Sfeerverslag van de wedstrijdleider
Bepaald niet met slaande trom, kondigen de eerste deelnemers zich rond 9.00 uur bij de ingang aan, om een klein half uur later in aantal aan te zwellen tot een rij van beduidende proportie.
Tegen tienen worden de eerste tekenen van lichte nervositeit bij de organisatie zichtbaar.
We wachten nog op een zestal schakers. Komen ze nou wel of niet? Het is 10 uur. “We gaan indelen, wie er niet is, krijgt een bye”, hoor ik mezelf herhalen. Twee schakers melden zich net op de valreep. Daarna worden toch echt de A- en B-groepen definitief gemaakt. Gelukkig zijn Jan en Frank er bijdehanter in dan ik.
Het sterkst bezette Erasmus Rapidtoernooi ooit kan van start. Maar liefst vier grootmeesters en vier FIDE-meesters spelen mee. Dan volgt het welkom van onze voorzitter Frank van Zutphen. De nieuwe microfoon protesteert niet en even later luid ik een imposante koebel. Buiten schijnt de zon en doet mij de kou van die vroege ochtend nog niet vergeten.
Er lag een laagje nachtvorst op. Met een tevreden zoem sprong de motor gewillig aan, schijnbaar verlangend naar straks. Mijn Honda zette vanuit Ommoord koers richting de Molenlaan, waarachter Schiebroek aarzelend ontwaakte. Het was alsof de hybride op leeftijd kon raden wat komen zou, gezien haar opmerkelijke lading. Wat houten borden, rollen plakband, een pak printpapier, vers van de Hema, een schaar, en o ja, een setje A-vieren getooid met rondetijden, toernooiregels en een barprijslijst.
Even later sjouwden diverse Erasmianen met looiige tafels en niet te stapelen stoelen, en niet te vergeten, 50 borden en klokken. Binnen de kortste keren wisten deze heren de restaurant- en tuinzaal compleet te verbouwen en rolden zij een indrukkende speelzaal uit.
Zaterdag 17 februari. Laurens Borgsate kleurt langzaam in het ochtendgloren. Op haar terras verrijzen immense schaakstukken en laten de bewoners weten dat er weer schaken op het menu zal staan! Is het soms maandag? Zouden de stukken van het buitenschaakspel, doorgaans vanaf het voorjaar op het buitenterras opgesteld, de oude bewoners in de war sturen?
Bijna 9.00 uur inmiddels. 50 borden staan klaar op 6 rijen tafels, wachtend op vele potjes rapid, op spanning en sensatie, op creatieve ingevingen, op wanhoop, waanzin, offers, een mat achter de paaltjes.
De bar is ingericht. Achter de tafels van de wedstrijdleiding nestelt zich een compleet rugbyteam, nou compleet, de verreweg zwaarste van de beide wedstrijdleiders, Jan Hoek van Dijke – de naam alleen al imponeert – was in vervlogen tijden actief in die gooi-en-smijtsport, de andere rugbyde liever op voetbalvelden. Net halverwege het toernooi onthulde Jan onverwachts zijn rugby-verleden. Hoewel ik als oud-onderwijsman knap eigenwijs ben, volgde ik, angstig voor een scrum, vanaf dat moment al zijn ideetjes gewillig op.
Carel Keller, met wie ik met grote regelmaat banen trek, dacht een koe mee te nemen naar de speelzaal, maar bracht bij nader inzien alleen de bel mee. Wel eens van dichtbij gehoord, zo’n bel? Een flink kabaal! En van dichtbij sta ik niet in voor de gevolgen.
Voor de aftrap van ronde één was Eric van den Doel rustig geconcentreerd gaan zitten aan bord 1. Ik bracht met mijn arm via een reuzenzwaai de bel in beweging, rakelings langs het oor van de grootmeester die spontaan een halve meter opwaarts vloog. “Heb je het een beetje naar je zin gehad?” durfde ik hem na de prijsuitreiking te vragen. “Ja hoor”, zei Van den Doel, terwijl hij de envelop met het prijzengeld wegstak. De echte waarheid is dat ik Eric al veel eerder aansprak. “Ja hoor, een leuk toernooi”, zei hij, “alleen zitten de zwartspelers in deze rij wat krapjes.” Ik dacht terug aan het Tata waar we als haringen in een ton opgestapeld onze wedstrijden spelen. Maar dat is geen snelschaaktoernooi en je krijgt van langslopers niet om de twee minuten een optater, vooral als je achterbuurman ook nog eens breeduit achter zijn bord hangt. “Oké, nemen we mee”, beloofde ik. En dat doen we. Ik maakte direct een tekening voor de tafelopstelling voor volgend jaar en verschoof in de pauze nog twee rijen tafels. Opgelost.
Voor het eerst dus in AB korset. Was wel ff spannend, hoor. Gewend aan één grote groep Zwitsers, voelden we ons toch best een beetje als voor het eerst in het diepe. Maar wel met kurken. Het liep gesmeerd gelukkig, vooral dankzij de kwaliteiten van Jan Hoek van Dijke, die dit jaar voor het eerst géén tijd kon nemen voor pistoletten en soep. Nee, het was hard werken voor hem, maar nogmaals, het liep als een trein. Ik beperkte me als wedstrijdleider tot wat uitdeel- en ophaalwerk. En de ronde-aankondigingen natuurlijk. Jan voerde alle uitslagen feilloos in, toverde heel veel uitslagenbriefjes tevoorschijn, getooid met voor een sterveling onzichtbare streepjescodes.
Soms hadden we tussen de rondes door wat contact met de wedstrijdschakers. Aan hun lichaamstaal lees je de uitslag. Ga ik er nu niet dieper op in. Te kwetsend. Je wil de mensen wel graag volgend jaar weer terug, he? Licht zwierend met glimlach is een zekere winst (behalve bij Gerrit Boer, bij hem werkt het omgekeerd), de rest zal ik u besparen. Toch nieuwsgierig naar iets wat u echt wel weet? Ga na een weggeefpartij, blunder of ongelooflijke mazzel van uw opponent direct naar het toilet. Daar is een spiegel. Durf uzelf aan te kijken en u weet wat wij op 17 februari 100 keer hebben gedoogd.
Heerlijke soep, klaargemaakt door de kok van Laurens Borgsate, stond in de pauze dampend klaar. Een enkeling wilde de soep al om 9 uur geserveerd krijgen. Liefst tijdens de wedstrijd. Maar ja, er zijn grenzen. Heerlijke broodjes van De Snor (Kleiweg en Bergpolderplein)! Prima geregeld, Peter Ruimschoot!
In tegenstelling tot vorig jaar kregen we na afloop niets mee naar huis. Maar ja, nu waren we met twee teams meer en speelden we niet in één maar in twee groepen: In groep A 42 schakers en in groep B 48. Onze secretaris krijgt de kriebels bij het jaarlijks bijstellen van de ongekende Erasmus-ambitie van enkele optimistische medebestuursleden. Maar Leo Verhoeven was hier nog lang niet aan toe, had zogezegd nog geen XS2IT. Met 90 aanmeldingen moesten we het doen. En dat deden we.
A-groep (42 deelnemers)
Een ongekend spannende strijd zou op de borden worden ontketend. En wat wens je nog meer! Alle deelnemers liepen één of meer blauwe ogen op. Na ronde 4 zag topfavoriet Van den Doel zijn kansen op de hoogste podiumplaats fors afnemen na zijn verlies tegen jeugdtalent Liam Vrolijk (2429), zoon van Olivier Vrolijk uit Erasmus 1.
Liam werd met zijn prestatie in het Tata Steel Chess Tournament IM en deed Van den Doel in het middenspel zijn wenkbrauwen na Lc1 licht optrekken. Jawel, ik stond toevallig de partij te volgen. Liam speelde zijn loper onverwachts terug naar c1, met de bedoeling een combinatie mogelijk te maken met zijn andere loper, die via c7 de voltallige zwarte cavalerie in het nauw bracht. Die loper op c1 was nodig om één van de paarden een vluchtveld te ontnemen, als ik het goed gezien heb.
Door de zege van Liam werd Eric van den Doel naar bord 9 terug gewezen, herstelde zich en schreef het toernooi op zijn naam. Hij was de enige met slechts één verliespunt. Liam verloor op zijn beurt weer van GM Georgui Castaneda (2480) en deelde het punt tegen GM Harmen Jonkman (2390) en eindigde knap op de tweede plaats.
Nathanaël Spaan, die ons Watertorentoernooi diverse keren op zijn naam bracht, viel net buiten het prijzengeweld. Hij moest al in ronde 2 tegen de sterke GM Castaneda, verloor, herstelde zich en kwam net te kort tegen GM Harmen Jonkman, die hem daardoor net een halfje voor bleef.
GM Alexandre Dgebuadze claimde tegen het einde van ronde 5 met nog een luttele seconde op de klok remise in een toreneindspel tegen GM Harmen Jonkman. Op grond van artikel 5.2 van het FIDE-reglement besloot de wedstrijdleiding in overleg met de tijdelijke deputy arbiter André Osinga de claim af te wijzen. De wedstrijd moest worden voortgezet en Alexandre verloor wegens tijdsoverschrijding en verliet vroegtijdig het toernooi. Deze actie verdient geen schoonheidsprijs. Jammer dat de wil om te winnen op deze manier een onsportief trekje krijgt. Ik moet onwillekeurig denken aan het verhaal van het spel en de knikkers.
FM Gert Timmerman speelde na jaren eindelijk weer eens een rapidtoernooi. Dat was wennen dus. Of zijn vijftigprocentscore hem wat tegenviel of juist mee, heb ik niet meegekregen. Evenveel als de op dreef zijnde André Boon van Erasmus (1873) en altijd nog een halfje meer dan de rapidkampioen van Erasmus, Frank van Zutphen, die zijn verlies tegen Julian van Overdam in ronde 6 aanvankelijk wist weg te poetsen door de sterke Eric Hoogenes te verslaan, maar na alle opwinding rond de afgewezen remiseclaim van Dgebuadze, de draad kwijt raakte voor een passend slot. Maar ja, ik geef het je te doen, spelen tegen Henk Jan Evengroen (2170, zevende plaats) en Henk Ochtman (2097, veertiende plaats en hoogste Erasmiaan in het eindklassement). Erg leuk dat Gert weer terug was in onze schaakarena.
Laten we nu de hele ranglijst de revue passeren. Het liefst zou ik alle individuele namen willen noemen, had ik hun persoonlijke belevenissen willen meebeleven en er op deze plaats uitvoerig kond van doen. Er is zo veel beleefd, zo veel van Het Spel genoten, van de vreugd geproefd, afgewisseld door momenten van teleurstelling. Teleurstelling om ook vandaag wéér niet tot de ware top gerekend te zullen worden. Volgende keer dan maar weer. Er zijn er die geleerd hebben te lachen om hun verlies, te genieten van zelfspot. “Heb ik weer een … – was het een dame, Frank? – weg geblunderd!”
Halverwege het toernooi. Eric Hoogenes laat me een wel zeer opmerkelijke rokade zien en wijst op deze mogelijkheid die zich op een van de borden voordoet. Het gaat om extra lang en verticaal (na een torenpromotie) rokeren: 0-0-0-0!, Ik weet niet of ik ooit in de verleiding zal komen om deze verboden superzet uit te mogen voeren, let op, wel tegen de regels in. Meer over weten? Lees een van de vele schaakcuriosa van Max Pam die Eric mij toestuurde.
Jan de Korte (1825), ex-bestuurslid van Erasmus, begon met twee nullen teleurstellend aan het toernooi, rechtte zijn rug en won vier keer op rij! Hij speelde dus een sterk toernooi. “Normaal speel ik rond deze tijd in Leiden”, deelde hij vooraf mee, “maar ik geef nu de voorkeur aan jullie toernooi.” Als je in zo’n sterk bezet veld op de elfde plaats eindigt, mag je terecht trots zijn. Let wel, hij heeft 4 uit 7, net zoveel als ‘De verschrikkelijke Ochtman’. Die eretitel heeft onze Henk verdient door ook in uitzichtloze stellingen de winst bij elkaar te schwindelen, zeggen zijn tegenstanders geregeld nadat ze zogenaamd gewonnen hebben gestaan. Henk dwingt het af, speelt creatief met lef en verdient bewondering. Vind ik. Maar ja, ik heb hem op zijn tiende nog schaakles mogen geven 😉
B-groep (48 deelnemers)
We zullen haar niet licht vergeten. Alla Kastanieda (1375, TPR 1963) aanstormend talent, de jeugdspeelster liet ongeslagen het op één na volledige B-veld achter zich. De sterke Oleksandr Ruzakyn (1660, TPR 1912), die vanwege zijn hoge digitale snelschaakrating (ik meen rond de 2000) aan de A-groep de voorkeur gaf en dit in de eerste ronde onmiddellijk onderstreepte door na 5 minuten senior-Erasmiaan Anton van Bokhoven achteloos aan de kant te zetten, eindigde met dezelfde overtuigende score op de gedeeld eerste plaats. Alla won daarmee ook de prijs voor de beste jeugdspeler!
Jan Smit speelde een uitstekend toernooi. Bij het ingaan van de laatste ronde stond hij op 5 uit 6 en had hij volop kansen op het hoogste eremetaal. Slechts in de laatste ronde liet hij pas een steek vallen tegen Alla Kastanieda.
De ervaren senioren Hans van Calmthout (TPR 1815), voormalig lid van Schaakclub Schiebroek en Erasmiaan Cor van As (TPR 1776) waren een constante bedreiging voor de top en eindigden met een heel nette 5½ score op een gedeeld derde plaats. Ook zij waren niet te kloppen! Cor werd de best scorende Erasmiaan uit de B-groep!
Gerenommeerde Erasmiaanse clubspelers als Aad Jan Roos (12e), Wim Posthumus (18e), Hans Brobbel (19e), Leo Koster (20e, vorig jaar kampioen van de C-finale). Mijn teamgenoot, zowel van het vierde van Erasmus als van het tweede van Dubbelschaak, Gerard Kastelein werd 21e.
Gerrit Boer, door zijn echtgenote Cornelia halverwege aangemoedigd met “Wat zie je rood! Zeker van de inspanning” werd 22e. Ze was speciaal voor manlief de Maas overgestoken. Was het nieuwsgierigheid geweest, aangewakkerd door Gerrits verhalen over het Erasmus Rapidtoernooi, die haar aanzetten tot deze tocht? Of vond ze het geweldig haar partner in opperste staat van plezier rooskleurig aan te treffen? Ik durf die gok wel aan. Het laatste. Prachtig toch? Ik zei tegen haar dat naast Gerrit er ook andere sterke schakers deelnamen. “Ja die zitten naast me”, grapte Gerrit en stelde zijn vrouw gerust.
“Niet gaan zeuren vandaag hè!” plaagde ik bij zijn binnenkomst. Hij was extra vroeg en weet verrassend vaak een flinke klaagplaagstoot uit te delen. Je ziet die linkse directes nooit aankomen.
Wie zo’n beetje tot het toernooimeubilair van onze vereniging is gaan behoren, moet tegen een tegenstootje kunnen, toch? Ik wilde hem nu eens voor wezen. Binnen het uur, het liep al tegen negenen, wilde hij warme soep en kroketten. Dat bleek onze toernooibar nog niet in de aanbieding te hebben. Dus linea recta en rood van ergernis richting de keuken van Laurens Borgsate. Weer bot gevierd. Honger! “Waarom hebben jullie dit niet tijdens de opening verteld?” klaagde hij. Nou, Ger, volgende keer zullen we de complete lunch doornemen tijdens het openingspraatje. Beginnen we gewoon een kwartiertje eerder. Ondanks de onbegrepen honger scoorde Ger toch 2 punten!
Oudste deelnemer Arie de Jong (!) had het erg naar zijn zin. Als hij gewonnen staat biedt hij, vredelievend als hij is, gewoon remise aan. Waarom doe je dat toch, Arie! “Nou, hij heeft best aardig gespeeld en verdiende het!” Arie heeft dus eigenlijk 5 punten en eindigt voor mij op een gedeeld vijfde plaats!
De avond tevoren ging rond de klok van tien mijn vaste telefoon. Aan de andere kant hoorde ik: “Kunnen we er nog bij?” Het was André Osinga. Hij belde vanaf Zuid. Charlois heet het daar nog. “Ja, we hadden er ineens zin in, om gezellig een dag te komen schaken.” Is dat mogelijk? Ja, dat blijkt mogelijk. Samen met je echtgenote aan een toernooi meedoen! Super toch? “Ze is natuurlijk niet zo goed als ik”, grapte André. Inderdaad eindigde Marjolein op plek 29, acht plaatsen bóven haar man.
Bedankjes
Een rapidtoernooi om trots op te zijn en dat was alleen mogelijk dankzij de grote inzet van velen! Allereerst natuurlijk veel dank voor Jaap van Meerkerk, die er dankzij een strakke voorbereiding en een soepele regie van de dag weer een mooi succes maakte. Dit zinnetje heeft uw webmaster / voorzitter sneaky toegevoegd aan het verslag😉 En natuurlijk Jan Hoek van Dijke, die ervoor zorgde dat de indelingen voor beide groepen vlekkeloos verliep!
Paul Wilhelm, die iedereen van een hapje en drankje (onder meer de soep van Laurens Borgsate en de broodjes van De Snor) voorzag! Dank ook voor Ruurd Ouwehand, deze dag het manusje van alles, soms schakend in groep B, dan weer in groep A, dan weer bijspringend achter de bar.
En natuurlijk niet te vergeten de stille kracht van het team, Leo Verhoeven. Je ziet hem bijna niet, maar wat verzet deze man een bergen werk op zo’n dag! En dan waren er natuurlijk nog velen die om 8 uur kwamen helpen met het opzetten: Henk Ochtman (“Zijn we klaar? Dan ga ik weer even terug naar huis om te ontbijten.”), Ruud Dröge, Wim Posthumus, Anton van Bokhoven en Peter Ruimschoot droegen voor een belangrijk deel bij aan de metamorfose van de speelzaal.
Natuurlijk ook nog een woord van dank voor XS2IT, die het prijzengeld van het rapidtoernooi voor dit jaar verdubbelde. En last but not least, natuurlijk ook een woord van dank voor alle deelnemers, die er samen met ons weer een mooi schaakfeest van maakten, waar wij met plezier op terugkijken! Tot volgend jaar!
Kijk hier nog eens terug voor een mooie foto-impressie van de dag! Of hier alle uitslagen en de eindstand in Groep A en in Groep B.
Jaap van Meerkerk