Over een experiment aan bord 1, een piepje aan 2 en een slablaadje voor een schildpad

Stand aan kop

Na drie ronden ben ik benieuwd wie nog op honderd procent staat. En dat zijn de beide FIDE-meesters Julian van Overdam, die de ranglijst aanvoert, en Gert Timmerman op de tweede plaats. Op drie staat Arnout van Kempen met uiteraard ook een machtig mooie TPR.

Voor wie geen idee heeft: dat is de Toernooi Prestatie Rating. Als die hoger is dan je huidige rating is dat natuurlijk heel plezierig, tenminste als je een stijgende ratinglijn ambieert. Overigens hanteren wij de ratings van 1 februari, omdat het toernooi is gestart voordat de nieuwe ratings per 1 mei bekend werden gemaakt. Op de plaatsen vier en vijf staan Cor de Wit en Henk Ochtman, beide tweeduizenders. Ook zij hebben een honderdprocentscore.

Tot en met de twaalfde plaats staan de mannen met 2½ uit 3. U kunt het allemaal bekijken op onze website. De nummer 12 is de in prima vorm stekende Kees van Toor, die ook al indruk maakte in de A-finale van onze interne competitie. Hij wist in ronde 3 te winnen van Davin Mostert, die ik onlangs per mail feliciteerde met zijn ratingwinst en die zich per 1 mei tot het echelon van de 1900-spelers mag rekenen. “Ik ben na vanavond weer op weg naar de 1800”, dichtte Davin mij glimlachend op weg naar de uitgang toe. Kop op, Davin, je hebt net als ik nog vier kansen er nog wat van te maken.

Acht verrassingen

Een verrassende uitslag vind ik die met een fors ratingverschil tussen de beide spelers. Wat is fors? Laten we zeggen een verschil van meer dan 150 punten. De winst van Arnout van Kempen (1842) op Wybe Evenhuis (1942) aan bord 6 is dus niet echt verrassend, wel een fraaie prestatie van Arnout.

Kees van Toor (1735) wint van Davin Mostert (1857). Knap hoor.

Johan van de Griend (1883) moet aan bord 11 tegen Han Everaars (1641) met remise genoegen nemen. Zeker niet slecht, Han.

Aan bord 13 remiseert Wim Bergers (1542) met niemand minder dan Martin Rensen (1816). Een knappe prestatie van Wim.

Theo Huijzer (1628) verslaat damgrootmeester Anton van Berkel (1745), die een remiseaanbod eerst afsloeg en daarna in de fout ging. Lees het verslag van Theo er op na.

Gerrit Boer (1660) weet knap remise te houden tegen de sterke Leo Verhoeven (1803) hoewel Gerrit met de zet zijn stelling weet te verslechteren. Lees zijn verslag.

Lucian Mihailescu (1686) houdt onze extern wedstrijdleider Paul Wilhelm (1913) op remise. Heel netjes, Lucian.

Peter de Boer (1458) wint aan bord 34 van Fred de Heer (1600), een fraaie prestatie. De Spaanse zon heeft Peter geen windeieren gelegd.

Opmerkelijk

Het loopt al dik tegen half twaalf als aan bord 2 een doordringend piepje hoorbaar wordt. Het piepje komt duidelijk niet van Nathanaël. Geen Spaans griepje of piepje dus. Irritant storend vindt buurman Ruud Bosch aan bord 3 dat doordringende geluidje. En terecht. Het piepje komt, zo blijkt, ergens vanuit de klok van onze voorzitter Frank van Zutphen, die gewoontegetrouw in vliegende tijdnood naar adem hapt. Best handig als je op deze manier even gewaarschuwd wordt dat je na vijf tellen ‘door je vlag’ zal gaan. Lezers op leeftijd, zo van voor 1990, weten waar we het over hebben. Door je vlag gaan.

Maar Frank hoort het niet, ook het gemopper van Ruud, die door Cor de Wit in een lastig eindspel gemarteld wordt, ontgaat hem. En dan gebeurt het. Plots staat Frank op, noteert de klokstand, grijpt een andere klok en stelt de tijd in. Ik vraag me af wat hinderlijker is, het piepje of het gedoe met dat instellen. Maar ja, het probleem wordt uit de wereld geholpen. Voor mij is dit nieuw, dat waarschuwingssignaal en ben compleet verrast. We gaan er in ieder geval naar streven dat de klokken geen rare en nare geluidjes produceren.

Ook opmerkelijk zijn alle prachtige partijen die ook in deze ronde weer zijn gespeeld! Wij zien er reikhalzend naar uit, naar de inzending van uw notatieformulier. Bescheiden als u bent vindt u uw gespeelde partijen niet gauw in aanmerking komen. Dat siert u. Maar leg af uw schroom en stuur uw partij gerust in. Een onpartijdige vakjury gaat na ronde 6 aan de slag om elke ingeleverde partij te bekijken. Speelt u ook mee voor de spektakelprijs?

Ook opmerkelijk was een meningsverschil na afloop van de partij aan bord 18. Nadat de zwartspeler het remisevoorstel van wit had geaccepteerd, beweerde de witspeler beter te staan. Zwart dacht daar anders over. Opmerkelijk was dus de discussie wie de plusremise mocht claimen. “Ik durf te wedden om een fles wijn dat ik een klein plusje heb”, zei zwart. “Dat ga ik dan onmiddellijk checken”, zei wit. En zijn telefoon gaf een witte plus aan van meer dan 1,41. Hm. Hoewel het natuurlijk niet verboden is te wedden in de speelzaal, maar wel verboden is aldaar een schaakprogramma op je telefoon te raadplegen, kan ik niet anders dan mijn gewaardeerde tegenstander een flesje wijn aanbieden. Thuis zei Fritz dat wit een plusje had van 0,95. Proost, Bernhard, op je gezondheid.

Partijverslagen

Met dank aan Julian van Overdam, Nathanaël Spaan, Jeroen Landsheer, Theo Huijzer, Gerrit Boer en Pearl Uyttenhove voor hun bijdrage!

Bord 1: Julian van Overdam – Andrzej Pietrow

Julian schrijft: Mijn tegenstander in deze partij, Andrzej Pietrow (en ook mijn clubgenoot bij Charlois Europoort), is een van de weinige spelers in Rotterdam en omgeving waar ik een minscore tegen heb. Lang geleden heb ik eens met zwart verloren in het Leiden Chess Tournament, en met wit ben ik ooit in de KNSB-competitie niet verder gekomen dan remise. Ik ken Andrzej dan ook als een positioneel zeer sterke speler, en was dus gewaarschuwd! Hieronder is de partij na te spelen. 

Julian van Overdam – Andrzej Pietrow

Bord 2: Nathanaël Spaan – Frank van Zutphen

Een impressie van Nathanaël: Frank speelde de Versnelde Draak in het Siciliaans en toevallig had ik onlangs een partij gezien waarin Carlsen c4 speelde en zijn paard terugtrok naar c2. Zwart is beter ontwikkeld maar kan niet veel doen. Op het moment dat Frank actie ondernam won ik een pion met een goede stelling. Het vervelende was dat de klok Frank met een piepje ging waarschuwen dat hij nog maar 10 of 5 seconden had. Wat volgde was een chaotische tijdnoodfase waarin Frank uiteindelijk een goede stelling overhield en zo sportief was om remise aan te bieden.

Bord 12: Jeroen Landsheer – Hans Koedam

Jeroen doet verslag: Hier een fragment van mijn partij na zet 15 van zwart. Hier maakte ik een fout met 16. Dc2, waarbij zwart een pion kan winnen op b2 of g3. De vraag is of je je actieve loper wilt ruilen tegen mijn minder actieve loper of, gezien het verdere verloop van de partij, het niet beter is om de loper op c8 te ontwikkelen. 16. .. Lxg3

Zwart koos om te slaan op g3 en een pion te winnen voor mijn koning. Hier dacht ik even aan Pf3, maar terugslaan leek mij uiteindelijk logischer om de pionnen weer te verbinden. 17. hxg3 Txe2 18. Tfe1 Tempo op de toren, de toren moet terug of slaan op e1. 18. .. De5 Hier ging zwart de fout in, want nu had ik de mooie zet Kf1! En nu was de toren opgesloten en moest hij ruilen, waarmee ik de controle op de e-lijn won.

19. Kf1 Txe1+ 20. Txe1 Dd6 De dame kon Te8 niet voorkomen. 21. Te8+ Kh7 En nu verloor zwart een stuk met Txc8 en Dxf5. Vanaf daar ruilden we nog dames en kon ik het eindspel winnen met een stuk meer.

Bord 14: Anton van Berkel - Theo Huijzer

Theo doet verslag: Het was een Konings-Indische partij, het zogenaamde Kramer systeem. Volgens Fritz 16 een partij zonder fouten tot zet 31 van Anton van Berkel. Op zet 28 had ik remise aangeboden in gelijke stelling. Anton wilde liever doorspelen om van het verdere verloop te leren. Hij koos op zet 31 voor een verkeerd plan en na vijf mindere zetten kon hij opgeven.

Na de 31e zet stond de volgende diagram op het bord.

Het verdere partijverloop was: 31. Tb3 Tg1+ 32. Kd2 a4 33. Tb5 Da7 34. a3 T8g3 35. Kc3 Tc1+ 36. Kd3 Tgg1 37. Tg2 Tgd1+ 38. Ke2 Td4

0-1

Bord 23: Leo Verhoeven - Gerrit Boer

Gerrit vertelt hierover: Vanaf de vijfde zet had ik de grootste moeite overeind te blijven. Mijn stelling verslechterde met de zet, de zetten van Leo waren doelgericht en ik kon alleen maar proberen de schade beperkt te houden. Op een of andere manier lukte dat en een remiseaanbod nam ik graag aan. Leo had nog best kansen gehad, maar zijn tijd was beperkt.

Leo Verhoeven - Gerrit Boer

Bord 30: Harrie Jansen – Pearl Uyttenhove

Pearl aan het woord: In ronde 3 van het Watertoren Toernooi 2019 mocht ik met de zwarte stukken aantreden tegen Harrie Jansen, een trouwe clubspeler van Erasmus. Na 1. e4 d6 kwam er een gesloten spel op het bord. Door een opeenhoping van kleine maar essentiële positionele concessies van Harrie's kant, verdampte zijn voordeel van de voorzet en verkreeg ik een klein maar duurzaam voordeel. Dameruil bleek goed in mijn plannen te passen maar niet echt in die van Harrie.

Na wat voor mij voordelige stukkenruilen ontstond een eindspel met voor mij twee torens en een loper tegen twee torens en een paard voor wit. Met pionnen op beide vleugels en een flexibele pionnenstructuur stond ik nu iets beter. De vraag was of ik voldoende had voor de winst. Harrie besloot lang te rokeren, maar zijn dametoren had beter op a1 kunnen blijven. Alle actie was namelijk op de damevleugel en zijn paard zou dan zijn beste stuk zijn. Een uitglijder werd Harrie fataal.

Door een ongelukkige koningszet kwam het witte paard in een vreselijke penning terecht die zowel het arme beestje als een witte boer de kop kostte. Harrie probeerde nog het onheil af te wenden, maar het bleek vechten tegen de bierkaai. Zwart mistte ergens een snel mat op het midden van het bord; een schrale troost voor wit. Na ruil van een torenpaar moest de witte toren tegen een overmacht opboksen. Als een schildpad die een slablaadje te pakken had, liet zwart niet meer los. Toen een zwart pionnenduo c2 en d2 had bereikt, konden de stukken in het doosje. 0-1

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand na de derde ronde van het Watertorentoernooi.

Jaap van Meerkerk