Het zinkende schip

Men neme een team dat twee ronden voor het einde van de competitie kampioen is in de landelijke competitie, vervangt twee spelers door een tweetal met een hogere rating en je eindigt met een team dat twee ronden voortijdig gedegradeerd is in de regionale onderbond.

Wie het weet mag het zeggen, maar aan de spelers ligt het dus zeker niet… Alvast een excuus aan de spelers voor onderstaande explicaties, het lijkt allemaal kommer en kwel en dat was het vandaag ook, maar morgen wordt alles beter.

Vrij vroeg op de avond is Peter Torczynski, zwart aan vijf, al klaar. Na een hele saaie opening staat het helemaal gelijk op bord vijf en gaan de koningen gebroederlijk op het midden van het bord staan.

Niet veel later krijgt Leo de Jager, zwart op bord zeven remise aangeboden. Hij staat duidelijk minder, staat op loopt een rondje langs de borden gaat weer zitten en gaat nog eens op zoek naar onmogelijkheden.

Naast hem hoort hij dat op zes Alek Dabrovski’s tegenstander remise aanbiedt. Een blik op die stelling leidt tot enige verbazing. Remise aanbieden in zo’n stelling? Het moet niet gekker worden. Het verbaast me niet dat Alek na een nanoseconde het aanbod aanneemt. Hij staat weliswaar een stuk voor, maar zijn koning ziet er wel heel erg kwetsbaar uit.

Leo besluit uiteindelijk ook zijn remiseaanbod te accepteren. Anderhalf uit drie op de borden vijf tot en met zeven is niet helemaal waar de teamleider op gerekend had, laat staan gehoopt, maar het zij zo.

Tijd genoeg dus om te kijken hoe de rest het doet. Ik ben in ieder geval net op tijd bij Eric Hoogenes op bord vier. Zijn tegenstander heeft kennelijk ooit een kwaliteit geofferd voor een aanval langs de b-lijn naar de aldaar residerende witte koning.

Maar Eric heeft dat soort van genegeerd en is op zoek gegaan naar de zwarte monarch die zich veilig in een heel andere hoek genesteld heeft. Ja, als stuurlui hoef je het niet te checken maar aan alles is te zien is wat Eric van plan is, maar hij moet nog wel wat controleren. Maar na een dubbelcheck komt toch de killerblow: Td1-d6. Alles is uit en zwart heeft niet veel tijd nodig om de handdoek te vinden.

Eindelijk staan we voor. Maar of het genoeg is voor de winst? Kijk hoe de overige vier musketiers er voor staan. Eigenlijk moeten we dit parallel bekijken in plaats van sequentieel, maar dat is nogal lastig dus toch maar ouderwets.

Ik begin bij Marvin Dekker met zwart op bord drie. Zijn positie ziet er dubieus uit, of is het wanhopig, of toch ideaal voor een schwindle? Wit speelt het knap, hij gaat consequent op de koning af, kijkt niet naar hout, en probeert evenmin een van zijn vrijpionnen te laten promoveren: 32. Te6 Dd7 33. Pd3 Pg7 34. Pxc5 Da7 35. De3 Pe6 36. Dxe6 Kg7 37. De5 Kh6 38. De3 g5 39. De6 Kg7 40. De5 Kg8 41. Txf5 Txe7 42.Tg5 Kf8 43. Dh8 Kf7 44. Tf5 1-0.

Het staat weer gelijk en we gaan over naar Frank van Zutphen met zwart aan bord één. De contouren van een scherpe Siciliaan waar de beide directe aanvallen zo goed als afgeslagen zijn. Helaas heeft wit wat meer troeven over gehouden. Een zee aan ruimte, een superknol, een zwarte koning vastgespijkerd in het centrum en een zwarte toren op h8 die alleen maar mag toekijken.

Na een tijdje in de denktank speelt wit 23. Kb1 en helaas trapt Frank er geholpen door de klok in en pakt de giftige pion 23. ..-De4 24. Pxe7 met de bedoeling 24. ..-Kxe7 25. Dxd6 Ke8 26. Dd7 en stukken in doos. Frank probeert nog 24. ..-Txc2 maar wits techniek is meer dan goed genoeg om zwart kansloos te laten.

Komen we bij Olivier Vrolijk op twee met wit. Dit is een heel atypische stelling voor Olivier. Stelling is eigenlijk een verkeerde uitdrukking. Het lijkt meer op een ruïne. Olivier heeft net 19. Ph4 gespeeld met de bedoeling 20. Pf5 en een beetje loswurmen. Maar zwart negeert het gewoon en gaat dame halen met 20. ..-c3 en wit blijft opzoek naar tegenspel met 21. Pc4 waar 21. Pb3 wel het promotieveld controleert maar wit wel passief blijft en kan wachten op de knock-out.

Die komt nu ook trouwens: 21. ..-Txd1 22. Txd1 c2 23. Te1 Pe6 24. Pxb7 Kxb7 25. Lg2 Kb8 26. f4 Lxf4 27. gxf4 Pxf4 en wit moet stevig hout inleveren voor de c-pion. Het resterende eindspel was hopeloos en al probeerde wit het nog even, het resultaat was onvermijdelijk.

Als laatste is dan Leo Verhoeven bezig, met wit op bord acht (wit aan zet). Dit is wat Leo Verhoeven er zelf van zegt: “Ik kwam met wit heel goed uit de opening. Een ruim overwegende stelling. Maar dat was maar voor even. Zwart ontwikkelde een aanval die werd onderschat. Wit gokte op een paard op f1. Even tegenhouden en dan terugslaan. Moeilijker kan het niet zijn, zo was het idee. Maar een sterke verdediger als het paard op f1 is ook weer niet tegen alles bestand. Zeker niet als je al te voorzichtig bent, met veel stukken op een kluitje. Zwart speelde het voorbeeldig. Hij stond toen duidelijk beter en had rustig op groter voordeel kunnen spelen. Maar hij offerde een stuk. Dat was te moedig. Bij goed spel zou wit beter staan. Dat goede spel was echter ver te zoeken. Het voordeel – dik deze keer – was weer voor zwart. Maar de stelling was ingewikkeld en in tijdnood ging het alsnog voor hem mis. Een onverdiend punt.”

Zo ging het verder: 23. Dd1 Tah8 24. Tg2 Lg5 25. Taa2 Th1 26. Kf2 Dd7 27. Ke1 Dc7 28. Le2 Lxg4 Het genoemde stukkoffer. Op zich krijgt zwart veel (genoeg?) compensatie, maar 28. ..-R8h3 gevolgd door Lh4 en dan een stukoffer op e4 of g4 lijkt kansrijker 29. fxg4 Pe4 30. Lf3 Pxg3 31. Taf2 Pf1? Ook zwart vindt Pf1 een goede verdediger en haalt hem er af. Omdat alles gepend en anderszins vastgespijkerd staat bij wit hoeft dat echter helemaal nog niet en kan zwart zijn stelling versterken. Met 31. ..-Lh4 krijgt wit nog wat moeilijke vragen te beantwoorden. Na de partij voortzetting is het gevaar geweken en moet zwart de goeie zetten vinden. In extreme tijdnood lukte dat niet, zodat we toch met een overwinning eindigden.

Zo is het schip roemloos gezonken en mag ook de kapitein van boord.

Lees hier het verslag ‘Sliedrecht 3 (RSB 1) wint knap bij Erasmus!‘ op de website van Sliedrecht. Of kijk hier voor alle uitslagen en de stand in de Hoofdklasse van de RSB-competitie.

Leo de Jager