Het kan een mens overeind houden en … neerhalen
Een mooie oude foto uit lang vervlogen tijden, genomen vanaf het balkon van een volgepakt theater.
De jongens, mannen en een enkele vrouw turen vol spanning naar enorme demonstratieborden die me niet eenvoudig te bedienen lijken. Op het toneelpodium spelen de schakers hun partij.
Het moet wel een toptoernooi zijn en onwillekeurig bedenk ik me, dat het enthousiasme van de schaakliefhebbers hetzelfde is gebleven, maar dat het niet meer zo mooi in beeld is te brengen als toen, nu we thuis achter de computer de toptoernooien op de voet kunnen volgen.
Als we verder kijken zien we dat er boven de demonstratieborden een banier hangt met een tekst in cyrillisch schrift. Grote kans dat het toernooi ergens in Rusland plaatsvond en de kleding van de mensen in het theater doet vermoeden dat we het toernooi ergens in de jaren ’30, ’40 of misschien wel ’50 moeten situeren. Wellicht geeft de tekst op het banier uitsluitsel daarover. Daarop staat in het Russisch: ‘Lang leve de leider van de naties, de beste vriend van de fysieke cultuur, de grote Stalin!’
Een belangrijk toernooi in de Sovjet-Unie dus dat vóór 1953 gehouden is, want Stalin leefde kennelijk nog. Na enig zoeken blijkt deze foto genomen te zijn in Moskou, tijdens het kampioenschap van de Sovjet-Unie in 1940. In september 1940, om precies te zijn, een jaar na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Er hangt dreiging in de lucht ondanks het niet aanvalsverdrag dat Hitler met Stalin had gesloten. Die dreiging wordt wellicht niet zo gevoeld door de gelukkigen die een plaatsje in het theater hebben weten te bemachtigen om de Sovjet schaakcoryfeeën van toen aan het werk te zien. Het schaakspel heeft nu eenmaal de prettige eigenschap dat het de dagelijkse zorgen op de achtergrond kan dringen. Maar verdrijven kan het die zorgen niet, niet in vredestijd en zeker niet in oorlogstijd. En soms worden die dagelijkse zorgen dan zo groot dat ook spel geen vrijblijvende bezigheid meer is, zoals we in het vervolg van dit verhaal zullen zien.
Het toernooi werd gewonnen door Bondarewsky en Lilienthal, net voor Smyslov. Andor Lilienthal was een beetje een buitenbeentje, want hij was van origine een Hongaar die in 1939 geëmigreerd was naar de Sovjet-Unie.
Er was nog een deelnemer die niet een ‘geboren’ Sovjetburger was, Paul Keres. Maar Keres was niet, zoals Lilienthal, vrijwillig van nationaliteit veranderd.
In juli 1940 werd Estland door de Sovjet-Unie geannexeerd, een Sovjet-actie die het geheime protocol van het niet aanvalsverdrag met Hitler (het Molotov-Ribbentroppact) mogelijk maakte zonder in oorlog te raken met Duitsland. Door die annexatie werd Keres Sovjetburger en kon hij een paar maanden later meedoen aan het kampioenschap van de Sovjet-Unie. Keres werd vierde, nog vóór Botwinnik die slechts zesde werd.
De autoriteiten waren teleurgesteld over deze uitkomst, want het toernooi zou moeten uitmaken wie de uitdager van wereldkampioen Aljechin zou kunnen worden en daar kwamen alleen Botwinnik en Keres voor in aanmerking, zo vond men. En daarom werd in de maanden maart en april 1941 een ‘absoluut’ kampioenschap georganiseerd waaraan naast Lilienthal en Bondarewsky, Botwinnik, Boleslawsky, Keres en Smyslov deelnamen. Dit 20-rondig toernooi werd gewonnen door Botwinnik vóór Keres. De autoriteiten kregen wat ze hebben wilden: Botwinnik was hun man.
Ook voor topschakers geldt dat het gewone leven onontkoombaar is en onverwachte wendingen daarin allesbepalend kunnen zijn. Voor Keres gold dat wel op erg krasse wijze. Twee maanden na het ‘absoluut’ kampioenschap verbraken de Duitsers het niet aanvalsverdrag en met de operatie Barbarossa, het codewoord voor de aanval op de Sovjet-Unie, vielen ze ook Estland binnen.
Keres zat in Pärnu tijdens de gevechten toen de stad hevig gebombardeerd werd door artillerievuur van het Rode leger. Keres schuilde met enkele andere burgers in een kelder. De Duitse commandant zat in hetzelfde gebouw te eten toen de ruimte waar hij zat geraakt werd. De commandant was ervan overtuigd dat het artillerievuur geleid was door verzet biedende burgers en daarop werden Keres en de anderen door de Duitsers uit de kelder gehaald en op een rij gezet om geëxecuteerd te worden.
Maar een Est, die aan de kant van de Duitsers vocht, herkende Keres en zo ontsnapte hij aan de dood. De anderen werden doodgeschoten, met benzine overgoten en in brand gestoken, zodat er slechts een hoopje as van ze overbleef. Een vreselijke gebeurtenis waar je, zo lijkt me, je leven lang niet meer van loskomt. Maar ook zonder dat, zou de oorlog Keres blijven achtervolgen.
In 1944 trok het Duitse leger zich terug uit Estland en ontstond er een machtsvacuüm. Veel Esten probeerden te vluchten naar Finland of Zweden, en ook Keres met zijn gezin. Samen met zijn vrouw en twee kinderen stond hij op een afgesproken plaats te wachten op het schip dat hen en enkele leden van het vooroorlogse Estse kabinet naar Zweden zou brengen, maar het schip durfde niet dichtbij de kust te komen.
En zo moest Keres, die in de ogen van de Sovjets gecollaboreerd had, zijn lot in Tallinn afwachten. Keres had namelijk in de jaren ’42 en ’43 meerdere toernooien gespeeld in door de vijand beheerst gebied. In 1942: toernooien in Tallinn, Salzburg en München; en in 1943: toernooien in Tallinn, Praag, Poznan, Salzburg en Madrid. Toen de afloop van de oorlog vrijwel vaststond, vroeg hij aan Aljechin, die ervaring had met de ‘Roden’ en met wie hij op goede voet stond, wat hem mogelijk te wachten zou staan als hij in handen van de Sovjets zou vallen. Die was maar al te duidelijk: “Je kop gaat eraf.”
Keres was, zoals zovele Esten, anti Sovjet. Er waren vrienden van Keres onder de minstens 60.000 burgers die na de Sovjet inval in 1940 geëxecuteerd, gedeporteerd of in het Rode leger ingelijfd werden en net zoals veel andere Esten zag hij aanvankelijk de Duitsers als bevrijders. Maar de belangrijkste verklaring voor zijn houding tijdens de oorlog was vermoedelijk dat er voor zijn jonge gezin domweg brood op de plank moest komen. En hoe anders dan met schaken kon hij, die nooit iets anders gedaan had, geld verdienen?
Toen de Sovjets uiteindelijk in Estland waren gearriveerd, werden de leden van het vooroorlogse kabinet, die samen met Keres hadden staan wachten op het schip naar Zweden dat nooit kwam, linea recta naar de Goelags gestuurd. Keres echter niet. Die werd ondervraagd en tamelijk licht gestraft. Hij moest in het openbaar het Sovjetregime prijzen, raakte zijn titel ‘Sovjet-grootmeester’ kwijt en mocht enige tijd geen toernooien meer spelen. Die relatief milde straf valt mogelijk te verklaren uit het feit dat hij zich nooit in het openbaar negatief had uitgelaten over het Sovjetregime en immens populair was in Estland. Bovendien schijnt hij beschermers te hebben gehad in de hoogste echelons van de Estlandse communistische partij.
En al vrij snel werd zijn straf opgeheven, kon hij weer toernooien spelen en leek hij geheel gerehabiliteerd te zijn. Illustratief daarvoor is een foto uit 1946 waarop te zien is hoe Keres op de nationale feestdag ter nagedachtenis van de Oktoberrevolutie een simultaanseance geeft in Tallinn.
Maar de definitieve straf is niet gedocumenteerd, Keres slechts mondeling meegedeeld door een generaal van de veiligheidsdienst. Zijn vrouw wist dat, maar niet wat de straf inhield. Keres heeft daar altijd het zwijgen toe gedaan.
Decennia lang gold Keres als één van de sterkste, misschien wel de sterkste schaker, maar altijd leek hij op het moment suprême een stapje terug te doen: de eeuwige tweede.
Schaken in oorlogstijd heeft mogelijk tot gevolg gehad dat het hem er later van weerhouden heeft de hoogste troon te bestijgen. Speculatie natuurlijk, maar niet geheel zonder grond.
Wim Westerveld