Gelijkspel voor het eerste

De wedstrijd tegen Messemaker toont overduidelijk aan dat ons team een probleem heeft (had?).

Vanaf de eerste wedstrijd tegen Dordrecht is het degradatiespook nadrukkelijk aanwezig geweest.

Steeds verkrampter werd het allemaal, met als dieptepunt het pak slaag dat we van Shah Mata kregen. Dan is degradatie feitelijk onontkoombaar, al zijn er nog wat optimistische teamleden die gewoon alle resterende wedstrijden winnen en daarmee ons hachje redden.

Nadat Charlois Europoort daar op hardhandige wijze misbruik van maakte en daarmee de ‘1’ in de kansberekening nog een paar plaatsjes naar rechts op liet schuiven lijkt het pleit beslecht. Maar er is minimaal één optimist die constateert dat het nog steeds een 1 is.

En uitgerekend die speler(s) laten tegen Messemaker fatale halfjes liggen waardoor de 1 niet alleen (oneindig) verder naar rechts verschuift, maar zelfs verdwijnt samen met het spook.

Op bord 1 staat Frank van Zutphen met zwart tegen Peter Ypma (2315) als een huis. Hoe Frank dat voor elkaar gekregen heeft, vertelt hij verderop zelf.

Olivier Vrolijk op bord 2 tegen Erik Hennink (2149) heeft een loperpaar tegen een toren gewonnen, of een toren tegen een loperpaar verloren.

U ziet het al, het is mij niet duidelijk wie er nou eigenlijk beter staat. Later bleek dat het de heren ook niet helemaal helder is, want het liep remise.

Cander Flanders, ingevallen op bord 3 had het moeilijk tegen Arjan van der Leij (2042) en dreigde letterlijk van het bord geschoven te worden. Hij was al terug van het drie-rijen systeem naar het twee-rijen systeem en zoals het er uitzag ging er nog een rijtje af.

Naast me is Alek Dabrowski op bord 4 met wit geheel stress-vrij dankzij een forse wandeling tegen Leen de Jong (1964) via een obscuur (van zwart) Siciliaans variantje in een prettige stelling terecht gekomen. Alek maakte het mes lekker warm en Leen zorgt voor de wel erg zachte boter. Zie hier Alek’s eigen verslag van de slachtpartij:

“Vanavond speelde ons team tegen het Goudse Messemaker. Vanwege een brand op de Bergweg, waardoor de trams niet reden, kwam ik een kwartier te laat. Desondanks kreeg ik met wit aan bord 4 mooi aanvalsspel. Op zet 12 speelde mijn tegenstander 12. .. – g6. Vanuit de diagramstelling antwoordde ik met 13. Pxh7.

Zwart pakte het paard, wat een grove fout bleek. Hij had hier Lxf2+ moeten spelen. Ik zag dit achter het bord niet. Hij speelde deze loperzet even later wel, te laat!

In het tweede diagram, ik heb er nog een loper tegenaan gegooid, is het compleet uit.

Met de toren sla ik de loper op e6 en zwart verliest de dame of de partij.

Ik kon vroeg naar huis.”

Zelf speelde ik, Leo de Jager, op bord 5 met zwart tegen Frans Bottenberg (1975) en dacht mezelf uit de omklemming te werken door wit te verleiden met de keuze tussen een (onduidelijk) kwaliteitsoffer en damewinst.

In dat laatste geval had ik begroot met twee torens tegen dame en pion goed tegenspel te krijgen. Helaas, en zoals gebruikelijk de laatste tijd, zat er een stevig lek in mijn rekenkunsten. Door te dreigen op de damevleugel binnen te komen raak ik wat tijd kwijt en daardoor komt Harrie beslissend op bezoek als hij op h5 arriverend mijn steunpilaar Pg6 verzoekt het kaartenhuis te laten instorten.

Maar niet getreurd, want rechts van mij had Leo Verhoeven op bord 6 met wit tegen Wouter Schonwetter (1841), twee troeven in handen, namelijk een zee van ruimte en een c-lijn.

Helaas lukte het Wouter om (te) veel stukken af te ruilen waarmee hij zijn ruimteprobleem op loste en Leo noopte om eieren voor zijn geld te kiezen.

Daarnaast vinden we op bord 7 Davin Mostert die met zwart invallend tegen Frank Michielen (1769) als eerste gewonnen staat, maar daar heel lang van heeft mogen genieten. Voordeel is dan wel dat je heel veel toeschouwers hebt als je een toren op g3 mag offeren.

Helaas is Davin nu net als Henk Ochtman door zijn invalbeurten heen. Maar aan hen, beiden 2½ uit 3 heeft het niet gelegen.

Als laatste hebben we Henk de Kleijnen op bord acht met zwart tegen Bert Vlot (1679). Eerlijk gezegd dacht ik dat Henk (huizenhoog) gewonnen stond, maar bij het handen schudden bleek het remise te zijn.

Samenvattend kan ik zeggen dat we eigenlijk te weinig gehad hebben. Het ruimtegebrek bij ons resulteerde in nullen terwijl Messemaker daar nog wat halfjes wegsleepte. Maar het probleem heeft gelukkig niets met schaken te maken, maar alles met stress, die voor een fatale algehele verkramping zorgde. Nu iedereen echt bevrijd is van die stress winnen we de laatste twee gewoon.😊 Oeps hebben we weer stress.😊

Tot slot het verhaal van Frank, hij schrijft: “Ik speelde met zwart tegen een heuse FM, Peter Ypma met een actuele rating van 2315! Wit kreeg heel gemakkelijk spel op de koningsvleugel en daarom probeerde ik initiatief te krijgen op de damevleugel.

In de stelling hiernaast vond ik een prachtige zet, waardoor ik meteen voordeel kreeg!

En ik verraste Ypma ook volledig met deze zet.

Echt zo’n zet, waarbij een citaat van onze grootste voetballer aller tijden JC passend is: “Je gaat het pas zien, als je het door hebt.”

Inmiddels al zelf naar de stelling gekeken?

Dan volgt hier de oplossing.

Ik speelde hier het verbluffende 17. .. – d5!! De reden hiervoor is dat ik op zoek was naar de enige zwakte in de witte stelling, de pion op de d3, en dat ik hierdoor de mogelijkheid kreeg om deze pion nog een keer onder vuur te nemen met mijn loper op c8. Na 18. cxd5 speel ik La6 en na 18. exd5 speel ik Lxf5. De pion op d3 is niet meer te verdedigen en dan stort het centrum van wit in.

Er volgde 18. cxd5 – La6 19. Kg2 (beter is meteen 19. La3 – Pxd3 20. Kg2 – Pb4 en zwart staat prima) – Lxd3 20. La3 – Lxe4 21. Lxe4 – Pxe4 22. Lxf8 – Dxd5 23. Db3 – Dxb3 24. axb3 – Lxf8 25. Pc1.

En zo kwamen we bij de volgende diagramstelling. In deze stelling speelde ik het logische 25. .. – Lb4, maar na 26. Pd3 – Lc3 27. Pxe5 – Lxa1 vervlakte het zwarte voordeel en niet veel later werd de vrede getekend.

Remise dus! An sich natuurlijk een prima resultaat, maar in de stelling hiernaast had de zet 25. .. – Lg7!! ook weer twee uitroeptekens verdiend en groot voordeel opgeleverd. Ondersteund door de loper en het paard op c3 zou de opmars van de centrumpionnen bijna niet te stoppen zijn geweest!”

Kijk hier voor alle uitslagen en de actuele stand in de hoofdklasse van de RSB-competitie.

Leo de Jager