Over schrik bij de buren, analyses vanuit de kleedcabine en Handige Harry mat roetveegpiet

Pikantjes:

Jeugd test ervaren senioren over hun kennis van de beginopstelling! Lees het verslag van Emil Verhoef, die nadrukkelijk solliciteert naar de pechprijs van het seizoen 2017-2018.

Ook deze ronde liet het pechmonster hem niet met rust en deed zelfs tot twee maal toe een aanval op zijn gemoedstoestand. 

Geheimzinnige uitwisselingen van twee Erasmianen in kleedcabine Windas. Lees het verslag van Victor en het commentaar daarbij.

Nefkens, ook wel Handige Harry genoemd, schaakt tegen roetveegpiet. Ook dat nog.

Hoeveel decibel mag nog wel? Over zorgen voor morgen. Lees: “Samen babbelen…”

Andrés zoektocht en verlangens naar de schoonheid van het spel. Lees zijn verslag.

Offert Gerard … zich op / erop los / het 1 na andere stuk / zich stuk / een stuk of 2 … en hoe hij opponent Henk zeer woelige baren bezorgt. Lees het verslag van Henk de Kleijnen.

En we hebben (met dank aan de suggestie van André Boon) een nieuwigheidje op onze website. Klik op foto’s en de foto opent zich in een groot scherm! Ook suggesties voor de website? Mail dan naar webmaster@sv-erasmus.nl.

Hoe staan we ervoor?

Enkele uitslagen toegelicht:

Zoltan Brindza is afwezig en komt op 11 punten. Andrzej Pietrow wint van Henk Ochtman en pakt de tweede plaats. Henk blijft in de top acht. Pietrow komt op 9½ punt.

Wim Westerveld wint van Arno van Houten en pakt de derde plaats, eveneens met 9½ punt. Peter Aarnoudse (1700) wint van Murdoch Mac Lean, een bijzondere prestatie. Peter komt op plaats 5 met 9 punten. Opmerkelijk!

Pieter Sturm speelt remise tegen Paul Wilhelm en consolideert zijn positie in de top acht. Hij staat op plaats 4 met 9 punten. Paul staat op plaats 10 met 9 punten. Dick Straathof komt door zijn winst op Cor van As op 8½ punt en staat op de achtste plaats.

Kees van Toor wint van Ruurd Ouwehand en komt de top 16 binnen. Coen van Vlijmen werkt zich omhoog door winst op Jan Bruinsma (ronde 13) en Harrie Jansen (ronde 14) en staat nu op 4½ punt. Zie verder de stand van onze interne! En lees de verslagen van de inzenders! Maar eerst even dit:

Zelfsturend Erasmus?

Op weg naar de slimste schaakvereniging van Nederland. Het recept? Zelfsturing, samen op weg naar het ‘nieuwe schaken’. Je zet een pingpongtafel voorin de speelzaal. Hierin zitten geen schakers achter stoffige borden, maar staan vief achter glimmende strakke statafels. Geen uitslagenpapiertjes, notatiebiljetten en balpennen om de zetten te noteren. Alles digitaal naar de nieuwe visie.

En absoluut geen vaste schaakplekken (jammer voor Andrzej)! Alles flex. Rieten hangstoelen achterin de zaal. Kraanwater komt uit een biertap genaamd krnwtr. Aan de muur hangen e-schaakborden, tablets en motivatiespreuken als “Geloof in die ene reden waarom dit wel kan!” Geen bestuur, geen teamleiders, hou op zeg.

Ouderwets. Kan echt niet meer. Nee, bij deze club moet zelfsturing is de nieuwe mantra worden, het geheim van de nieuwe schaakclub. zelfsturende teams spelen interne competitie, zelfsturende teams van achttallen voor de externe en vooral zonder leider. De teams stellen zichzelf samen, bepalen alles zelf, hun eigen financiën, de opstelling, de invallers, en vooral, wie er in hun teams plaats mogen nemen.

Onzin? Lachwekkend? Ja, natuurlijk. Maar ik heb deze flauwekul vrijwel letterlijk overgenomen uit de krant van vrijdag 11 december, die op pagina 3 kopte: “Zelfsturing, het leek zo’n goed idee!” Gemeente Hollands Kroon (de hele kop van Noord-Holland, op Den Helder na) trapte in deze ongelooflijke fopvisie en weldra belandde de gemeente in een ware identiteitscrisis. Ze gooiden daar in het noorden met 32 zelfsturende teams de hele bestaande boel omver en besteedden miljoenen.

En dan zo’n spreuk op de muur durven schrijven, waaruit heel veel voorzien leed en voorspeld gemurmureer valt af te leiden. Ik heb hier en daar wat woordjes vervangen: schaakclub voor gemeente, schaken voor werken, schakers voor ambtenaren; zelfsturende teams voor dito ambtenarenteams kon ik zo overnemen.

Een hype, een foprealiteit, en in het noorden kennelijk gerealiseerde realiteit. De burgemeester, die het allemaal moet uitleggen, heeft geen eigen kamer (tja, die kon niet achterblijven natuurlijk) en kon de kritische journalist niet eens ontvangen: had geen kamer gereserveerd en alle kamers en bureaus waren al bezet.

Ik zal maar niet zeggen wat de inwoners ervan vinden: “De wereld op z’n kop”, “Zelfsturende teams? Er moet wel een stuurman zijn!”, “De gemeente is niet meer bereikbaar!”. Ik word inmiddels achtervolgd door een angstbeeld, een brisante krantenkop: Zelfsturend Erasmus volledig de weg kwijt. Toen werd ik wakker. Het was een rare, maar leerzame droom.

Moet bij Erasmus dan alles bij het oude blijven? Nee, natuurlijk niet, maar ik dacht zo dat we best aardig vernieuwend bezig waren, bezig zijn en zullen blijven. Maar laten we ons behoeden voor de waan van de dag of van de tijd en vooral de juiste dingen blijven doen. En wat dan juist is maken we zelf wel uit. Zo dat is er uit. Zucht. Reageren? Bel of neem contact op met K. Orrelatie.

Samen babbelen = 60 decibel

Wist u dat …

  • er Erasmianen zijn die zich steeds meer ergeren aan al dat gebabbel na de wedstrijd?

Zet mensen in een ruimte bijeen en binnen de kortste keren babbelen ze er flink op los. Eerst eventjes wat geroezemoes, al snel aanzwellend naar veel decibellen. Zo ook in onze speelzaal, wat in het tweede deel van de avond gaandeweg door meer spelers als storend wordt ervaren.

Erasmus is gegroeid, de zaal goed gevuld. Aanstaande maandag wordt het met twee thuisspelende teams een topdrukte. Dus nog meer kans op geroezemoes, uitmondend in rumoer. Terwijl er dus ook nog gespeeld wordt. Het meest irritante halve uurtje? Luister zelf maar.

Bij Tata in de Moriaan word je ervoor uit de zaal gezet. Maar ook daar ergerde ik me aan lui die in de directe nabijheid van de grootmeesters hardop staan te ouwehoeren. Plots zag ik mezelf richting wedstrijdleiding lopen, dacht nog van Jaap wat maak je me nu, maar ik zette door: “Waarom zetten jullie die gasten daar niet de zaal uit!”, stelde ik bot voor. En ik wees naar de boosdoeners, lomperds die op nog geen 3 stappen verwijderd van Giri & Co alle regels hieromtrent tartten. Maar, waar bemoeide ik me eigenlijk mee, vroeg ik mezelf af. Je zit toch zelf ook te beppen na afloop van je partij? Ik droop af naar de erwtensoep.

Help. Laten we in onze speelzaal iets bedenken, opdat de rust wederkere! Zolang er nog gespeeld wordt.

Het begin van een oplossing is al bereikt als we ons dit realiseren. “U rijdt 63 km per uur” 🙁 en “U rijdt 50 km per uur” 🙂 Zo worden bestuurders zich vaak bewust gemaakt van hun gedrag. En vaak helpt het.

Heeft het zin op zoek te gaan naar een decibelmeter in de zaal? Een rood lampje dat oplicht als we boven de 40 komen? Ik stel voor de grens op 40 decibel te leggen, het geluidsniveau van een rustige huiskamer, van een rustig klaslokaal.

Ook dit lossen we met z’n allen op. Laten we elkaar erop blijven wijzen, ons niet al te veel ergeren. Ga analyseren, vanaf half elf, in de tuinzaal. Daar kun je kletsen zoveel je wilt. 40 decibel als grens? Minder dan 40 🙂 meer dan 40 🙁

Erasmus Belbus

En dan nog maar een keer aandacht voor … die mobieltjes. Wat dacht je van een Belbus of VVD-bus in de speelzaal? Een Vaste Vrijwillige Donatie van 5 euro! Vrijwillig lappen als je mobieltje afgaat. En met de opbrengst kopen we een digitale klok! Mooi toch? Je bent immers niet verplicht te betalen? Maar waarom zou je niet? Je baalt zelf toch het hardst als jouw mobiel afgaat? En door 5 euro te schenken geeft je dat op z’n minst het gevoel dat je iets hebt rechtgezet.

Harde strijd

In de eerste ronde van de London Chess Classic waar de absolute schaaktop aanwezig is, eindigden alle 5 partijen deze week in remise. Niet verliezen in ronde 1 is het devies kennelijk.

Hoe anders verloopt alhier de eindfase van onze voorronde. Het is ongekend: in ronde 14 werden 27 partijen gespeeld, en slechts twee remises! Er wordt hard voor de punten gestreden. Wie waren die remisemakers? Davin Mostert – Jaap van Meerkerk en Paul Wilhelm – Pieter Sturm. Nou, dat zijn bepaald geen remiseschuivers.

Wat gebeurde er zoal op en rond de borden? Onze inzenders aan het woord!

1. Andrzej Pietrow – Henk Ochtman

Andrzej Pietrow – Henk Ochtman, Interne competitie 2017-2018, 4 december 2017

11. Cander Flanders - Emil Verhoef

Emil schrijft: Ik heb iets met klokken. Nadat Jaap hoogstpersoonlijk mijn tijdsregistratie had gecheckt en het mechaniek in werking gezet werd, bleek deze keer de tegenstander te ontbreken. Dus heb ik maar wezenloos een half uur naar de beginopstelling zitten turen, allerlei slimme opzetjes bedenkend, zonder op te merken dat de witte en zwarte stukken verwisseld waren, zoals de als altijd olijk squintende Pietrow opmerkte.

Ook mijn buren kwamen nu tot de ontdekking dat de stukken verkeerd omstonden maar ze waren al een half uur bezig dus ploeterden zij maar voort. Misschien dat de jeugdafdeling die de stukken opgezet had toch eerst stap I nog eens doorneemt, van geroutineerde spelers van ons kaliber kan je dat niet meer verwachten. Wij zijn te oud om bijgeschoold te worden.

Maar na een half uur kwam dan toch Cander aanzetten, mompelde geloof ik iets van “Ik had nog een schnabbel met Sinterklaas” en zo konden we toch nog beginnen. Hij met een uur en ik met anderhalf en die vis werd duur betaald zou Kniertje in Hoop van Zegen zeggen. Het werd mijnerzijds een Zwarte Leeuw en wat is dat toch een lekker speltype voor zwart. Een leuke agressieve partij met De Charge of the Light Brigade in volle galop. Mijn zwarte paardjes gingen er vol in en wit probeerde iets op de damesvleugel.

Dreiging alom beiderzijds en een boeiende partij. Wat kan schaken dan leuk zijn. In een gecompliceerde stelling lanceerde ik uiteindelijk een kwaliteitsoffer, wat bij analyse toch niet helemaal correct leek, maar waar wel zoveel haken en ogen als dameverlies of mat in een aan vast zaten dat Cander er niet zo snel een oplossing voor vond en door zijn vlag ging.

Maar zoals de heilige Cruijff al zei: “Zoals het klokje thuis tikt, zo tikt het voor een ander niet meer.” En daaruit volgt de moraal van dit verhaal: Mensen kom toch alsjeblieft op tijd want de tijd heelt alle wonden maar een wond heelt niet altijd!

24. Anton van Bokhoven - Harry Nefkens

Harry: Op de schaakavond was de Sinterklaassfeer te proeven. Een roetveegpiet daagde mij uit voor een vluggertje, maar hij gaf teveel materiaal weg om te winnen. Hetzelfde lot trof Anton in de reguliere partij.

Met zwart snoepte ik vanuit een solide fianchetto rokadestelling twee witte pionnen. Met dame, toren, loper en respectievelijk vijf en zeven pionnen werd het eindspel begonnen. Na het weggeven van de loper gaf Anton op.

10. André Boon – Leo Verhoeven

André schrijft: Omdat ik de laatste tijd als een soort goedheiligman, mijn zo zorgvuldig in het begin opgestelde houtjes aan het weggeven was, heb ik inmiddels mijn maatregelen genomen. Mijn laatste bondspartij beschouw ik daarbij als krankzinnig dieptepunt. Een blunder is als een dissonant in een schitterend muziekstuk, het doet pijn aan je oren, of een eigen doelpunt, het doet pijn aan je ogen, een criminele daad zo u wilt, het doet pijn aan je hart.

Ik ben gaan schaken vanwege de schoonheid van het spel, niet om dit zo edele spel te ontsieren met de meest vreselijke gedachtekronkels. Als goedheiligman zou ik mijn Pieten sowieso opdracht geven om blunderende schakers een flinke afranseling te geven met de roe, om zodoende hopelijk een soort Pavlov-reactie te bewerkstelligen. Iedere schaker zou wel twee keer nadenken (!) over een blunder, met een roe-afranseling in het vooruitzicht.

Blunderen in gewonnen stelling is nog het ergste, het roept bij sommigen zelfs vreemde neigingen op. Ik heb weleens gehoord over schakers die over schaakborden aan het urineren waren na een blunder, maar misschien is dit slechts een sterk verhaal. Ook heb ik zelf matpartijtjes (leuk woord) waargenomen, maar pas hoorde ik dat onze club geen 'fightclub' is. Dus al dat soort zaken moeten achterwege gelaten worden. Wat dan te doen? Met de staart tussen de benen naar huis, uithuilen en opnieuw beginnen.

Volgens Freek de Jonge zijn drie dingen noodzakelijk om ergens succesvol in te zijn: concentratie, discipline en vertrouwen. Dat probeer ik nu op mijn manier toe te passen tijdens een partij. Enfin, genoeg gemekkerd, nu over mijn partij met Leo Verhoeven.

Het begon als een ik-doe-wat-jij-doet symmetrische opstelling. Bijna al onze stukken stonden gespiegeld, behalve een toren van Leo op c8 en mijn toren op b1. De partij bleef dan ook lang in evenwicht, pas in de tijdnoodfase kon ik een definitieve bres slaan in zijn koningsstelling. Met drie pionnen minder en aanhoudende aanval voor mij gaf Leo op. Geen blunders gelukkig, de roe kon op stal blijven.

27. Leo de Rooij – Jan Bruinsma

Leo: Als ze met die Brexit maar niet het London System besmet verklaren, want deze opening bezorgde me een heerlijke winst. Geen blunderende tegenstander, maar hij kwam gewoon niet in zijn spel. Al na 17 zetten was het gebeurd...

Na een spoedcursus 'Hoe stel ik de wedstrijdklok in' (bedankt Jaap) zat ik er met wit helemaal klaar voor. Ik had immers via internet geleerd dat je als beginnend clubschaker met het London System (1. d4 en 2. Lf4) tegen vrijwel iedere zwarte verdediging goede kansen maakt. Je ontwikkelt je stukken voortvarend en bijkomend voordeel kan zijn dat je tegenstander in verwarring wordt gebracht door de niet-alledaagse openingszetten.

Het resultaat overtrof alle verwachtingen! Jan wikte en woog, begon voortvarend met allerlei pionnen te schuiven, maar slaagde er amper in zelf zijn stukken in stelling te brengen. Daardoor viel een enorm gat achter zijn voorste lijn op de koningsvleugel, waar ik maar al te graag indook met paard en loper. Na het (niet zo sterk) in stelling brengen van de zwarte dame, zag wit zijn kans schoon. Hij joeg met zijn toren de dame weg en pakte de cruciale vrije g-lijn. De zwarte koning werd opgejaagd, maar had amper vluchtvelden vanwege de plaatsing van de eigen stukken. Tot verbijstering van Jan was het al op de 17e zet Lxc7 schaakmat!

15. Jan Hoek van Dijke - Bernhard Ruimschoot

Jan vertelt: Mijn partij afgelopen ronde was tegen Bernhard Ruimschoot. Wij treffen elkaar toch elk seizoen wel minstens één keer, maar ook regelmatig nog een keer tijdens de eindrondes. Zoals gewoonlijk vaak gebeurt, en ook nu, kwam hij na een zet of 10 in een regulier verlopende opening met een onverwachte zet (ongetwijfeld als gevolg van mijn gebrek aan openingskennis), waardoor plotseling een geheel andere wending in de partij ontstaat.

Zelf meende ik een heel licht voordeel te hebben in de vorm van twee verbonden centrumpionnen die maar één opponent tegenover zich vonden, maar daar stond dan weer tegenover dat er allerlei mogelijkheden waren om de achterste van die twee af te ruilen, tegelijk met een aantal stukken. Maar dat gebeurde gelukkig niet.

Een duidelijk winstplan had ik verder ook eigenlijk niet, totdat een onnauwkeurige zet van Bernhard leidde tot het verlies van een pion in combinatie met de afruil van de laatste lichte stukken. Nu is een pionvoordeel ook niet direct doorslaggevend met nog vier torens en twee dames op het bord, maar toen ik de kans kreeg om geforceerd achter de paaltjes een toren en de dame af te ruilen meende ik hierdoor iets gunstiger uit te komen.

Weliswaar stond alles een beetje in een impasse doordat Bernhard met zijn toren twee pionnen aanviel, die ik allebei met mijn toren moest verdedigen, maar een ander voordeel voor mij diende zich aan, het feit dat Bernhard zeer krap in de tijd kwam te zitten. De sterke en verrassende verdedigingszetten die hij doorgaans aan het eind van een partij bedenkt bleven hierdoor uit en na nog wat omzwervingen van de torens waarbij hier en daar pionnen werden afgeruild zag ik mij in een situatie met nog een extra pluspion en bovendien twee verbonden vrijpionnen op de g- en h-lijn.

Daar kon er uiteindelijk één van doorlopen, met minder velden te gaan dan een vrijpion van Bernhard in het midden, en dat betekende het einde van de partij. Al met al leverde het wel de volle winst op, maar was er zeker geen sprake van een flagrante overwinning. Remisemogelijkheden waren er tot op bijna het allerlaatste moment.

25. Rens Hesselmans - Jeroen Landsheer

Jeroen: Het ging heel goed. De partij begon met 1. e4 - e5 2. Pf3 - Pc6 3. c3, de Ponziani-opening. Een opening die ik zelf regelmatig gespeeld heb en dus weet hoe ik hier tegen moet spelen. Namelijk 3. … - d5. Hier speelde wit zichzelf vast door 4. Ld3. Vervolgens kon ik vrij gemakkelijk mijn stukken ontwikkelen.

Nadat wit kort rokeerde offerde ik mijn loper op h3 om de weg naar de koning te openen. Met een open koning en een geblokkeerde damevleugel kon wit eigenlijk niet veel meer dan goed verdedigen en dat deed Rens ook. We speelden nog tot 30 zetten door en de partij was over.

20. Alik Tchavelachvili - Arie de Jong

Arie: Alik opende met d4, Het werd een Slavisch ruilvariantje. Binnen 10 zetten won ik een pion. De rest was techniek: stukken ruilen, op tijd een dreiginkje, een extra pionnetje inpikken en dat alles in rond de 50 zetten in 10 minuten plus increment. Niet denken, maar wel alert blijven, zo gaat dat.

8. Gerard Kastelein - Henk de Kleijnen

Henk: In de loop van de jaren heb ik aardig wat zeemijlen afgelegd, inclusief soms woelige baren. Die vergelijking dringt zich op als ik deze partij nog eens bekijk. Voor het doorstaan van de stormen die Gerard Kastelein ontstak waren stevige zeebenen wenselijk. In een opening die ik veel te nonchalant behandelde, deed een correct stukoffer me wankelen.

De witte voortzetting was lang ijzersterk, maar Gerard overspeelde zijn hand met een tweede – nu incorrect – stukoffer. Naar adem happend probeerde ik naar veilige oorden te ontsnappen, maar opnieuw liet de precisie me in de steek. Wit maakte het karwei echter niet af, wat me in staat stelde om naar een gelijke (zelfs iets betere) positie af te wikkelen.

Tot mijn verbazing sloeg Gerard, ongetwijfeld teleurgesteld, een remiseaanbod af. Vier zetten daarna kwam hij alsnog met een vredesverklaring, maar inmiddels was ik zó getergd dat ik per se wilde bewijzen dat ik op winst kon spelen. Dat lukte vrij eenvoudig. In verloren stand en met weinig resterende tijd op de klok blunderde wit ten slotte een toren weg, waarmee hij zichzelf uit zijn lijden verloste.

22. Victor Hooftman- Carel Keller

Victor: Een Siciliaan met tegengestelde rokade. Met f3, g4 e.d. Carel viel goed aan op de damevleugel met a5, b5. Hij vergat mijn paard op c3 terug te jagen naar b1. Zo kon het paard meedoen op een mooie positie in plaats van niet meer mee te doen. Toen kreeg mijn aanval snel levensgevaarlijke trekken... De rest laat zich raden. Zwem ze.

Deze laatste opmerking van Victor roept vragen op. Wat is het geval. Carel en ik zwemmen elke dinsdag (en vrijdag) in Berkel, zwembad De Windas. Om 9.00 uur is het nog rustig in het Landsingerlandse. Vanuit onze aangrenzende kleedcabines wisselen wij onze partij-ervaringen van de voorgaande avond natuurlijk uit, vaak spelen wij onze partijen in het restaurant, na ruim 1 km heen en weerzwemmen, na. Ik tipte Victor hierover, bij mijn verzoek om zijn partijverslag. Vandaar “zwem ze.”

6. Frank van Zutphen - Wim Posthumus

Wim: Frank incasseerde eerst wat plaagstootjes van mijn kant op de damevleugel. Daarna ontbrandde de strijd op de koningsvleugel. Te laat overzag Frank de wending 20. … - Lxf5 21. exf5 - De1+ 22. Kh2 - Te2 met dameverlies. Er ontstond door de ongelijke lopers een scherpe strijd. De zwarte pluspion bezorgde zwart de betere aanvalskansen. Na de zet 31. h4 kon wit verder materiaalverlies van minimaal een kwaliteit niet voorkomen. En Frank gaf op.

7. Davin Mostert – Jaap van Meerkerk

Jaap: Een mooie gelijkopgaande openingsstrijd in een volbloed Najdorf. Op de zesde zet van wit moet er gekozen worden. Davin koos 6. Le2, de positionele aanpak, door Karpov geïntroduceerd, of in ieder geval gespeeld en verbeterd. Voor mij nog bekend terrein. In het middenspel kon ik wat druk zetten op de witte stelling en enkele witte stukken naar wat mindere velden krijgen.

Na een kleine hergroepering kwam mijn loper op f6 en even later won ik een pion op b2. Na wat schermutselingen werd het een dubbel toreneindspel plus paard met voor zwart een pion meer. Ik had eerst een remisevoorstel van wit afgeslagen, maar een tiental zetten later moest ik kiezen: of met 11 minuten tijd op winst spelen met een lange weg te gaan of voor remise gaan.

In het restaurant van zwembad De Windas onderzochten Carel en ik het eindspel dat toch wel heel kansrijk was voor mij. Remise stelde ik voor. En dat vond Davin best.

Kijk hier om alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie te bekijken.

Jaap van Meerkerk