Over maatwerk, een vergrootglas,
en zeker geen vreemdeling…

Hoor wie klopt daar schakers, zachtjes tegen het raam. Tis zeker geen vreemdeling en ik vraag niet naar zijn naam. Joram Simons is het. Twee jaar geleden nog bestuurslid en jeugdleider. Alsof ie niet is weggeweest.

“Ik wilde wel eens zien of het echt waar was wat ik op de website las! Sinds mijn vertrek is de club ongekend gegroeid.”

Wat ik toen zei is niet voor herhaling vatbaar. Maar gelukkig ging Joram niet direct weg. Integendeel, menigeen verraste hij met zijn bezoek. Joram – want je leest zeker weten mee – zal ik je maar gelijk indelen voor ronde 10? Haha. Over herintreders gesproken.

Om er maar eens enkelen te noemen: Siep Foekens (15 jaar geleden: “Ik neem even een jaartje sabbatical.” Ja, ja) en Nol Prop (beroemd snelschaker en lid van de jeugdcommissie, die mij de studie pedagogiek wist aan te bevelen). En natuurlijk, daar kan hij niet onderuit, onze pseudo-Roemeen Maurits Janmaat. Want zijn zoontje krijgt bij ons sinds kort les! Kom op, Maurits. En Rutger Cogenbach, Hidde Valk, en nu ga ik namen vergeten. Wie trekt de oude clubgenoten over de streep?

Er kunnen met gemak 80 schakers meedoen aan de interne. Nou gemak… We zitten nu op 68. En dan is er gelukkig nog ruimte voor de externe wedstrijden.

Nu eerst even het vergrootglas op onze nieuwe spelers!

Zoltan Brindza (2057) staat fier aan kop en is ongeslagen: 8½ uit 9. Ongekend. Hij is inmiddels uitgegroeid tot ‘the man to beat’. De messen worden al geslepen, zo merkte ik nadat ik de indeling voor ronde 9 bekend maakte.

Dick Straathof (1816) begon met een formidabele reeks van 5½ uit 6, gaf zijn visitekaartje af door onze clubkampioen in ronde 6 beentje te lichten en wist onder andere van Cander Flanders en Arno van Houten te winnen. In Murdoch Mac Lean, alias Big Mac, en André Boon verslikte Dick zich en staat nu met 5 ½ uit 9 op de negende plaats.

Eric Hoogenes (1985) staat met 5½ uit 9 op plaats 10, maar heeft drie byes opgenomen. Zijn werkelijke score is 4 uit 6. Eric doet dus wat we van hem verwachtten en moest slechts aan Zoltan het volle punt laten.

Henk Ochtman (2088) moet nog wat op stoom komen en heeft eveneens 5½ punt. Deze Schiebroekenaar en voormalig SWR-lid is nog ongeslagen, maar als remisekoning of als ik het zo mag noemen, met een Giri-mentaliteit, bereik je bij Erasmus de top-3 niet. Henk staat nog op plaats 11.

Alek Dabrowski draait vanaf ronde 1 mee en werd ook lid van Erasmus aan het begin van dit seizoen, zodat hij extern, in het eerste team, ook zijn bijdrage aan onze vereniging kon gaan leveren. Alek staat met 5 punten op een te bescheiden plaats. Er is altijd die druk als je bij je nieuwe club je visitekaartje wilt afgeven. Alek vindt zichzelf, enigszins teleurstellend, met 5 punten op plaats 25 terug, maar weet zich in gezelschap van gerenommeerde spelers.

Met alle nieuwe leden bij Erasmus is ook de speelsterkte toegenomen. De Erasmustop heeft zich verbreed. De concurrentie is toegenomen. Meer schaakstrijd, meer onverwachte zeges, meer dramatisch verlies.

Hans Brobbel kent geen remise. Hij heeft drie overwinningen en vier verliespartijen. Hans meldde zich na ronde 2, werd aspirant-lid vanaf ronde 3, won van Gerrit Boer, en besloot een of twee ronden later lid van Erasmus te worden. Heel fijn te weten dat hij het naar zijn zin heeft bij ons!

Gerrit Boer, ook al een man zonder remises. Zouden nieuwkomers niet weten dat een remise ook een mogelijke uitslag van een schaakpartij is…

Fred de Wild (juist ja, de vader van René): heeft ook al geen remises op zijn scorelijstje staan. Fred kwam begin dit seizoen bij Erasmus en voelde zich snel thuis, al trof hij het niet en kan ik het geen verwennerij noemen als hij tegen kanonnen als Arno van Houten en Henry Pijpers wordt ingedeeld. Fred verliest die eerste twee partijen, recht zijn rug en wint de twee volgende partijen, en zo gaat het wat op en neer. Hij staat met 3½ punt op pek 49, naast voormalig clubkampioen van SWR en ex-voorzitter Herman Beerling.

Leo de Rooij moest echt even wennen aan het wedstrijdschaak, nadat hij zich na ronde 4 bij ons meldde. Na zijn eerste wedstrijden tegen Coen van Vlijmen en Peter Hurkmans had Peter nog geen halfje gescoord. Wat er daarna gebeurde blijft gissen. Maar Leo versloeg achtereenvolgens Vincent Smol (alias Smollie) werd lid van Erasmus en versloeg daarna Rens Hesselmans (bekend van de Hesselmansjes, winnende zet uitvoeren en daarbij wanhoop uitstralen). Hij staat met 2½ punt op plek 57, maar heeft nog wat byes te goed.

En dan zijn er ook nog een paar aspirant-leden.

Salier Salhi meldde zich na ronde 4, verloor in ronde 5 van Jan Hoek van Dijke en kwam daarna een paar keer kijken.

Peter Torczynski meldde zich in ronde 9 als mogelijk clublid, hij schaakt ook bij RSR Ivoren Toren en is afgelopen maandag voor het eerst komen schaken. Hij werd tegen Ruurd Ouwehand ingedeeld via een zogenaamde forced pairing. Peter kan goed schaken en heeft voorheen nog in het eerste team van RSR Ivoren Toren gespeeld. Peter is de laatste jaren een paar honderd ratingpunten gezakt, maar zit altijd nog rond de 2000 en is op zoek naar zijn oude niveau. Experimenteert nu met de openingskeuze.

Dat doen er meer. Wim Westerveld bijvoorbeeld, die na lange tijd vorig seizoen het echte wedstrijdschaak weer heeft opgepakt en met flankopeningen aan het experimenteren sloeg. En dan Wim Posthumus, die nu al weer wat jaren geleden ook na jaren weer ging schaken. Deze Wim moest een geheel nieuw repertoire gaan opbouwen. Maar na de opening is het middenspel uitgevonden en gaan we pas echt schaken, heb ik eens een bekend schaker horen zeggen.

Overigens, wie ouder wordt (en wie niet) komt vroeg of laat vaak tot afwegingen de openingen wat aan te passen. Heel interessant om daar eens onderzoek naar te doen! Wat is de relatie tussen leeftijd en openingskeuze?

Peter Torczynski koos voor nu het – sommigen zeggen stoffige, anderen spreken van solide – Geweigerd Damegambiet in plaats van zijn vertrouwde Konings-Indisch. Het waren de eerste zetten die ik als tiener via de Theorie der Schaakopeningen (Max Euwe) uit het hoofd leerde: 1.d4 – d5, 2. c4 – e6 3. Pc3 – Pf6 4. Lg5 – Le7 enzovoort. Ik hoorde van hem de beweegredenen en die hou ik lekker voor me. Ontdek ze zelf.

Maar goed, Ruurd, met wit dus, speelde rustig tegen en kwam in gelijke stelling uit de opening, bezorgde Peter een dubbelpion en bood in het vroege eindspel remise aan. Torczynski wilde aanvankelijk nog wat doorspelen. Tja, wat doe je dan? Ruurd probeerde deze weigering in extra energie om te zetten en zelf op zoek te gaan naar een winstvoering. Het werd remise. Peter zal vrijwel zeker mee blijven spelen in onze interne competitie, al moet hij voor ronde 10 nog even passen. In ronde 11 zien we Peter weer in de Erasmus-arena.

Jeroen Landsheer meldde zich even voor 19.30 uur bij de speelzaal. Hij heeft geen clubervaring, maar speelt wel regelmatig een schaakpartijtje. Omdat we problemen hadden met het programma Swiss en de indeling toch opnieuw moesten maken – ik zal u de technische details besparen – kon ik hem aanbieden een echte partij te spelen. Het werd een remise-eindspel met alleen pionnen en alle zware stukken. Coen verslikte zich een volle toren en deed zichzelf daarmee een halfje tekort. Jeroen wordt ook in ronde 10 ingedeeld en we hopen dat hij zich bij Erasmus snel thuis voelt en zich welkom weet.

Smoelenboek

Het Erasmus smoelenboek met foto’s van alle deelnemers, wordt de komende weken dan ook weer aangevuld. Dus onze nieuwkomers kunnen tijdens de volgende ronde een fotograaf naast hun bord verwachten.

Help! Meer handjes nodig

Het wordt dus steeds gezellig-drukker op de club. Gelukkig steken Murdoch Mac Lean, en tot voor kort René van Es, en Kees van Toor, en enkele bestuursleden vanaf 19.00 uur al flink de handen uit de mouwen. Maar, meer handen zijn nodig! Om de lasten te verdelen.

Om 19.45 uur, als de meeste clubleden de zaal binnenkomen, is het streven erop gericht dat alle borden, stukken en klokken gereed staan voor gebruik. Een prachtig gezicht, een beetje Wijk aan Zee. Dat betekent dat er nog meer clubleden nodig zijn om vanaf 19.15 uur het materiaal in gereedheid te brengen.

En dan laat ik nu enkele spelers zelf over hun gespeelde partij aan het woord. Het nummer geeft het bordnummer aan.

3. Andrzej Pietrow – Wim Westerveld

Ondergetekende schrijft over deze partij, op basis van nabeschouwingen en mailuitwisseling tussen beide grootmachten.

Ik meende tijdens mijn rondgang langs de borden de structuren van de Colle Zukertort op bord 3 te herkennen en begon te nu echt squinchen. Opmerkelijk dacht ik. Vrijwel altijd fianchetteert de witspeler zijn koningsvleugel, nu had hij b3 gespeeld en kennelijk Lb2. Ik miste echter de loper, die was inmiddels al tegen het paard op f6 geruild. Dat moet dus wel op zet 3 of 4 zijn gebeurd. Voor het overige stonden de stukken volgens de opzet van de Colle Zukertort.

Wim had door c5 en d6 te spelen een dubbelpion toegelaten. Tja, over de voor- en nadelen van deze ruil zullen beide combattanten verschillend denken. Kleine verzwakking van de koningsvleugel (hoewel, verzwakking, wit mist zijn zwarte loper en zwart kan zijn koningsstelling met een juiste pionnenopstelling nog goed verdedigen. Maar hoe zwaar telt het opgeven van het loperpaar?

Andrzej bekritiseerde de indeling van Swiss want waarom zou de lijstaanvoerder tegen Iemand spelen die op plaats 15 staat? Maar Swiss heeft in zijn programma de opdracht om ook naar de kleurverdeling te kijken. Wie wil voorspellen wie zijn volgende tegenstander is, moet daarmee rekening houden. Bovendien weet hij nog niet welke afmeldingen er zijn.

“Joh, we gaan elkaar toch een keer tegenkomen”, suste Wim de gemoederen van zijn tegenstander. Andrzej koos daarom bewust voor een onverwachte opzet van zijn witte stukken en voor een onregelmatige opzet. Wim, die graag met Houdini zijn partijen naspeelt en analyseert, vertelde steeds ietsje beter te hebben gestaan en dat hij ergens zelfs een winstpoging had gemist.

Andrzej meende dat deze poging (cxd4) in verband met een vrije b-pion voor wit, ook riskant zou zijn geweest en dat de wederzijdse conclusie in de analyse na afloop hun partij hiermee geweld werd aangedaan. Dat zijn opgeworpen blokkades zwart elk serieus tegenspel hadden ontnomen. Hij wees erop dat de stelling tijdens de partij in evenwicht is gebleven. Het was een boeiend gevecht, dat is zeker en het evenwicht werd niet echt verbroken.

9. Davin Mostert – Henk de Kleijnen

Davin schrijft: “Na de opening was het niet helemaal duidelijk wie er nu beter stond. Henk leek iets meer ruimte te hebben, maar ik kreeg een aantal mooie velden. Eenmaal een aantal stukken daarheen verplaatst kreeg ik kansen in het middenspel. Helaas voor mij kon Henk met twee paarden alles vastzetten en verdedigen, waarna er een afruil ontstond.

Na die ruil stond mijn paard op een nogal vreemd veld, buitenspel. Henk kreeg vervolgens nog mogelijkheden in het eindspel, maar voor hij kon promoveren had ik eeuwig schaak te pakken. Beiden konden we leven met een half punt en remise leek na deze partij ook wel een terechte uitslag.”

10. Arie de Jong – Cander Flanders

Arie schrijft: “Ik heb 2 minuten! Meer is de partij ook niet waard. Een Geweigerd Damegambiet, waarin het spel langs hoofdlijnen werd gespeeld. Wit kreeg geen mogelijkheid in het centrum iets te bereiken. Het slot was onontkoombaar remise.”

11. Alek Dabrowski – Kees van Toor

Alek schrijft over zijn partij:

“Slecht spelen en toch winnen. In de negende ronde mocht ik aantreden tegen Kees van Toor. Voor het begin van de partij groeven we in ons geheugen want wij hebben ooit ergens eerder tegen elkaar gespeeld. Later liet mijn database zien dat dit klopte. Precies 27 jaar geleden, op 30 oktober 1990, streden we tegen elkaar in de promotieklasse. Kees speelde toen met zwart de Caro-Kann en deed dat 27 jaar later weer.

Er waren meer gelijkenissen tussen de twee partijen. Ik schaakte als een wildeman, de stelling was chaotisch en ik kreeg een superpaard op de zesde lijn. Anders was dat ik deze keer met een dosis geluk won. In de opening verspilde ik al twee pionnen voor slechts een zwakke illusie van een aanval. Kees ruilde echter op zet 16 in de betere stelling verkeerd af. Met een superpaard gaf ik schaak op f6.

De computer gaf later aan dat ik vervolgens een winnende dame-aanval had kunnen inzetten. Ik koos er achter het bord voor een loper te pakken en ik behield een dreigende stelling. Twee zetten later gaf Kees totaal onverwacht een dame weg in een stelling waarin wit eigenlijk al beter stond. Ik speelde niet best, en dan toch winnen.”

Kijk hier om alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie bij Erasmus te bekijken.

Jaap van Meerkerk