zonder compensatie voor zwart. De partij eindigde in remise.”

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep B.

Uit de C-finale:

Karel de Neef - Peter Ruimschoot

Karel aan het woord: “Nadat Peter zijn dankbare taak als jeugdleider die avond had afgesloten, werd het tijd om zijn didactische schaakvermogens in dienst van zichzelf te stellen. Daarbij trof hij een, inmiddels enigszins in het ritme gekomen witspeler aan, die na een half jaar lidmaatschap mag constateren dat het steeds meer crescendo gaat met de resultaten en het spelplezier. De ontspannen en vriendschappelijke sfeer in onze vereniging doet de rest. Het mag een keer gezegd worden, dus doe ik dit maar eens.

De partij begon vrij onregelmatig van de zijde van Peter met onder andere in de eerste twee zetten b6 en loper b7. Wit kon snel het centrum bezetten en beheersen en, na een tweetal tempoverliezen - pion d7-d6-d5 en pion c7-c6-c5 van zwart, begon het middenspel vrij snel met een schijnoffer van wit op f7 op de 12e zet. Dit leverde netto twee pionnen op en, na een afruil van stukken en het wegtrekken van de rookwolken, beschikte Peter over dame, twee paarden en loper en ondergetekende over dame en twee torens. Direct daarna besloot Peter tot een - naar wat bleek - wanhoop offer van zijn loper op g2, dat na aanname en weerlegging snel tot zijn opgave leidde.

Het bleek een prima generale te zijn voor een eerste invalbeurt in het 4e, de volgende avond tegen de Willige Dame in de Trinitatiskapel te Dordrecht. Een bijzondere combinatie overigens; ‘willige dames in een kerk’.

Bernhard Ruimschoot – Ruurd Ouwehand

Ruurd doet verslag: “Ik bracht een Caro-Kann op het bord, die Bernhard voorzichtig beantwoordde. Ik zette wat druk op wits koningsstelling, maar Bernhard wist na Pe5 de druk te neutraliseren. Ik verlegde de druk naar de damevleugel, waarna Bernhard met c4 zijn stelling opengooide. Een kleine combinatie leverde mij pionwinst op, waarbij Bernhard als compensatie de c-lijn in handen had. Mijn paard op d5 was echter niet te verjagen, waardoor ik tegenspel op de c-lijn kon verhinderen. In tijdnood overzag Bernhard een schaakje, wat hem een toren en de partij kostte.”

Harrie Jansen - Anton van Bokhoven

In de kelder van groep C speelden wij een stevige gelijk opgaande partij. Ik opende met e4 en zwart met d6, waarna ik met wit gewoon doorging in het stramien van Italiaans. Zo improviseerden we verder zonder brokken te maken.

Na zet 16 (zie diagram) heb ik erg lang gewikt en gewogen tussen c4xd5 om de diagonaal open te maken voor mijn loper of c5 om de zwarte dame te isoleren. Ik koos het laatste, maar dat pakte niet heel goed uit.

Ik kreeg behoorlijk last van de pion op d5. Zwart kreeg meer initiatief en na dameruil trakteerde hij me op een onvoorziene paardvork. Die vork kostte me een achterstand van toren tegen loper. Daarna werd de strijd grimmiger met een energieke promotiepoging van zwart die ik met veel moeite kon verijdelen. Niet veel later - inmiddels voorbij zet 50 - bood Anton (zwart) remise aan, wat ik accepteerde. Het was een waardig besluit van deze partij.

Zo, dat was het weer. Veel succes aanstaande maandag, als ronde 4 op het programma staat. Bovendien een cruciale thuiswedstrijd van ons derde team tegen WSV 1, waarbij de inzet hoog is: het kampioenschap.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in de finalegroep C.

Jaap van Meerkerk