Flanders wint B-groep, Koster sterkste in C-groep

Apotheose in slotronde!

Maandag 3 april was het dan zover, de apotheose van de finale van de finale, vol smaak, spanning en een enkele snik.

Vanaf 22.00 uur maakte ik twee snelle rondjes langs de borden. Mijn impressies van een zowel nieuwsgierig als heimelijk ‘blikwerpen’ op de borden. Nieuwsgierig, om de schaakhonger te stillen en simpelweg om wat te melden te hebben voor het verslag. Heimelijk, om het bijkans hoorbare gepeins der titanen niet te ontregelen.

Finalegroep A

Allereerst de wedstrijd Andrzej Pietrow – Wim Westerveld. Wim had zijn huiswerk goed gedaan, schoof zelfs nog voordat ik zelf klaar was – en dat was vroeg – naar een geen moment in gevaar gekomen noodzakelijke remise. Er kwam een Gesloten Siciliaan op het bord, de dames werden al vroeg geruild, waardoor er wat minder muziek in de stelling kwam. Het hoofdgerecht werd dus niet echt uitgeserveerd. Andrzej, wetend dat er geen eremetaal in het verschiet lag, accepteerde het remiseaanbod. Wim kwam daarmee op 5½ punt, en bleef zo onbereikbaar voor Pieter Sturm, op dat moment nog intensief aan het vrij worstelen met Leo Verhoeven. Wim is daarmee clubkampioen van het seizoen 2016-2017, blijft ongeslagen in de A-finale en geeft een fraai visitekaartje af. Gefeliciteerd, Wim! Intern ging het Wim dus beter af dan voor de externe aan het eerste bord van Erasmus 1. Maar volgend jaar gaat hij dat natuurlijk wel even recht zetten. Andrzej komt op 3½ punt op plek 5 en zal zichzelf terecht wel wat hoger hebben gedroomd.

Paul Wilhelm mocht het met de zwarte stukken opnemen tegen de dit seizoen onaantastbare Ton Dulk. Paul gooide nadat hij steels opkeek er maar direct een mooie paardcombinatie tegenaan met een 30 Pd5! Ja, die knol kreeg onze Ton zomaar aangeboden, zo leek het. Maar de knol verorberen kon wel maar mocht niet, want het was een list die Ton wellicht de partij zou hebben gekost. Ton weigerde het offer, sloeg niet met de pion en speelde de koning vooruit. Ingewikkeld werd het, dus liep ik maar snel door. Wat later in de partij bleken de verbonden centrumpionnen die Ton opschuift niet te houden. Winst voor Ton, waarmee hij op een totaal van 4 punten kwam, genoeg voor de derde plaats! Paul blijft niet onverdienstelijk op een 3½ punt score, en wordt vierde, daarmee terugkijkend op een geslaagde finale. Ik zag hem al voor een beker(tje) gaan. Net niet dus.

Murdoch MacLean kon na een ongekende reeks nederlagen eindelijk zijn eerste punt noteren en daarmee een piepklein pleistertje op een gigantische wond plakken. Hij won van Leo de Jager, die na een voortvarende start met een haperende motor bleef zitten. Gelukkig is daar dan voor beide heren direct het goede Erasmus-medicijn voor uitgevonden: Het Spindler Makelaars Watertorentoernooi. Met zeven ronden zeven kansen op genezing. Winnen geneest de wonden, en doet wonderen! Leo kwam met 2½ punt op een zevende plek en Murdoch sloot het hek van de A-finale met een achtste plaats.

Pieter Sturm – Leo Verhoeven werd een wel zeer positionele pot in het kwadraat. Als ware het een wedstrijd Halma, zo prikten de heren hun pionnekes lukraak op het bord. Althans, zo leek het. Pieter had wat ruimtevoordeel. Hij had zijn pionnen lekker net wat verderop vast gemetseld. Laat op de avond was er nog pas één stel stukken geruild, een paard tegen een loper. Om 23.10 uur stonden er nog steeds aan beide kanten zeven boeren opgesteld en Leo zat dan met een wel heel slechte loper. Lekker makkelijk voor Leo, want die loper had maar drie veldjes. Zijn gezicht verried echter een bezwaard gemoed. Kon hij nou wel of niet op remise hopen? Wim Westerveld, die als kersverse kampioen relaxed zijn rondjes liep, dacht aanvankelijk van wel, maar even later weer niet. “Pieter kan toch winnen”, zo liet hij weten. En dat deed Pieter. Ik zag in het eindspel een enorm sterk veld opdoemen, veld d5, waarnaar zowel een paard als een dame konden afreizen, waarna het afgelopen zou zijn. Ik had d5 voor het paard toebedacht, waarmee materiaal zou worden gewonnen. Leo, die op zijn Zonnewijzer veel ruimte gewend is, moest zich verzetten tegen claustrofobische waanbeelden en zag dat vierlies onvermijdelijk was. En daar zorgde Pieter allemaal voor, waarmee hij uitkomt op een prachtige tweede plaats met 5 punten. Gefeliciteerd, Pieter!

Kijk hier voor de uitslagen en de eindstand in de A-groep. Of kijk hier voor het overzicht inclusief de TPR’s.

Finalegroep B

Vier kanshebbers op eremetaal. Drie vierpunters met kans op de hoofdprijs. Zinderende spanning dus in deze groep!

Henk de Kleijnen (4 punten) tegen Arno van Houten (3½ punt) was één van de hoofdgerechten van deze avond. Henk probeerde er naar eigen zeggen “wat peper in te gooien”. Maar niet in elk gerecht smaakt dat even lekker. En zo bleek. Nadat Arno wat bluswater had besteld werd het gerecht uitgeserveerd naar remise. Henk kwam daarmee dus op 4½ punt, Arno op 4 punten.

Henk was eerder klaar dan zijn concurrenten Davin Mostert en Cander Flanders, die elders in het Erasmus restaurant aan tafels zaten te smullen. Of zouden die zich nog verslikken? Dan zou Henk ondanks de remise nog eerste worden.

Davin Mostert (4 punten) had een wel heel pittige maaltijd besteld, met veel chilipeppers: het Koningsgambiet. Daar zal Wim Posthumus vast slecht op de maag vallen, zo dacht Davin ongetwijfeld. Beide Langsingerlanders grepen hun messen bij dit hete gerecht en maakten er een gigantisch ingewikkelde stamppot (lees: stamp-pot) van. Ik kreeg er al snel lucht van en kon niet van deze aanvankelijk zo fraai gedekte tafel vandaan blijven. Veel stukken die in stonden, er zaten offers in, en vallen. Hoe krijg je zo’n stand op het bord. Ik wilde nog bij Gerard Kastelein te rade gaan, dé expert op dit gebied, maar die kon zelf niet door zijn taaie hap die Cander hem had opgediend komen. Wim sloeg met een paard een toren, dat zag ik nog. Davin knipperde even, sloeg zelf ook een stuk, en zorgde voor een geruisloos einde van de begerige knol die plots gevangen op g1 stond. De rook trok op. Wim kwam met een stuk achter uit de strijd en liet het volle punt daardoor aan de koele Davin, die daarmee op 5 punten kwam, voorbij Henk dus. Hij wist toen nog niet of dat voldoende zou zijn voor de eerste plaats.

Dan het gevecht Kastelein – Flanders (4 punten), een gevecht dat voor Cander bij winst dus de eerste plek kon betekenen. Ik blijf nog even lekker in de gekozen metafoor. Gerard had toch onverwachts een ander drankje besteld. Hij maakte er een soort van pittige London-cocktail van. Gerard ging verrassend positioneel dus, en hij weet dat ie dat soort drankjes ook lust. Hij weet ook dat hij liever andere drankjes drinkt, veel sterker en vooral exotischer. “Ik moet me inhouden”, meldde hij de ober. Voor even maar, zo bleek. Cander speelde h6 en zette een loper op g5 in. En toen bedacht Gerard h4. Cander ging er wijselijk niet op in, want de open torenlijn zou wit een prachtige aanval geven. Na een plotselinge fraaie loperzet wist Cander een pion te winnen. Dat vond hij wel prima voor een eindspel en dus bood hij dameruil aan, wat ik een beetje raar vond. Zijn eigen dame was best wel actief en de witte stond er (tijdelijk?) wat benauwd bij. Maar Cander wilde ruilen, dat lukte, en het zo hoopvol en wellicht kansrijk ontstoken vuurtje van Gerard werd gedoofd. Cander won zelfs nóg een pion en daarna knap het eindspel, waarmee ook hij op 5 punten uit kwam, en dus – want hoger geëindigd in de voorronde – op de eerste plaats van de B-finale! Gefeliciteerd, Cander! Gerard blijft met 1½ punt onder zijn kunnen steken op een bescheiden achtste plaats. Ook voor hem gelukkig het Erasmus medicijn: snel afblussen en op naar de Watertoren!

Kijk hier voor de uitslagen en de eindstand in de B-groep. Of kijk hier voor het overzicht inclusief de TPR’s.

Finalegroep C

Leo Koster had tegen zijn zin helaas een bye moeten opnemen en kwam daardoor op 8 punten, onbereikbaar voor zijn directe concurrenten. Het gevecht om de ereplaatsen verloor daarmee iets aan spanning en uitstraling. Kees van Toor zou alleen bij winst Leo in punten kunnen achterhalen. Met remise zou hij op de tweede plaats eindigen, gezien de voorsprong op weerstand van Leo. Pim Kleinjan en Kees kwamen in een toren-loper-eindspel terecht met een pion meer (vier tegen vijf) en dus voordeel voor Pim, hoewel zijn koning afgesneden stond op de h-lijn en dus voorlopig een bescheiden rol speelde. Toch wist Pim het eindspel knap te winnen. Daardoor achterhaalde Pim Kees op punten. Beiden scoren een verdienstelijke 7½ punt en vinden zichzelf terug op plaats 2 (Kees) en 3 (Pim).

Wim Verkerk kreeg een doorgeschoven pion op e6 en bestreed Cor van As met twee paarden. Cor had geen paarden, wel twee sterke lopers. Boeiende strijd. Het werd bepaald geen salonremise. Wim eindigt met een verdienstelijke score van 7 punten op de vijfde plaats, gelijk met Ruud Dröge, die ook een bye had opgenomen. Jan Hoek van Dijke kwam in een halmaopstelling terecht tegen Lucian Mihailescu, waarna beide heren remise overeenkwamen.

Jaap van Meerkerk mocht het met zwart opnemen tegen de verrassend goed spelende Carel Keller. Beide heren nemen wekelijks hun partijen door. En dat deden zij al toen Schiebroek nog in aanbouw was. Soms vraagt Carel aan Jaap: “Is dit nog theorie?” Helaas deed hij dat nu niet want op zet 6 week Carel in een Najdorf met Ld3 af van de bekende paden. Maar het evenwicht werd niet echt verbroken. Carel zette zijn koning eerst veilig weg op h1 om daarna actief met f4 te vervolgen. Een paar jaar geleden speelde ik met wit dezelfde stelling tijdens het Tata in Wijk aan Zee. Tegen een jongetje. Dat wist het kennelijk even niet meer, rende naar zijn vader – de man die ik even tevoren met veel interesse onze stelling had zien bekijken – aan de bar. Dat is de plek waar ze in de rij staan voor de veel te hete erwtensoep, daarbij dus hun tere binnensmondse slijmvliezen bij de eerste hap verbranden en de hitte uit de mond staan te blazen. Daar dus. Deze vader zag ik uitvoerig gebarend zijn zoonlief Kh1 adviseren, want de peuter zette het daarna direct op een opgetogen rennen, terug door de immense zaal, en voerde deze zet onmiddellijk in één beweging tijdens het aanschuiven uit. Ik had Carel dit voorval een keer in de kantine van het zwembad verteld. Carel speelde dus ook Kh1. Goed zetje! Nadat onze paarden werden geruild resteerden alle zware stukken en wat pionnen op het bord en werd op voorstel van wit tot remise besloten. Jaap kwaam op 6½ punt uit, genoeg voor de zesde plaats. Carel zat daar net een halfje achter en belandde op plaats 13, waarmee hij zich keurig nestelde tussen heren van het derde team.

Naast Carel en Jaap speelden Peter Weeda en Victor Hooftman ook al twee voormalige SWR gedienden. Peter won, daarmee uitkomend op de 14e plek met 6 punten. Victor staat met 5 punten op plaats 19. Peter Hurkmans moest in Henry Pijpers zijn meerdere erkennen. Henry vindt zichzelf met 6 punten terug op de 10e stek. Peter komt met 5 punten op plek 21 en scoort toch een mooie TPR, 150 punten boven zijn eigen rating. Harrie Jansen sloot af met een overwinning op Jan Bruinsma en tekende daarmee voor zijn derde zege, genoeg voor 4 punten en een 30e plek en krijgt er toch wat ratingpuntjes bij. Jan Bruinsma had zichzelf flink tekort gedaan en scoorde te mager met slechts een halfje uit acht gespeelde partijen. Dat kan beter in de Watertoren, Jan! Marcel Tillemans won na een lange strijd van René Geuskens en kwam op 5 punten. Hij had zich hoger ingeschaald denk ik, dus ook voor Marcel: Op naar de watertoren! Bernhard Ruimschoot won van Anton van Bokhoven. Hoe dat precies ging heb ik niet gezien.

Vincent Smol had kennelijk last van zijn zitvlees, want hij schaakte staande. Dat is best een apart gezicht. Maar wat te denken als je tegenstander op een stapelbed komt binnenrijden? Grootmeester Adams deed dat in de jaren 70 tijdens een toernooi. Ik zoek dat nog even uit. Hilarisch. Dus Vincents actie valt daarbij in het niet. Er was een moeilijk te taxeren stelling ontstaan. Vincent stond een kwaliteit voor, maar Alik had daar meer dan voldoende compensatie voor. Hoewel… Zijn loper was in de problemen en de witte torens waren erg gevaarlijk en bedreigden loper en wat pionnen. Maar Alik had er zoveel. Hoe dat aan te pakken? Aan de lichaamstaal van de opponenten – een staande zelfverzekerde tegen een zittende aarzelende – was de uitslag voorspelbaar. Maar de schijn bedroog ook nu weer. Rond 11 uur zag ik dat Alik twee vrijpionnen had die hij met toren en paard ondersteunde. De torens van Vincent konden er niet tegenop: 0 – 1. Alik steeg met 5½ punt naar plek 18 van de ranglijst en maakte heel veel goed met 3½ uit 4 in de laatste vier ronden. Vincent bleef steken op 4½ punt.

René van Es kon zijn kleine materiaalvoordeel van twee pionnen niet in winst omzetten en remiseerde tegen Peter Ruimschoot. Beiden eindigen gebroederlijk naast elkaar met 4½ punt op plaats 26 en 27. Ook scoren ze een tevredenstellende TPR. Peter scoort door zijn 50% score uit de laatste vier partijen 1344 en kan daar niet anders dan tevreden over zijn.

Anton van Berkel won van Peter de Boer. Anton heeft te weinig gespeeld om conclusies te trekken over zijn prestaties. Als je weinig aan spelen toekomt, zak je op de ranglijst en krijg je dus ook door het Zwitsers systeem andere tegenstanders. Als we alleen naar de gespeelde wedstrijden kijken scoort Anton 3 ½ uit 6. Dat kan beter. Op naar de watertoren! Peter de Boer heeft zichzelf wat tekort gedaan, maar kan terugkijken op een aantal sterk gespeelde wedstrijden, waarna ik over hem zelfs even opluisterde met “Verschrikkelijke Peter”. Daarna viel hij wat terug, maar bleef wel mooie partijen spelen. Stuur er eens eentje in voor de website, Peter.

Arie de Jong was te sterk voor Coen van Vlijmen en kon in het afteren duidelijk hoorbaar vertellen hoe hij tot winst was gekomen.

Kijk hier voor de uitslagen en de eindstand in de C-groep.

Dat was het dan voor wat betreft de finaleronden! Op naar ons Spindler Makelaars Watertorentoernooi, waarvoor gelukkig weer flink wat aanmeldingen zijn genoteerd. Er zijn 82 plaatsen in onze speelzaal. Het zou zomaar kunnen dat er een tafeltje bij moet. Maar 80 deelnemers zal het zo ongeveer gaan worden, denk ik.

Jaap van Meerkerk