Over Saliekruiden, een surprisepaard en de pot van een Indische dame
Pas op voor Jan Salie!
Ik bedoel, wacht u voor een Jansalieachtige mentaliteit. “Thereby hangs a little tale”, zeggen de Britten zo mooi. Inderdaad, deze prepositie vraagt om uitleg.
Salie is een geneeskrachtig, rustgevend kruid. In de literatuur is een Jansalieachtige mentaliteit een lamlendige, die kan ontstaan als alles voor de wind gaat, alles meezit en je op je lauweren gaat rusten. Zoals de Republiek dat deed in de 18e eeuw, de eeuw na onze Gouden Eeuw.
De later zo bekritiseerde Jansaliementaliteit stak als vanzelf de kop op, een lamlendige mentaliteit van lekker genieten en van rustig aan doen.
De schrijver Potgieter voerde in zijn boek Jan, Jannetje en hun jongste kind de hoofdpersoon en zelfgenoegzame Jan Salie op en leverde daarmee verholen kritiek op de lakse mentaliteit in de Republiek, die heel nare gevolgen zou hebben… En zo is de term in onze taal terecht gekomen.
Terug naar het nu. Onze vereniging bloeit en groeit. Achterover leunen, van een volle speelzaal gaan genieten en zelfgenoegzaam babbelen over druk bezette toernooien. Moeten we allemaal niet doen. Saliekruiden zijn ook geneeskrachtig. Laten we die geur opsnuiven, ze opdienen en op zoek gaan naar een gezond kritische houding.
In deze tijden van bloei van onze vereniging lijkt het haast ongepast om toch bepaalde vragen te stellen, zoals:
Heeft iedereen het naar zijn zin? Doen we de goede dingen? Lopen we onszelf niet voorbij? Voelt iedereen zich betrokken? Voelt iedereen zich erbij horen? Voelt iedereen zich thuis?
Over zorgjes van de wedstrijdleiding
Begrijp me goed. Ook ik vind het geweldig. Erasmus draait supergoed. Steeds meer schakers spelen mee in onze interne competitie. Mooi allemaal. Maar…
Elke speelavond beleven wij als wedstrijdleiding kleine soms wat grotere zorgjes, voelen een – zij het vederlichte – spanning over de indeling opkomen. Zou iedereen wel komen? Zijn die 30 wijzigingen voor de interne (zoals afgelopen maandag) goed ingevoerd en zien we niemand over het hoofd? Zij alle afmeldingen doorgekomen?
Andere zorgjes: Het is extra druk met het inrichten van de zaal, vooral ook nu de jeugd in de speelzaal tot 19.45 uur les krijgt. Met een goedgevulde speelzaal is het een flagrant gegeven dat er extra veel werk op ons is afgekomen met opruimen, de kas opmaken, alle uitslagen verwerken en voor 0.00 uur online krijgen.
Het bestuur heeft tijdens haar laatste vergadering stilgestaan bij dit soort zaken. Wees alert! Blijf scherp. Volgende week gaan we in op diverse actiepunten, op de wijze waarop we als vereniging onze kracht verder proberen uit te bouwen en te versterken.
Bijna wekelijks hebben we tot nu toe nieuwe leden en aspirant-leden mogen begroeten. Maar als zich een zekere Jan Salie meldt, is het mantra: niet inschrijven
Verrassende uitslagen? Jazeker!
Paul Wilhelm – Zoltan Brindza: 1-0
Rogier Verkaik – Peter Torczynski: 1-0
Over beide partijen is verslag gedaan! En dan nu inzendingen van deze week! Leest u weer mee?
10. Hans Brobbel – Peter Aarnoudse
Peter schrijft: “Het was een open Siciliaan, waarin wit snel, al of niet bewust, afweek van de hoofdvariant van het door mij gespeelde systeem. Volgens de theorie heeft zwart dan gemakkelijk spel. Misschien wel door deze gang van zaken deed ik het wel erg rustig aan.
Ik bood dameruil aan omdat het eindspel zeer goed zou staan voor zwart, maar deed dat op een knullige manier. Wit kon die ruil eenvoudig vermijden, en het kostte me twee tempi, waardoor wit een dreigend initiatief leek te kunnen gaan ontwikkelen. Gelukkig beschikte ik over een giftige parade, waarna materiaalverlies voor wit onvermijdelijk leek. Dit zeg ik op basis van menselijke analyses. Weet nog niet of de computer er ook zo over ‘denkt’.”
4. André Boon – Wim Westerveld
Wim vertelde dat zijn partij tegen André spannender leek dan het eigenlijk was. Doordat Wim het een en ander over het hoofd zag, kon André lang tegengas blijven geven. Wim offerde een kwaliteit voor aanval. Dat offer bleek correct, maar Wim zag een eenvoudige stukwinst met Lc2 over het hoofd, waarschijnlijk omdat Wim een bepaalde aanvalsopzet van plan was en die planmatig beleef uitvoeren. Met h4 had de aanval nog sterker geweest. Het werd op het einde nog best spannend door enkele slippertjes, maar André kon het tij niet meer keren.
12. Cor van As – Ton Dulk
Ik vroeg aan Ton Dulk iets te melden over zijn partij met zwart tegen Cor van As. En vroeg of hij de zo gevreesde As-aanval over zich heen had gekregen. Ton begreep de beeldspraak niet, het zei hem niets. Toch trok Cor flink van leer, zo blijkt, maar niet met de g- en h-pionnen na lange rokade.
Ton Dulk: “In een erg wisselvallige maar wel boeiende partij kwamen Cor en ik om de beurt gewonnen te staan. Toen Cor in de tijdnoodfase (terecht?) dacht dat het helemaal uit was, gaf hij pardoes een stuk weg en ging hij zelf mat.”
Inmiddels weet ook Ton waarom ik een pionnenstorm op de koning vergelijk met een vulkaanuitbarsting en dus via beeldspraak koppel aan de achternaam van zijn tegenstander.
1. Paul Wilhelm – Zoltan Brindza
Paul vertelt: “Op grootmeesterniveau is de variant met Lb4 en daarna weer terug naar e7 met een witte pion op b3 de ‘dood-in-de-pot’ variant van het Dame-Indisch. Gelukkig mogen wij wat meer fouten maken zodat het niet gewoon remise wordt. Ik week op zet 13 af van de hoofdvariant (die was ik even kwijt). Zoltan reageerde wat tam met Pf6, waarna de opgeschoven e-pion geruild werd en ook de overgebleven paarden. Hierna bedacht ik een plan dat ik niet uitvoerde – dus terug met de loper.
Dit gaf zwart de tijd om gevaarlijk c5 op te spelen met potentiële matdreiging op g2. Ik vond dat ik daar wel uit kon lopen, en Zoltan dacht er ook zo over. Ten onrechte, niet dat het mat liep, maar toch… En toen stond ik wat beter en produceerde een remisevoorstel. Zwart weigerde en ging toen, zoals zo vaak, in de aanval met zijn pionnen, gaf het veld d5 terug aan wit en stond toen echt beroerd. Hierna een petit combinaison met een schaakje wat een stuk opleverde. Daarna was het niet moeilijk meer.”
3. Ruurd Ouwehand – Henk Ochtman
Henk kruipt met zijn laatste twee zeges richting de top. Wakker geschrokken van ‘remisekoning’ een bijnaam die hem kennelijk zoveel veel schrik aanjoeg dat hij er eens goed voor is gaan zitten. Hij speelde tegen niemand minder dan degene die Zoltan de verschrikkelijke wist te verslaan, Ruurd Ouwehand. Maar, zo vertelde Henk per mail, Ruurd zat met zijn hoofd bij surprises en Sinterklaas: hij deed hem zijn paard cadeau.
17. Carel Keller – Leo de Rooij
Carel stond tegen Leo een pion voor en ging een eindspel in met gelijke lopers. Carel wilde op tijd naar huis en stelde remise voor, hetgeen direct werd aangenomen.
18. Jan Bruinsma – Jeroen Landsheer
Jan vertelt: “Hij heeft, volgens eigen mededeling, meerdere wedstrijden gewonnen en hij maakte mij in doordat ik zat te slapen bij een cruciale zet. Jammer, maar hij is niet onoverwinnelijk. Lijkt mij een leuke speler en mag een zwaardere tegenstander hebben.”
19. Peter Torczynski – Rogier Verkaik
Rogier doet verslag: “Ik liep een lange tijd tegen een achterstand aan door een blunder waardoor ik mijn loper kwijt raakte voor 2 pionnen. Ik kon daardoor wel een aanval starten wat achteraf door Peter eenvoudig te verdedigen was, maar hij speelde te nonchalant en te snel waardoor hij een bepaalde stelling over het hoofd zag. Ik kon mijn aanval doorzetten en zijn dame pakken. Een spannende partij en leuk om van iemand te winnen die een veel hogere rating heeft.”
2. Murdoch Mac Lean – Pieter Sturm
Pieter Sturm schrijft: “Het was een symmetrisch Engels, c4-c5, een symmetrische opbouw met veel stukkenruil. Het zag er snel remise-achtig uit met misschien een klein plusje voor zwart. Na een vermoeiende dag was ik tevreden met een gelijkspel.”
7. Jaap van Meerkerk – Leo Verhoeven
Jaap noteert hierover: “Ik speelde tegen Leo Verhoeven via een forced pairing, want mijn tegenstander aan bord 1 (Dordrecht 6) kwam niet opdagen. Leo zat er verweesd bij, want hij had geen tegenstander. Leo legde het aan met het Hollands (Leningrader systeem) en ik koos de hoofdvariant met g3 en c4. Leo koos met e6 een variant met een vraagtekentje (normaal is c6, of Dc8, of Pc6).
Het draaide na de opening om de opstoot e4 van wit, en om de vraag of zwart initiatief in het centrum en op de koningsvleugel kon ontwikkelen. De partij bleef in evenwicht en nadat slechts zware stukken overbleven was veel muziek uit de stelling en besloten we tot remise.”
16. Harry Nefkens – Alik Tchavelachvili
Harry: “In mijn partij met wit tegen Alik speelde ik de Siciliaanse opening. Er volgde een koningsaanval op zwarts rokadestelling, die na het offeren van de h-pion in een massa-afruil resulteerde.Het eindspel begon voor wit met een pluspion maar ook twee dubbelpionnen. Later promoveerde zwart op b1 gevolgd door promotie van wit op h8, schaak gevend op c3, zwarts zet Kd3 resulteerde na Dh7 in dameverlies waarna zwart opgaf.”
6. Pim Kleinjan – Arno van Houten
Arno doet verslag: “In de elfde ronde met zwart tegen Pim. Ga er maar aanstaan. De opening verliep tam. Tot in het verre middenspel bleven alle stukken op het bord. In de stelling zag ik geen direct voordeel voor wit of zwart. Ik had ondertussen wel een ander klein voordeel: Pim verbruikte veel tijd. Een penning en de strijd om het veld d4 waren de onderwerpen waar Pim en ik ons hoofd over konden buigen. Pim ging in de denktank en offerde een pion voor de open d-lijn. Zou de partij dan beslist worden door een tactische wending?
Even leek het erop. Gelukkig kon ik me tegen stukverlies verdedigen. Scherp gezien van Pim. Op dat moment stond ik een pion voor in een eindspel, we hadden allebei een dame en twee lichte stukken. Ik moest oppassen voor mat op de onderste rij. Uiteindelijk kon ik afwikkelen naar een eindspel van (sterk) paard tegen loper. Ook in deze fase van de partij bleef Pim sluw. In tijdnood van beide spelers moest Pim zijn loper offeren om promotie te voorkomen. Stuk en een pion voor, met nog een kleine hindernis te gaan kon ik de partij beslissen.”
Dat was het weer voor deze week. Weer veel dank voor alle inzendingen!
Kijk hier om alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie te bekijken.
Jaap van Meerkerk