24 jaar geleden speelde ik mijn eerste partij tegen Frits, ik won. Net als de meeste partijen die we daarna tegen elkaar speelden, mijn speelstijl lag hem niet. Frits noemde mij zijn ‘Angstgegner’.
Frits had een zeer aparte stijl van spelen. Ik heb jarenlang met hem in hetzelfde team gespeeld en hij speelde het liefst met zwart. Hij bouwde zijn stelling defensief op en liet het initiatief aan zijn tegenstander. Pas als hij verloren stond, sloeg hij keihard terug. Met de dame in de tegenaanval, schaakjes geven en opeens waren de kansen gekeerd. Als een kat met zeven levens, wist hij telkens die Houdini-act weer uit te halen. Niet goed voor onze zenuwen, wel goed voor het teamresultaat.
Frits stond altijd voor de vereniging klaar, eerst voor Hillegersberg, daarna voor Erasmus. Hij zorgde voor het materiaal, repareerde klokken en hielp met opruimen. Jarenlang heeft Frits schaakles gegeven op een basisschool. Ook op manifestaties zoals Koninginnedag was hij altijd paraat. Je kon altijd een beroep op hem doen, Frits was er altijd.
Frits hoefde niet zo nodig in het bestuur, dat paste niet zo bij hem. Hij was meer een ‘Einzelganger’, hij hoefde niet in het middelpunt van de belangstelling te staan, hij cijferde zich liever weg. Hij wilde liever die stille kracht op de achtergrond zijn. Hij was een trouw lid van onze vereniging. Ik kan mij niet herinneren dat hij ook maar één keer voor zijn team heeft afgezegd.
Dit voorjaar werd Frits ernstig ziek, de vooruitzichten waren slecht. Toch wilde hij de competitie afmaken, plichtsgetrouw tot het einde. Frits was heel nuchter onder zijn ziekte en accepteerde dat hij niet meer beter zou worden. Conform zijn wens is in besloten kring afscheid van hem genomen.
We hebben in Frits een trouwe schaakmakker verloren, we zullen hem missen.
Mijn laatste partij tegen Frits was alweer bijna 2 jaar geleden; ik ben blij dat we de punten gedeeld hebben. Frits, bedankt voor je vriendschap, we waren schaakmaatjes. Rust zacht.
Ruurd Ouwehand