Oefening in brandhaarden blussen

Maandag 23 november werden het Borgsatepersoneel en de schaakmeesters van Erasmus getest op alertheid en concentratievermogen.

Zo rond een uur of tien ging het brandalarm. Een snelle blik op de plek van de nooduitgang. Ja, die is snel te bereiken. Oké en nu weer terug naar het schaken. Een beetje schaker laat zich niet zo maar van zijn mooie schaakspel afleiden… Gelukkig bleek het een vals alarm…

1. Paul Wilhelm – Wim Posthumus: Paul komt goed uit de opening en schaakt zich naar een plusje in een interessant middenspel. Wim kan zich uit de Paulusbrand houden: remise.

2. Cor van As’ brandhaarden zijn ook in deze voorronde niet te blussen. Hij strooit een ieder water in de ogen door in ronde 1 te verliezen van Murdoch Mac Lean en vervolgens geen enkele koude douche meer te accepteren.

Een aantal weken ziek geweest en goed hersteld, want nu is Ruud Dröge aan de beurt om Cors aanvalsdriften te pareren. Dat lukte niet en Cor wint.

4. Jan Smit – Leo Verhoeven: Jan lijkt aan te geven: brand meester, maar Leo komt een pion voor en later zelfs een vol stuk. Jan ontrolt de brandslangen en begint te blussen tegen beter weten in en waarom niet. Je kunt altijd nog een dame weggeven, nietwaar Ruurd? Jan besloot de brandslang op te rollen: 0-1

5. Bernhard Ruimschoot – Frits Steenbergen: Ik krijg slechts het eindspel van deze partij op mijn netvlies. Bernhard weet Frits in een T+P eindspel met een paardvork een toren te ontfutselen: 1 – 0. Bernhard is vanaf ronde 6 goed op stoom gekomen met 4½ uit 6. Hij gaat duidelijk voor een hoge klassering en zit net een halfje onder de derde plek van Cor van As.

6. Ruurd Ouwehand – Davin Mostert: Tja, over het slot der partij van deze titaantjes valt een compleet boekdeel, dan wel gebruiksaanwijzing en ontruimingsplan samen te stellen. Je gelooft het toch niet. Ruurd komt terecht in een verloren eindspelpositie met D+T+L/P +pionnen, dus best ingewikkeld.

Dan geeft Davin een toren weg. “Pikkinskie”, zegt Ruud. “Okay”, zegt Davin, “ik overzie de ‘petit combination’, maar ik geef lekker niet op.” Dat blijkt een goede gok. Of zou onze Davin een voorgevoel hebben gehad van Sint Ruurds vrijgevigheid zo dicht op 5 december? Of heeft hij slechts oog voor dat ene pionneke dat … toch echt kansloos is? Nou Ruurd zet zijn dame op ongedekt op b3 zo van: “pak haar maar als je kan, Davin!” “Klats”, zegt Davin, en weg dame, weg partij.

8. Arie de Jong – Jan Hoek van Dijke. Jan offert eerst een pion (wordt aangenomen) en vervolgens een kwaliteit (wordt niet aangenomen) voor een koningsaanval. Arie lijkt alles goed te kunnen weerstaan, maar ziet de zet Dh4-h3 over het hoofd en daardoor is het veld g2 niet meer te dekken. Oeps, foutje bedankt… Een kort potje dus en een snelle overwinning van Jan. Dat gaf wel ruimte voor een avondje lekker analyseren of de aanval nu wel of niet door had kunnen slaan…

12. René van Es dacht de brand met Pe4 te kunnen blussen die Jaap van Meerkerk had aangestoken. Maar tussen de sirenes door bleek het daarna mat in 1. René had hier hinder van. Waarvan, dat leest u in zijn wekelijks verhaal. Zelf had ik wat moeite me te concentreren bij het doorrekenen van de beslissende opmars f5, die lijnen opende tegen de witte monarch en zijn positie beslissend moest ondermijnen. Is de opmars niet correct dan staat m’n eigen koning op de tocht, bovendien moet ik de vork van mijn toren op g6 en loper op e6 correct oplossen. Dat lukte.

Van Es schrijft hierover: “Dit was weer eens zo’n partij waar je het liefst geen woord aan zou willen besteden, omdat je het gevoel hebt gehad geen moment aan schaken te zijn toegekomen. Je zou zeggen wit staat niet slecht, maar al na 16 zetten slaat zwart Pf4xh3 en is de wedstrijd gespeeld. Niet veel later bracht hij ook zijn toren van e8 in stelling, gingen alle alarmen af en was schaakmat het eindresultaat! Een zwakke beurt van wit en een zeer degelijke partij van zwart, gefeliciteerd!”

13. Peter de Boer – Bram de Knegt: Peter heeft de smaak te pakken en schaakt met zijn inmiddels bekende blik (met van die opgetrokken eyebrows, enigszins verbaasd, die zijn tegenstanders in een vage onzekerheid of lichte vorm van verstandsverbijstering brengen). De oud-voorzitter (1975) van Schiebroek heeft een lastige avond en kan de lichte druk niet neutraliseren. Een knappe prestatie, Peter!

14. Coen van Baren – Vincent Smol op hol: 0 – 1. Mooi gedaan Vincent, echt ongelooflijk. Wat is er met jou aan de hand, joh! Beetje rustig aan, zeg. Eerst een halfje uit de eerste zes partijen en daarna met 3 gewonnen partijen + 1 punt wegens oneven = 4 punten uit zes hard toeslaan. En wat is er gebeurd? Vincent heeft geleerd dat hij niet met 1 stomme zet zijn hele partij moet weg blunderen. Dat deed hij namelijk. Inmiddels heeft hij geleerd eerst even goed op zijn handen te gaan zitten! Want schaken kan hij. Grote stappen vooruit gezet, Vincent, nog een paar ronden en kijken waar je dan bent.

15. Coen van Vlijmen – Gabriël Cornelisse. Coen komt met een klein plusje uit de opening. Gabriël richt al zijn pijlen op een pion of f2 en wint deze pion ook. Maar dan, Coen heeft net een stapje verder doorgerekend. Eerst terugslaan op f2 en daarna een keiharde counterattack met ondekbaar mat achter de paaltjes. Leuke partij met een mooie slotcombinatie!

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand na de twaalfde ronde.

Jaap van Meerkerk