Over tijgen, Loch Chess en inspirerende jeugd
Om kwart voor zeven tijgt hij in de richting van onze ruim bemeten speelzaal. Ja tijgt.
Een werkwoord uit vervlogen tijden. Taal die alleen onze Wim Witvliet gepraktiseerd moet hebben. Hij zal toen nog pril en vief geweest zijn.
Wim is uit de tijd dat Graf Ferdinand Von Zeppelin op vliegveld Waalhaven met zijn zeppelin landde en … is nog steeds vief, al neemt hij zijn wat tanende gezichtsvermogen voor lief.
Ik haalde hem om 18.15 uur op, nu hij zich eindelijk weer eens vrij kon maken om te gaan schaken. Want Wim is op hoge leeftijd nog steeds druk. Meestal heeft die drukte iets met – vaak internationale – herdenkingen van de oorlog te maken.
Ook aanstaande zaterdag mag ik hem op gaan halen, als hij het op uitnodiging van de RSB op gaat nemen tegen de 7-jarige regionale pupillenkampioen, Oscar Verwer. De oudste tegen de jongste. Zelf is Witvliet de oudste clubspeler van de RSB. Plaats van handeling: Erasmus Sports Centre. Nee, niet de gymzaal van Borgsate, maar die van de Rotterdamse universiteit aan de Burgemeester Oudlaan. Komt allen, die het schaken lief hebt.
Inmiddels is het 18.55 uur. In de speelzaal zitten een stuk of 10 pupillen in carré opgesteld ademloos te luisteren naar Pim Kleinjan. Hun gelaatsuitdrukking verraadt de hoge moeilijkheidsgraad, hun lichaamstaal betrokkenheid of is het leergierigheid. Goed bezig die prille prachtige jeugdafdeling van onze club!
Wim Witvliet maakt zich inmiddels nuttig met het opstellen van de stukken, evenals René van Es.
Ons tweede speelt de eerste thuiswedstrijd en meteen al de lakmoesproef. Tegen Dordrecht namelijk, onze angstgegner zo lijkt het wel, want er wordt met ontzag over het nog onderweg zijnde team gesproken. Of dat terecht is, zullen we straks zien. Erasmus kan daar in ieder geval een versterkt en gemotiveerd Wim Posthumusteam tegenover stellen!
Inmiddels – het is 19.25 uur – druppelen de eerste Dordtse schakers geruisloos onze speelruimte binnen. “Loop jij (ook) hier een beetje belangrijk te doen?” Zo begroette de zevendebord-speler van Dordrecht Johan van de Griend me. Johan doet met regelmaat mee aan Erasmus’ schaaktoernooien en we zien elkaar tijdens tienkampen in Wijk aan Zee. Van hem is niet te winnen. Je kunt alleen van hem verliezen. Om maar even onze beste voetballer te citeren, een voetballer die we zo node missen. Hij straalde op alle velden virtuositeit en nog veel meer uit. Deze Johan (de schaker dus) straalt 64 velden degelijkheid uit. En hij zit aan bord 7! Kun je nagaan hoe sterk hun team moet wezen, realiseer ik me.
De ongekende krachtmeting tussen beide op papier bijna gelijkwaardige krachtteams zou geen brisante partijen gaan opleveren. Integendeel. Uren achtereen is er die oorverdovende stilte zich vullend met harde strijd op alle borden. Cander Flanders won – waarschijnlijk weer in zijn flamboyante stijl, Pieter Sturm speelde een stelling waar ik jaloers op was, maar die ook veel te moeilijk voor me was – geen stuk stond lekker uit de wind, er hing van alles en … wie stond eigenlijk beter?
Drie uurtjes later beleven wij een verdiende Erasmiaanse winst van 5-3, Johan van de Griend speelt remise aan bord 7 tegen onze Arno van Houten. Bord 1 (Cander) en 8 (Davin Mostert) winnen. Op onze teamwinst kan door de Dordtenaren weinig worden afgedongen al twijfelden omstanders zichtbaar aan de goede afloop van het dame tegen drie verbonden pionneneindspel aan bord 8. Davins koning bleef wel erg lang afzijdig, als ware hij niet bereid zich in het strijdtoneel te begeven, om uiteindelijk toch aarzelend te naderen, ergo beslissend in te grijpen. Geen enkele partij ging dus verloren. Compliment aan ons tweede team!
Terug naar de aanloop van deze inspirerende avond. Het is nog voor half acht, het moment waarop Jan Hoek van Dijke (aan) Swiss de definitieve opdracht ‘do pairing’ zal geven.
De jeugdspelertjes inspireren me, merk ik. Geweldig gevoel. Pim glundert zichtbaar. Andrzej Pietrow vult hem twee keer aan, Anton van Bokhoven staat belangstellend te luisteren, klaar om in te grijpen. Peter Ruimschoot onderhoudt en communiceert. Met ouders. Ik duw hem een map in handen, vol met restanten van ons openingsfeest. “Kun je er nog wat mee?” vraag ik.
Loch Chess
Jeugd inspireert. Dat is evident. Zo laat kunstenares Karin Miedema zich inspireren door haar 3-jarig zoontje Roi, die al vroeg door de magie van schaakstukken werd gegrepen. Hij speelde toen al zijn eerste partijtje tegen zijn kunstzinnige mamma. Karin herinnert zich haar zege nog heel goed, een feestje dat zich daarna nooit meer liet herhalen.
Haar schakende pupil inspireerde de docente tot het maken van unieke schilderijen. Ik kwam ze bij toeval tegen nadat ik ‘schaakkunst’ had gegoogeld (http://www.schaakkunst.nl/schaakkunst_over_Karin.htm).
Lochchess. Zo betitelde Miedema haar schilderij. Originele naam, een prachtig inspirerend beeld. Ik was verrast. Karin heeft er nog meer gemaakt, vooral om de speelzaal van de Eindhovense schaakvereniging mee op te sieren, en zo vertelt Karin: “Het maakt in ieder geval ook indruk op de tegenstanders tijdens competitiewedstrijden.”
Opmerkelijke uitslagen:
Wim Westerveld – Dick Straathof 0-1 (zie het verslag van Dick over zijn winstpartij).
Verdienstelijk waren ook de remises van Ruurd Ouwehand tegen Andrzej Pietrow en van Bram de Knegt tegen Pim Kleinjan.
En dan laten we nu onze gastschrijvers aan het woord:
Murdoch Mac Lean:
“Soms heb je van die momenten dat je het liefst je schaakbord uit het raam wil smijten. Zo ook maandag avond na afloop van mijn partij tegen Zoltan Brindza. Na een Siciliaan won ik een pion en eigenlijk ook de partij, maar nee ik wilde het weer te mooi doen. In plaats van gewoon te ontwikkelen met Pc3 ging ik met de h-pion wandelen. Oh, had ik het maar niet gedaan. Ik kon afwikkelen met een torenoffer naar remise. Maar nee hoor, het kon niet meer fout gaan en moest aan Jan Smit denken. Hij had dit immers ook meegemaakt. Snel vergeten maar.”
Dick Straathof:
… wist onze clubkampioen met zijn eerste verliespunt op te zadelen:
“In mijn partij tegen Wim Westerveld had ik over geluk niet te klagen. Na de eerste zetten die waarschijnlijk in geen enkel openingsboek zijn terug te vinden stond ik niet echt lekker. Mijn dame was aan de wandel gegaan, maar werd weer teruggejaagd en door mij op een verkeerd veld neergezet. Dat had een pion kunnen kosten, maar gelukkig zag mijn tegenstander het niet. Die wilde de stelling positioneel aanpakken, maar dat lukte niet helemaal doordat ik een zwakke pion met verschillende stukken tegelijk kon aanvallen. Dat vereiste een zelfde aantal verdedigers waardoor de deur open werd gezet voor een koningsaanval met stukoffer. Helemaal correct leek het achteraf niet, met de juiste verdediging was het waarschijnlijk wel te houden.
Maar toen de rook begon op te trekken kon ik door dameruil en een schaakje met een toren het geofferde stuk terugwinnen. Er kwam uiteindelijk een toreneindspel op het bord dat niet al te moeilijk was om te winnen. Niet alleen omdat ik een pion meer had, maar ook omdat de toren van mijn tegenstander zich nauwelijks kon verroeren om niet nog meer pionnen te verliezen.”
Eric Hoogenes:
“Ik speelde met wit tegen Emil Verhoef. Het was de reply van de wedstrijd van twee weken terug die door een probleempje mijnerzijds geen doorgang kon vinden. Het was een Nimzo-Indisch met g3 waarin wit comfortabel uit de opening kwam. Weliswaar met de dubbele c-pion, maar dat is in deze opening geen nadeel.
Emil vergat zich te bevrijden met e5 waarna er een wit paard dat veld innam na een springerig gedoe via Pf3-d2-e4-d2-f3-e5 binnen 8 zetten! Zwart offerde een pion in het centrum, maar ook dat bracht weinig verlichting. Met name ook omdat de loper op c8 nog lekker ingemetseld stond. Uiteindelijk kon die loper tegen het paard worden geruild ten koste van een tweede pion. Maar dat was te veel om het tij te kunnen keren. 1-0”
Anton van Bokhoven:
“De partij tussen Peter Ruimschoot en mij zal ik proberen te reconstrueren, aangezien ik mijn notatie (die niet zo correct was) keurig opgevouwen in het zakje van mijn overhemd had gedaan en het dinsdagmorgen terugvond in de wasmachine, die in de nacht zijn werk had gedaan. Peter opende met c4, waarop ik als oud Drechtstedenaar antwoordde met d6, het begin van de zwarte leeuw (ooit door Papendrechters uitvoerig behandeld in het boek ‘De Zwarte Leeuw’). Het vervolg e4, werd door Pd7, beantwoord en de volgende zetten van wit gaven mij de gelegenheid de openingstheorie van De Zwarte Leeuw keurig op het bord te krijgen.
Mede door het feit dat ik het achterste van mijn tong niet wil laten zien, stop ik hier met de notatie. Na het schuiven met de pionnen en de stukken kreeg ik in het middenspel een onaantastbare pion op e5 en de open d-lijn, waarop ik na verloop van tijd een volbloed op d4 kon plaatsen die de controle had over het centrum. En na het geven van de nodige schaakjes met loper, paard en dame, maakte Peter een foutje en verloor zijn dame . Einde wedstrijd.”
Zo, dat was het weer. Met dank aan de individuele bijdragen van onze clubleden. Op naar de volgende ronde!
Kijk hier om alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie bij Erasmus te bekijken.
Jaap van Meerkerk