Alle ambities overboord

Vlaggenschip komt stuntelend niet verder dan 4-4

In de knotsgekke carrousel die de Promotieklasse dit seizoen is, blunderde het eerste team van Erasmus zich naar een nieuwe deceptie. Tegen de reserves van
Krimpen werd het 4-4 en dat betekent het einde van alle dromen. Hilarisch? Ja. Ellendig? Ook. De buitelingen leveren opnieuw een tragi-komisch verslag op.

Na een stevige borrel en een onrustige nacht ontwaarde ik bij het late ontbijt een tekst op Facebook. Clubkampioen Wim Westerveld, met roem overladen teruggekeerd uit Wijk aan Zee na diens fraaie winst in groep 2, illustreerde de afgang van de voorgaande avond: “Ik kwam als een held en droop af als een schlemiel. De megabok die ik gisteravond schoot was van epische proportie. Ik dacht dat alles won. Mijn schaakclub heeft nog weinig plezier van me gehad. Sorry, Henk de Kleijnen.”

Eerlijk en in zekere zin ook dapper, maar het troostend effect is nihil. Wim kan – en met hem andere leden van het achttal – zo verschrikkelijk veel beter. Prima gozer – als alle anderen – die zonder enige twijfel zijn externe punten nog wel gaat binnenbrengen. Te laat om het seizoen nog te redden, dat helaas wel. Voor hemzelf is dat overigens minstens zo beroerd als voor zijn geplaagde teamleider, wiens grijzende haren wederom een tintje witter werden.

Bizar contrast met de uitglijder van Wim (om 10.20 uur het eerste resultaat van de avond) vormde de partij van winterkampioen Zoltan Brindza. Voor het eerst extern van de partij en meteen aan het eerste bord geplaatst. “Ik ben ziek,” piepte hij telefonisch daags voor de wedstrijd. “Dan zal ik een ander voor je moeten zoeken. Is dat wat je bedoelt?” Zijn reactie was even onlogisch als het verloop van de partijen daags daarop. “Nee, ik kan wel spelen. Maar ik ben ziek.”

Wat doe je dan als captain? Instemmen en vingers kruisen. Dat hebben de aanwezigen in de speelzaal geweten. Urenlang martelde hij zijn collega-schakers met heftig hoog-keffend hoesten. Waterdrinken kon de proestbuien niet stuiten. En zijn partij? Onze sympathieke Hongaar kwam, zoals dat heet, ‘als een krant’ te staan. Iedereen heeft hem, intern, als een waar slangenmens leren kennen. In dit geval leek een ontsnapping echter absoluut onmogelijk. Meewarig blikkend legden de toeschouwers zich bij de onvermijdelijke nederlaag neer. Zoltan zelf probeerde zijn angst weg te lachen en vroeg me toestemming om remise aan te bieden. Een kras staaltje humor. Kansloos zo’n aanbod. En toen voltrok zich een wonder.

Ondanks materiële achterstand werd een aanval via de g-lijn opgezet. De Krimpenaar kromp ineen, vond de weerlegging niet en werd….. mat gezet. Wie er niet bijstond, kon de boodschap niet geloven. Van slangenmens naar Houdini, de grote boeienkoning! Tussenstand om 23.00 uur: 1-1. Niet echt overtuigend tegen het bezoekende team, dat verrassend aan de leiding gaat in de Promotieklasse, hoewel de Erasmianen over een plus van 160 beschikken wat het elorating gemiddelde betreft. De perspectieven voor de gastheren zijn op dat moment niet ongunstig. Aan alle borden is sprake van een fors tijdsvoordeel aan Erasmuszijde (met uitzondering van Andrzej).

Olivier Vrolijk, trotse vader van Liam die tijdens Tata Steel Chess de titel Internationaal Meester behaalde, staat zoals gebruikelijk positioneel stevig. Dat geldt ook voor Henk Ochtman, die optimistisch is: “Dit moet ik gewoon even uitmelken.” Frank van Zutphen staat een pionnetje voor, maar staat ook zwaar onder druk. Murdoch Mac Lean verdedigt ook een pion voorsprong. De stellingen bij Alek Dabrowski en Andrzej Pietrow zijn min of meer in evenwicht.

Olivier bijt door, wint materiaal en heeft de buit bijna binnen. Bij Andrzej gloort hoop, als hij zijn geïsoleerde pion weet af te ruilen, maar winst is zelfs voor hem een lastige opgave. Alek overweegt een remiseaanbod, maar speelt op verzoek van zijn captain door (“Je staat beter en kan niet verliezen”). Dan doemen er donkere wolken op.

Murdoch staat een pion op d6 toe, moet keepen om niet tenonder te gaan en offert een kwaliteit. De ‘melk’ bij Henk wordt zuur: hij verzeilt in een minder (toren)eindspel. Toch haalt hij geroutineerd een halfje binnen en dat geldt ook voor Alek die moet berusten in herhaling van zetten. Olivier klaart de klus heel beheerst. Stand: 3-2!

“Drie remises zijn voldoende”, wordt terecht gefluisterd. Dat lijkt geen onmogelijke opgave. Andrzej hengelt de eerste aan boord. Frank denkt een eindspelletje in wederzijdse tijdnood in zijn voordeel te kunnen omzetten, wat teamwinst zou betekenen. Murdoch kijkt, ook al in een toreneindspel, tegen een boertje achterstand aan, maar iedereen weet: dat is geheid remise… “Als je weet hoe het moet,” mompelt een kritische kijker.

Onze man pakt op de 70 ste zet nog een biertje en laat de klok lopen in afwachting van wat elders gebeurt. Tot afgrijzen van de thuissupporters laat Frank zijn opponent nog met een puntendeling ontsnappen (4-3). Erger nog: Murdoch laat alles uit handen glippen door zijn koning naar de rand van het bord te laten afdwalen waardoor de Krimpense speler vrije doortocht krijgt in het centrum. Bij de eindstand kreunt de ongelukkige vol zelfverwijt: “Volgend jaar kan ik maar beter in het vierde gaan spelen….”

Alles bij elkaar zijn de kampioenskansen wel definitief verkeken. Opmerking van een aanwezige: “Als we nu ook nog van De Willige Dame verliezen, kunnen we volgend jaar lekker vrijuit in de eerste klasse spelen…..” Dat duel in Dordrecht staat voor dinsdag 20 februari op het programma. Komen dan eindelijk de ware krachten los?

Zie de site van de RSB voor uitslagen en standen in de promotieklasse van de RSB.

Henk de Kleijnen