Veel zin in het nieuwe seizoen!

“Is er al een nieuw smoelenboek?” “Heeft iedereen zich aangemeld voor ronde 1?” “Heb je een lijstje met afwezigen voor me?” “Welke nieuwe leden stellen we eerst even voor?”

Zomaar wat vragen die van achter de regietafel werden gesteld. En op elke vraag kwam een antwoord. De zaal stroomde ondertussen gezellig vol. Met 12 afwezigen spelen we de eerste voorronde 26 wedstrijden. Ik heb de indruk dat we er met zijn allen veel zin in hadden.

Zes nieuwe deelnemers aan de interne!

Frank van Zutphen kon zes nieuwe deelnemers aan ons voorstellen: Gerrit Boer, Zoltan Brindza, Alek Dabrowski, Eric Hoogenes, Henk Ochtman, Dick Straathof en Fred de Wild. Binnenkort zullen zij in ons fotoboek een prominente plek krijgen.

Frank van Zutphen opende als voorzitter de interne competitie van het seizoen 2017-2018, inmiddels de 12e editie van deze mooie fusieclub, en kondigde gelijk de geboorte aan van ons nieuwe kindje: de jeugdafdeling. Deze beleeft al op 11 september zijn voorstart, gevolgd door een spetterend openingsfeest op 2 oktober, waarover later meer.

Gelukkig deed de microfoon het weer niet. Fijn toch als gebeurt waar je op had gerekend. Ondanks mijn achteraf gebleken vruchteloze pogingen de gebruiksaanwijzing van het mysterieuze apparaat onder de knie te krijgen, ten einde het eens op een clubavond te mogen laten schallen. Komt goed, dacht ik. We gaan het zien.

Om 20.00 uur mocht ik het startschot geven en zie mezelf even later tevreden opgelucht achter mijn bord zitten, klaar voor een wellicht hilarisch experiment met de Colle-Zukertort tegen Zoltan Brindza. Met zo’n mooie naam hoor je in het eerste team en sta je met gemak mentaal op winst. Zoltan had zich met zijn ontzagwekkende naam een 35 minuten eerder opgegeven als nieuw lid.

Maar ik ben bang van niemand, zelfs niet van Tea Lanchava, die ons feestje van 2 oktober op komt luisteren als Chess Queen. Sterker, ik kijk uit naar haar bezoek. En met een blik vol instemmende herkenning zag ik na een korte stonde de vertrouwde beelden van langs borden squinchende clubgenoten. Na de opening stond het gelijk. Zoltan vond van niet – hij keek ook wat zorgelijk – en moest kennelijk eerst weer wat wennen aan het wedstrijdschaak, vertelde hij na afloop. We vochten een kort hard duel uit in het middenspel.

Zoltan zat goed te spelen, maar moest flink aan de noodrem trekken. Zijn 14. … – h5 verzwakte zijn koningsstelling flink. Daar maakte ik geen goed gebruik van en liet met 23. g3? een versnelde winst voor hem voor het oprapen. Dat doe ik graag, mezelf straffen als ik een verkeerd plan heb gekozen. Door mijn type spel leiden dergelijke fouten meestal snel naar een onafwendbare afgrond. Waar ik dan zelf maar het liefst zelf inspring. “Maak het kort,” smeekte ik. En Zoltan las feilloos mijn gedachten.

Een tiental clubgenoten reageerde direct. Mijn verzoek iets over hun partij te vertellen was – heel plezierig – niet aan dovemans oren gericht. Het wekelijkse verslag komt op deze manier dus tot stand voor en door alle deelnemers. Aarzel niet en klim op dinsdag even in de pen. Schrijf over je wedstrijd, je emoties, je blunder, je geniale vondst. Laat ons meegenieten. Ik zal in ieder geval elke week aan tien deelnemers per mail vragen per omgaande wat in te leveren. Lees hieronder de eerste bijdragen van onze clubgenoten en treed een volgende keer in hun voetsporen.

Emil Verhoef

Emil diende meteen zijn verslag en zelfs zijn partij in!

“De openingsronde van het nieuwe schaakseizoen brengt bij Erasmus altijd de top van de rating tegen de staart, de bokken tegen de schapen dus, een festijn dat elk jaar ontaardt in een rituele slachtpartij, waarmee vergeleken het Offerfeest van afgelopen vrijdag (waarbij vele schapen ook nog eens dierbaren verloren) een dorpsbarbecue is. Massaal worden de schapen aan het spit geregen, maar heel af en toe ontsnapt er een aan zijn droeve lot. Dit is het verhaal van een zo’n schaapje. Ik mocht het met wit opnemen tegen Alek Dabrowski, nieuw lid afkomstig van RSR Ivoren Toren (rating 1960) bij ons gekomen op zoek naar nieuwe tegenstand.”

“Hieronder de stand na de 23e zet van zwart Tc8-c2. Wit is radeloos en lijkt reddeloos verloren. Het einde lijkt nabij. Deze zomer mochten we echter in het kader van het zomerschaak een college bijwonen van Prof. Leo Verhoeven die ons de kunst van het verdedigen bijbracht en dat bracht redding in deze donkere tijden. De partij ging verder als volgt:”

Emil Verhoef – Alek Dabrowski

“Zeker geen wereldparty en ieder drinkt een glas, doet een plas en alles blijft zoals het was (Deelder?) en aan het eind van het jaar strijdt Alek om het kampioenschap en sta ik in het rechterrijtje, want schapen kennen hun plekje, maar toch: wat is nu de moraal van dit verhaal? Schapen van Erasmus: despereert ende versaegt niet want het blijft altijd mogelijk een bokje te schieten.”

Alek Dabrowski

Alek deed ook verslag over deze partij.

“Mijn eerste avond op een nieuwe club. Een lekker gevulde zaal met enthousiaste schakers. Ik heb er zin in. Het systeem zorgt ervoor dat ik bij mijn eerste partij tegen een (op papier) lager geplaatste speler mag aantreden: Emil Verhoef. Met zwart bouw ik het rustig op; te rustig, want na een zet op 10 sta ik slechter. Emil weet er niet van te profiteren en ik kom langzaam terug. We hebben allebei het loperpaar. Mijn lopers staan echter beter en mijn torens bezetten de c- en d-lijn. Op zet 20 heb ik onderstaande stelling weten te bereiken, klaar om op een gewonnen eindspel af te stevenen."

"De zwarte lopers en de dames gaan van het bord en het is een kwestie van uitschuiven. Nadenken doe ik niet meer. Alles zal wel goed zijn… Hier ga ik dus vreselijke de fout in. Emil weet een toren op de zevende lijn te krijgen en de combinatie die ik in gedachte had faalt geheel. Op zet 27 sla ik met de loper op e4. Wit reageert met het slaan van de pion op d2 en straft mijn opportunisme genadeloos af. Met de manoeuvre: Txd2, Kxe1en Tc2 wist ik de materiële schade te beperken, maar in het eindspel was ik kansloos. Emil, gefeliciteerd, maar de volgende keer zal ik beter opletten. Geen goed begin voor mij, wel een goede les: niet te snel spelen en altijd alert blijven.”

Peter Weeda

“In de eerste ronde speelde ik tegen René van Es in een hele volle zaal. In een pseudo-Panov kon ik al snel een pion winnen, en met actief staande paarden dacht ik snel door te kunnen drukken. Maar dat liep toch iets anders. Op een klein stukje bord krioelden vier paarden en vier torens onoverzichtelijk door elkaar heen en René weefde daarin een originele val, zodat hij twee paarden won tegen een toren. Er resteerde een remise-eindspel, dat echter nog voldoende kansen bood. Dat bleek toen René, die zijn twee paarden steeds gegroepeerd liet optrekken, daarvan de nadelen ondervond, in een kleine combinatie stapte en iets later de partij kon opgeven.”

Arie de Jong

“Vorig seizoen was voor mij erg moeilijk Na een succesvolle operatie lacht de toekomst me weer wat toe en ben ik maandag weer van start gegaan. Ik trof met zwart Paul Wilhelm, die een Engelse opening aanboorde. Nu had ik al een jaar bijna geen stuk meer aangeraakt, en zo wel, dan vaak verkeerd! De eerste zetten: 1. c4, e5 2. Pc3, Pc6 3, g3 Hier had ik nog wel kennis van 3. Pf3, g6 4. d4, ed4 5. Pxd4 ,Lg7 6. Pxc6, bxc6 7. g3, Pge7 8. Lg2, 0-0 9.0-0, d6 en het spel ontwikkelt zichzelf. Maar de praktijk liet anders zien; 3 g3, g6 4 Lg3, Lg7 En tot mijn verrassing: 6 Tb1?! met een directe flankaanval. Ik wist dit te bezweren en uiteindelijk ontstond deze stelling na 25. bxc5: Wit: Kg1, Db2, Tc1, Tf1, Pe2, a5, c5, f2, g3 en h2. Zwart: Kg8, Dd7, Tb8, Tc8, Pa6, b5, f7, g6 en h7. Ik speelde 25 … Pxc5 waar Txc5 geboden was, 26.Tfc1 met penning. Na 26 … Dd6 en 27. Dd4 heb ik opgegeven.”

Arno van Houten

Arno speelde tegen het kersverse clublid Fred de Wild.

Hij schrijft: “Altijd lastig zo’n eerste ronde. Wel een mooi moment, een volle speelzaal met ook dit jaar een flink aantal nieuwe leden. Na de opening had ik moeite om een goed plan te bedenken. Ook moest ik nog een goede bestemming voor mijn loper op c8 vinden. Daarnaast had ik kleine zorgen over een mogelijke aanval van Fred. Ik denk dat de opstoot f2-f4 te opportunistisch was. Met tempowinst kon ik mijn stukken in het spel brengen. Om tegenspel te krijgen kon Fred een paard op f5 offeren. Vanaf dat moment moest ik nauwkeurig rekenen om niet in een gecompliceerde variant te verliezen. Nadat de stofwolken rondom mijn koning waren verdwenen bleef er een eindspel over waarin ik een stuk tegen een pion meer had. Nog steeds maakte Fred het mij niet eenvoudig. Ook in het eindspel wist Fred de nodige tactische wendingen op het bord te toveren, inclusief een fraai pat-motief. Toen ik deze laatste hindernis had genomen kon Fred mijn promotie niet meer verhinderen. Een zware partij tegen een niet te onderschatten sterke speler!”

Henry Pijpers

“Na een zomerstop weer vol goede moed een partijtje gaan schaken. Gezien het hoge percentage verlies en blunderpartijen van het afgelopen jaar goed om aan een nieuwe serie te beginnen! Ik had geluk en mocht tegen een nieuw lid met de naam Henk Ochtman. Altijd leuk een nieuw lid die schaken mogelijk leuk gaat vinden dacht ik en ook een bijzondere naam. Zou zomaar de re-incarnatie van een Oost-Duitse grootmeester kunnen zijn. Dit nieuwe lid ging van start met het Koningsgambiet, wel jammer want ik wil graag zelf iets offeren voor actief spel. Ik hoorde tijdens het rondlopen (eerder is dit gedrag met "squichen" benoemd) dat onze Grootmeester Hertog Jan graag het Halloween gambiet wil spelen, dus wees gewaarschuwd!!”

“Ondertussen kwam er een grappige stelling op het bord die ik graag mag zien. Een voorbeeld van ‘het betere koffiehuis schaak’ waar Pietrow en Weeda hoofdschuddend naar kijken. Uiteindelijk bleek mijn tegenstander Henk het ook leuk te vinden om wat te offeren en zelfs mij een dame te geven voor enige compensatie. Na een koningsjacht (ik heb denk ik wel 30 velden gezien met mijn koning) werd ik uiteindelijk mat gezet midden op het bord! Een amusante partij tegen een nieuw lid die later een rating bleek te hebben van 2088. Dank voor een avondje amusement!!”

Henk Ochtman is voormalig lid van Schiebroek en SWR, al waar hij het schaken leerde op de jeugdafdeling, mee ging op schaakkamp en basisspeler was van het eerste team. Henk komt van Overschie, waar hij extern uitkwam in het eerste team dat in de KNSB speelde, zie verder het boekje 50 jaar Schiebroekse schaakgeschiedenis.

Leo Verhoeven

“De partij tussen Leo Verhoeven en Herman Beerling had langere tijd een evenwichtig verloop. Totdat Herman op de 15e en 16e zet minder nauwkeurig speelde. Daarna stond wit opeens zeer overwegend. Zes zetten later had wit een vrijpion op c6 die stevig werd ondersteund door een loper op g2 en een toren op c1. Herman probeerde het actief tegen te spelen. Maar een gaatje in de combinatie kostte hem zijn a-pion. De witte pionnen op de damevleugel waren daarna alleen nog te stoppen met groot materiaalverlies. Herman gaf daarom op.”

Coen van Vlijmen

Vertelde mij dat hij tegen Jan Smit speelde. “Een hele spannende pot, tegen een aanzienlijk sterkere speler.” Logisch bij de Swiss-indeling op rating voor ronde 1 en 2. Coen vond dat ook wel leuk en spannend. Hij kwam de openingszetten goed door, maar reageerde ergens rond zet 13 verkeerd op een pionnenstorm op zijn koningsvleugel van Jan. “Ik had die pion op f5 toch anders moeten slaan.” Nu verloor Coen flink wat materiaal. Vorig jaar zou Coen zijn schaakstukken onmiddellijk in de wilgen hebben gehangen. Nu zit er een andere Van Vlijmen achter het bord, inmiddels mentaal wellicht wat harder geworden, en wilde proberen nog zo lang mogelijk partij te geven en lekker te blijven schaken. (Dat herkent schrijver dezes dus goed; ik kan ook genieten van een mooi toreneindspel, ook al sta ik 1 of 2 pionnen achter. Je hebt immers niet voor niets toreneindspelen zitten leren en laat je tegenstander maar bewijzen dat hij een theoretisch gewonnen eindspel kan winnen!). Toen Coen op zet 27 zag dat mat in 2 er zat aan te komen gaf hij zich definitief gewonnen.

Jan Smit

“Ik zou er graag een uitvoeriger stukje over mijn partij schrijven, maar de waarheid is, dat mijn tegenstander Coen van Vlijmen na 11 zetten redelijk spel ineens geheel onnodig twee stukken weggaf. Daarna was het nog wat gespartel tot bijna al zijn stukken van het bord waren en mat onafwendbaar was. Om negen uur was de partij al afgelopen.”

Dick Straathof

“Toen hij opgaf zei Harry Nefkens dat hij het gezien het ratingverschil lang had volgehouden.” Volgens mij had er misschien zelfs wel iets meer in gezeten. Na 33 zetten had ik nog maar vijf minuten over en hij nog drie kwartier. Het enige wat ik bereikt had was dat zijn koning niet helemaal veilig stond. Materieel was het in evenwicht. Maar na een schaakje koos hij een verkeerd veld voor zijn koning waardoor ik dankzij een extra tempo toch mat of damewinst kon forceren.”

Kijk hier om alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie bij Erasmus te bekijken.