Tweede team redt het net niet

Afgelopen maandag zat het bepaald niet mee met de wedstrijd van ons tweede team tegen Krimpen aan den IJssel 3. Krimpen kan op papier een wat sterker team aan de borden laten plaatsnemen. Wij speelden met twee zeer gemotiveerde invallers aan wie het bepaald niet heeft gelegen dat we deze match met 5 – 3 verloren.

Aan de hogere borden was het kommer en kwel: 0 punten. Van de wedstrijden aan bord 1 van Gilles Donze (ging lang gelijk op) en bord 2 Jan Hoek van Dijke (ging ook lang gelijk op) heb ik weinig meegekregen.

Zelf met zwart aan bord 3 had ik de opening wat voorzichtiger moeten aanpakken, al was het tot en met zet 11 gewoon theorie. Ik probeerde in een gesloten Siciliaan met 2 e6 en een snel d5 gelijk spel en een snel initiatief van de grond te krijgen. Net zoals Fritz 13 dat thuis tegen mij deed. Zo had ik het nog niet eerder aangepakt. Ik dacht met het loperpaar in open stelling zaken te kunnen gaan doen, viel in het middenspel beide paarden tegelijk aan langs de horizontale, maar dwong feitelijk een totale afruil en enkele dubbelpionnen bij mezelf af, kon het betreden der vijandelijke torens op de zevende rij niet voorkomen en moest twee pionnen inleveren. Ik won er later wel weer eentje terug, activeerde in het eindspel direct mijn koning, sneed de vijandelijke koning af en kon zelf ook promoveren. Mijn jonge tegenstander Robert Casteleijn liep al lang van tevoren vrolijk door de speelzaal zijn komende overwinning te vieren, maar zag tot zijn schrik dat ik op de koningsvleugel de baas was, een pion terugwon en dus ging promoveren. Geluk voor hem, want hij bleef me net één zetje voor en kon daardoor na zijn promotie direct de dames en torens ruilen en hield met een pion meer een gewonnen stelling over.

Aan bord 4 speelde Frits Steenbergen en wist te winnen. Henry Pijpers met zwart aan bord 5 wist onverwacht toch een heel spannend slot op het bord te toveren. Hij dacht even dat hij zou gaan winnen door een aardige combinatie waarmee hij de witte dame opbracht, maar die at zelf eerst de zwarte toren en loper. Op het eerste gezicht stond hij dat ook! Maar helaas. Soms zit het wel heel erg tegen. Henry moest een toren geven voor een pion om direct verlies door promotie te voorkomen. Volgens mij heeft Henry ergens de remise gemist. Hij wist net niet te voorkomen dat de witte g-pion kon promoveren. Als zijn tegenstander zowel die combinatie van dame tegen toren en lopen had zien aankomen en daarna ook nog eens het gedwongen torenoffer dan zat Henry tegen Aronian of zo te spelen. Kortom, een beetje veel pech voor onze Henry. Win je zo’n partij dan loopt zo’n wedstrijd wel even anders… Goed gespeeld, Henry.

Emil Verhoef aan bord 6 speelde met wit remise. Hij schreef hierover: “Ik bleek geplaatst tegen de man met de hoogste rating dankzij hun fantasie-opstelling, Gelukkig wist ik hier niet van en opende met de Reti Pf3, g3 enz. Er ontstond een aantrekkelijke party die gelijk opging. We belandden in een eindspel van toren met paard (ik) tegen toren met loper met ieder drie pionnen Ik zag geen winstkansen en stelde remise voor. In de analyse bleek dat hij waarschijnlijk nog winstmogelijkheden had gehad, dus ik was dik tevreden. Alleen je kan wel scoren maar als het team verliest heb je toch een rotavond, het is ook net voetballen.”

Joram Simons zat heerlijk te spelen met de zwarte stukken aan bord 7. Als invaller gaf hij een fraai visitekaartje af en liet hij ons een prachtig slot van zijn aanvalspartij zien, waarbij het hem zelfs lukte om zijn damevleugel compleet inactief te laten, die pas op de pakweg 140ste zet te ontwikkelen en met het vrijgekomen paard – de toren … kwam die eigenlijk nog wel van zijn plaats? – de partij definitief naar zich toe te trekken. Aad Jan was onze tweede invaller en speelde met de witte stukken naar een mooie remise. Zo scoorden onze beide invallers anderhalve punt. Bijzonder goed, heren!

Alle uitslagen en de stand zijn te vinden op de RSB-website.

Jaap van Meerkerk