Over regeltjes en misverstanden
Tijdens het laatste Erasmus rapidtoernooi was er enige consternatie over de regels met betrekking tot het einde van de partij bij het rapidspeeltempo.
Daarom is het één en ander in dit artikel nog eens nader toegelicht.
Bij een partij zonder increment krijgen de spelers er geen tijd bij na het spelen van een zet. Een speler krijgt dan bijvoorbeeld 20 minuten voor een hele partij (zoals ook bij ons Erasmus rapidtoernooi). Kijk hier om nog eens na te lezen hoe je een digitale klok in kan stellen.
Wat was er ook al weer gebeurd? Met nog enkele seconden op de klok claimde één van de spelers in een toreneindspel remise op grond van artikel III.5 van de richtlijnen III (Partijen zonder increment, waaronder versneld beëindigen).
Richtlijnen III.5 luidt:
“… Hij mag claimen dat het niet mogelijk is dat zijn tegenstander op een normale manier kan winnen en/of dat zijn tegenstander geen poging doet de partij op een normale manier te winnen.”
De richtlijnen III zijn echter alleen van toepassing als zij vooraf aangekondigd zijn, zoals is opgenomen in Richtlijnen III.2:
“Onderstaande richtlijnen betreffende de laatste periode van aan partij waaronder versneld beëindigen, mogen alleen worden toegepast als dit vooraf aangekondigd is.”
Bij het Erasmus rapidtoernooi was de toepassing van deze richtlijnen voorafgaand aan het toernooi niet aangekondigd en dat betekende dat deze richtlijnen daarom ook niet van toepassing waren. In dat geval moet gekeken worden naar artikel 5.2 (lid 2) of een remiseclaim terecht is.
“De partij is remise als een stelling is ontstaan waarin geen van beide spelers de koning van zijn tegenstander mat kan zetten met welke reeks van reglementaire zetten dan ook.”
Artikel 5.2 lid 2 was de reden om de remiseclaim af te wijzen. Immers, mat behoort zeker nog tot de mogelijkheden in een toreneindspel.
Wat betekent dit nu eigenlijk? Dat betekent dat een remiseclaim bij het rapidschaak (als vooraf niet is aangekondigd dat de richtlijnen III van toepassing zijn) slechts kans van slagen heeft als er geen matmateriaal meer op het bord staat. En dat het reglementair mogelijk is om ‘iemand door zijn vlag heen te stampen.’ In hoeverre dat ook echt moreel is, laten wij aan het oordeel van de lezer.
Naar aanleiding van het bovenstaande heeft het bestuur besloten om het speeltempo voor de interne rapidcompetitie aan te passen. Voorheen werd gespeeld met een speeltempo van 20 minuten per persoon per partij. Bij de komende rapidcompetitie gaan wij echter spelen met increment, zijnde 15 minuten + 5 seconden per zet.