Ieder draagt zijn steentje bij

Op 2 februari werd de jacht op het kampioenschap door het derde voortgezet tegen Fianchetto. In tegenstelling tot de vorige twee rondes waren er dit keer geen verzoeken om vooruit te mogen spelen waardoor we met het voltallige team konden aantreden.

Gelukkig hadden we zelf ook geen afzeggingen zodat we een sterke opstelling aan de borden konden brengen.

Populair was dit keer de opening met d4 en c4 die maar liefst drie keer op het bord verscheen. Joram Simons hield het bij een Caro-Kann en Lucian Mihailescu maakte een internationaal ensemble compleet met een Franse opening.

Hoewel we op papier sterker waren en onze positie op de ranglijst de verwachtingen hoog had opgeschroefd, boden onze tegenstanders toch behoorlijk verzet. Aad Jan Roos kwam met Sodderland al snel tot de conclusie dat er weinig meer in zat dan een puntendeling. Weitering moest op bord 1 aantreden tegen Bernhard Ruimschoot die al snel een maatje te groot bleek. Herman Beerling had op bord 6 tegen C. Sodderland een prachtige aanvalspartij waarbij de koningsstelling onder vuur kwam te liggen en aan flarden werd gereten. Daarna waren de snelle overwinningen wel even gedaan.

Bram de Knegt moest op bord twee tegen Vrijland. Hij had al snel een open lijn die kansrijk leek. Vrijland kon echter goed verdedigen waardoor ook hier tot remise werd besloten. Zelf had ik een complexe stelling waarbij Fedorins mij het centrum had gelaten en ik een open f-lijn had. Fedorins had niet gerokeerd en schoof zijn g- en h-pionnen ver naar voren, waardoor een ontmanteling van mijn koningsstelling dreigde. Om de aanval extra kracht bij te zetten deed hij een tussenzet door ook zijn dame naar de koningsvleugel te brengen. Hierdoor kon ik op tijd mijn g-pion opschuiven waardoor zijn aanval stagneerde. Fedorins wilde wel genoegen nemen met een halfje en zette dat kracht bij door de dametoren enkel nog heen en weer te schuiven in een stelling waarin werd gewacht op een fout van de tegenstander. Daarop werd tot remise besloten.

Van Mullem speelde tegen Lucian en meende al eerder dat er niet meer in zat dan remise. Hij bood dat enkele malen aan Lucian aan die zelf meende dat er meer in zat. In een pionnenstelling met een paard en lopers van gelijke kleur werd nog enige tijd door gespeeld voordat toch tot puntendeling werd besloten. Joram had een interessante partij tegen Van Gent. Die liet zijn dame insluiten waarna hij genoegen moest nemen met een reuze kwaliteit – dame tegen toren – achterstand. Doordat hij zijn torens nog lang verbonden kon houden moest Joram nog wel zorgvuldig blijven spelen. Dat deed hij echter dat deed hij echter goed waarna de dame toch de doorslag gaf.

Cor van As tot slot speelde tegen Knijff. Hij kwam uiteindelijk in een pionneneindspel terecht met een pion meer. Omdat beide koningen goed in het centrum stonden kwam er nog wel wat rekenwerk aan te pas om extra pion de doorslag te laten geven. Gelukkig bleef Cor dit keer tot het einde scherp en behaalde een vol punt.

Zo leverde iedereen dit keer een bijdrage aan de 6 – 2 overwinning!!

Op 3 maart wordt de competitie voortgezet tegen Papendrecht-Alblasserdam. Zij staan stijf onderaan. Het grootste gevaar zit daar dus in de onderschatting!! Als we daar niet in trappen, kunnen we mogelijk daar al kampioen worden.

Alle uitslagen en de stand zijn te vinden op de RSB-website.

Ron Ansem