Door Jan van Dijk
Wel een bord met stukken bij de hand houden!
De man was groot, breed, lacherig, maar vooral gezellig. Een nogal vermoeiende gezelligheid voor diegene die de pech had te dicht in zijn buurt te zijn. Want die werd onveranderlijk verwelkomd met een enorme dreun op z’n schouder en een niets aan duidelijkheid te wensen overlatende sneer. ‘t Zou nog te dragen zijn, ware het niet dat zijn optreden door een ieder moest worden gehoord. Waar ie ook kwam, de ruimte werd direct gevuld en er kon ternauwernood iets bij.
Het joch zal misschien net 14 jaar zijn geweest. Te oud voor sprookjes, te jong om ze te verlaten. Een serene prilheid omfloerste z’n gelaat en getuigde van de eeuwige geboorte, dat nieuw leven wordt genoemd. Het ongenaakbare van zijn…., ach, laat ik maar verhalen hoe het “gezellige” en het “prille” elkaar vonden en bevochten!
De jonge adonis was op bezoek bij de schaakvereniging alwaar hij mocht aantreden voor een bondswedstrijd. Hij had al achter het bord plaatsgenomen en wachtte geduldig op de dingen die komen zouden. Ze kwamen. Toen de lolbroek z’n opponentje vond.
Ze werden meegebracht door de luidruchtig lachende, links en rechts klappen uitdelende gezelligerd, alsof een slagschip zich een weg baande door angstig opzij springende schouders.
“Hallo knul”, bulderde de man, “weet je zeker dat je de goeie houtjes voor je hebt? Blokkendozen hebben we hier niet, hoor!”, schaterde de gezellige.
Ons knulletje aanhoorde de link, maar borg het op in niemandsland, het prettigste gedeelte van zijn geheugen waar hij willens en wetens nooit meer iets terug zou vinden.
Nadat de wedstrijdleider het welkom had laten horen, reikte de grote joviale man z’n hand naar het joch uit en sprak: “Jij mag beginnen joh, je hebt wit!” Wederom dreunde zijn lach door de zaal.
Met een verdrietige blik bekeek het knulletje de “meneer”.
“Geen zorgen, jochie”, zo haalde de man het niemendalletje uit z’n gepeins, “Ik zorg er wel voor, dat je deze avond vroeg op je bed ligt!” Hij bleef er haast in.
Gelaten boog de puber het hoofd en speelde 1.e2-e4. Nog vóór hij het knopje van de klok had losgelaten voelde hij deze omhoog komen. Er stond plots een zwarte pion op c5. `Moet ik nou schrikken’, dacht het ventje? `s Kijken wat ie hiervan vindt, en speelde 2.c2-c3.
Een opmerkelijke stilte bevroor de brede gestalte. Het geruis van over elkaar heen buitelende vraagtekens in het brein van de druktemaker was bijkans te horen.
Hij herstelde, maar speelde toch ietwat aarzelend 2..,Pg8-f6.
Vervolgens trok ie z’n camouflage arsenaal weer open en merkte op:
“Even een pilsje halen. Zal ik een reep chocola voor je meenemen?” Hij kon het niet laten.
Als antwoord flitste er 3.e4-e5 op het bord en een rij witte knokkels drukte het knopje van de klok in. Stomheid sloeg de man in boeien. Vraagtekens maakten plaats voor woorden als: `eigenwijs’ en `eerzuchtig. Terugkomend met z’n pilsje constateerde de man dat het kereltje was verdwenen. Hij deed 3..,Pf6-d5. Na enige tijd verscheen het booswicht, bleef staan, speelde 4.Pg1-f3 en verdween weer met gevulde broekzakken.
Een streep kon niet strakker zijn dan de mond van de man. `Wat dacht het wel?
Okay, “het” kan het krijgen zoals hij het wilde hebben!”
Gedecideerd schoof hij 4..,d7-d6, stond vervolgens op en besloot het spelletje mee te spelen.
De twee afkoelende stoelen werden getuige van een unieke show. Om beurten verschenen de spelers aan het bord, deden hun zet en verdwenen naar elders. 5.e5xd6 Dd8xd6 6.d2-d4 c5xd4 7.Pf3xd4.
Edoch. Daar waar de man kromp, daar groeide de knaap. Het jeugdig resolute knaagde aan lemen voeten.
`Nou ja,’ dacht de reus, `als ik “het” remise aanbied, dan heeft “het” toch nog mazzel.’ Hij wachtte z’n opponentje op, stak z’n hand uit en bood joviaal remise aan. “Sorry, meneer.”, zo sprak het wonder, “U moet eerst een zet doen, dan remise aanbieden en daarna de klok indrukken!”
Het rode waas is de gekrompene die avond nog lang bijgebleven. Volkomen uit het veld geslagen schoof hij 7..,e7-e5, bood remise aan, drukte de klok in, maar bleef als aan de grond genageld staan toen de knaap zweeg, maar als een heimachine 8.Pd4-b5!! op het bord stampte.
Het stukverlies, maar vooral het pril gelach, was niet te voorkomen.