Een gevaarlijk schaakgenie, een door vork verraste clubkampioen en een lamgeslagen reporter
Lamgeslagen van te zwaar tuinwerk, nog lammer van een tot in de vroege uurtjes voortslepende bestuursvergadering waar de Tweede Kamer een puntje aan kan zuigen, hoor ik in tijdnood een piepje. Het is mijn beurt. Ik zet wat luciferhoutjes tussen de oogleden en breng het tot een, hoewel geserreerd, rondeverslag.
De toppers
Aan kop gaan met 5 uit 5 de beide Fide-meesters Julian van Overdam (2392) en Gert Timmerman (2209). Beiden hebben nog geen halfje hoeven afstaan. Julian kwam in deze ronde met wit tegen Nathanaël Spaan (2134) in een eindspel met ongelijke materiaalverhouding terecht. Ik was door een snelle winst op Harrie Jansen getuige van het slot van deze partij.
Nathanaël, die al diverse keren dit toernooi op zijn naam heeft geschreven, had in het eindspel een toren plus pion tegen een loper en paard van Julian. En uiteraard nog een serie pionnen aan beide kanten. Zwart had een vrije a-pion, gesteund door zijn toren, maar kwam niet aan een echte opmars toe. Wit demonstreerde een fraaie eindspeltechniek en stelde paard en loper bijzonder sterk op. Even later, het liep al tegen half twaalf, wist Julian zijn paard op de koningsvleugel de h-pion te verzilveren waarna de zwarte stelling het begaf en Nathanaël opgaf.
Gert Timmerman speelde aan het eerste bord tegen Cor de Wit (2037) en wist met zwart in het middenspel het initiatief te nemen, won een pion en later nog eentje. Cor speelde nog even door om nog even echt alles uit de kast te halen, maar Gert gaf geen krimp en kon zijn vijfde punt bijschrijven.
We zien dus uit naar de ultieme krachtmeting tussen de giganten van de top.
Frank van Zutphen maakt indruk met zeer sterk en overtuigend spel. Nu toverde hij tegen Dick Straathof naar eigen zeggen een dame-offer uit de hoge hoed, maar ik zag wit de dames (gedwongen) ruilen, waarna zwart in de aanval de partij met een stuk meer besliste. Frank, die in ronde 3 Spaan op remise hield, staat met 4½ punt overtuigend op de derde plaats, gevolgd door de vierpunters Cor de Wit, Arnout van Kempen (1842), Henk Ochtman (2052) en Ruud Bosch (1743).
Vooral een fraaie prestatie van Arnout met zijn fraai bevochten overwinning op Eric Hoogenes (1996). En zeker ook van Ruud Bosch (1743) die in deze ronde te sterk was voor de sterk spelende Wim Bergers (1542).
Deze kanjers worden op de hielen gezeten door een groep van elf spelers met 3½ punt, zie hiervoor ook de ranglijst.
Aan kop in de ratinggroepen
Ruud Bosch op koers in ratinggroep < 1800
Ruud Neumeijer < 1650
Danny Hetharia < 1500
Vijf verrassingen
Bord 4: De reeds genoemde winst van Arnout van Kempen op Eric Hoogenes.
Bord 6: Hans Uittenbogaard (1702) houdt de sterke Peter van Oevelen (1936) op remise. Lees hieronder zijn verslag!
Bord 12: Wim Posthumus (1746) houdt de sterke Peter Torczynski (1956) op remise. Maar … zo’n verrassing is dat ook weer niet, want Wim heeft tijdelijk een veel te lage rating en is daar nu dus lekker mee bezig. Hoewel, ik weet uit betrouwbare bron dat Wims rating hem een worst zal wezen. En daar ben ik nou weer jaloers op.
Bord 18: Danny Hetharia (1400) behaalt een fraaie en verdiende overwinning op Han Everaars (1641). Danny is pas lid van Erasmus, heeft nooit op een schaakclub gezeten en slechts vaak en lekker op zijn pc zitten schaken. “Huisschaker”, zei die. “Nou, ammenooitnie”, zei mijn vader altijd. Danny is een gevaarlijk schaakgenie. Ook hij doet verslag.
Bord 22: Lucian Mihailescu (1686) houdt clubkampioen Murdoch Mac Lean (1805) op remise.
Opmerkelijk
Lucian Mihailescu, ooit gerenommeerd violist in het Rotterdams Philharmonisch, bracht zijn (stem)vork in stelling waarin clubkampioen Big Mac zich verslikte. Remise tot gevolg.
Leo de Jager wint al vroeg in de partij een pion van Jannieko Scheele, die hiervan zo sterk baalde dat hij per direct opgaf en afzag van wat normale stervelingen zouden doen: de huid zo duur mogelijk verkopen.
Persoonlijke verslagen
Deze week weer mooie verslagen met dank aan Hans Uittenbogaard, Andrzej Pietrow, Danny Hetharia en Carel Keller.
Bord 6: Peter van Oevelen – Hans Uittenbogaard
Hans mailde al halverwege de maandagavond! Opeens vond ik het wel een grappig idee om je alvast een verslagje te sturen terwijl jij waarschijnlijk nog je hersens aan het pijnigen bent op de volgende zet.
Best onder de indruk van mijn tegenstander die volgens de huidige ratinglijst van mei bijna 300 punten boven mij staat, begon ik aan de partij. Vanzelfsprekend traditiegetrouw een minuut of 10 te laat. Tot de rokades rond zet 10 was de partij redelijk in evenwicht. Door een wat passieve paard- en loperzet van Peter kreeg ik echter de kans om wat stukken af te ruilen en een open lijn te pakken met wat lichte dreigingen. Peter voelde dit goed aan en ruilde vervolgens ook wat stukken inclusief de dames waarna er voor mijn gevoel een lichte plusremise op het bord verscheen.
Op de koningsvleugel had ik 4 verbonden pionnen en op de damevleugel 2 verbonden pionnen terwijl Peter op beide vleugels 3 pionnen had waarvan 1 dubbelpion op de koningsvleugel. Daarnaast hadden beiden nog de witte loper waarvan die van mij iets aanvallender stond opgesteld. Gezien ons forse ratingverschil waarbij ik mijn kans op een foutje in het eindspel hoger inschatte dan die van Peter heb ik remise aangeboden. Peter heeft hier een minuut of 20 over nagedacht maar ‘gesteund’ door een pijnlijke kies, koos hij ook voor een vroege puntendeling na 27 zetten. De computer gaf inderdaad mijn eerder beschreven gevoel weer met een plusje van 0,49 in mijn voordeel.
Bord 10: Frans van der Heiden – Andrzej Pietrow
Andrzej stuurde zijn partij in inclusief uitgebreid commentaar met vele varianten.
Met in deze partij een zeer interessant en leerzaam eindspel om zelf na te spelen!
Frans van der Heiden – Andrzej Pietrow
Bord 18: Danny Hetharia – Han Everaars
Danny schrijft: In de vijfde ronde speelde ik met wit tegen Han Everaars. Han speelde creatief en pakte vaak een positioneel voordeeltje. Ondanks enkele kansen om echt door te drukken lukte het hem niet een doorslaggevend voordeel te halen. Hierdoor werd het toch een spannend partij. Er stonden nog een hoop zware stukken op het bord, maar intussen waren er minder dan 10 minuten op de klok. Wit had zojuist 40. b7 gespeeld, wat leidde tot onderstaande stelling.
Deze zet zette Han goed aan het denken en hij zag dat hij toch eigenlijk wel minstens een toren zal gaan verliezen. De promotie op b8 leek niet te voorkomen. Zwart onderschatte daarbij echter zijn eigen matdreigingen, want 40. .. Tf3! zou wit dwingen de dame af te ruilen tegen de toren van zwart. Na wat onvermijdelijke schermutselingen stond er dan zelfs weer een klein voordeeltje voor zwart op het bord. Han zag deze zet echter over het hoofd en geeft (in dat geval begrijpelijk) op.
Een vervolg zat er dus niet meer in. Als ik iets heb geleerd in mijn eerste maanden bij Erasmus, is het wel dat het schaken soms een cru spelletje is. Soms win je wellicht onverdiend, maar de keer daarop vergooi je het zelf in een winnende positie. Al met al reden genoeg om niet te lang te balen na een verliespartij en je niet al te schuldig te voelen bij een katachtige ontsnapping!
Bord 30: Carel Keller – Roald Vos
Carel vertelt: De opening leek iets van het Londen-systeem. Na 1. d4 d5 volgde 2. Lf4, mogelijk wel wat aan de snelle kant, omdat 2. Pf3 wat gebruikelijker is. Zwart ging na 2. .. e6 3. Pf3 Pf6 en 4. c3 meteen achter de loper op f4 aan door middel van 4. .. Ph5. Dat vond wit prima, want na 5. Lg3 Pxg3 6. hxg3 ontstond een interessante h-lijn en een verzwakte koningsvleugel.
Wits plan was lang te rokeren, maar daar is het niet van gekomen. Zwart gaf al snel zijn pion op h7 prijs, waardoor wit een open h-lijn zag verschijnen. Zwart probeerde nog via de a-lijn te infiltreren, maar had zijn handen vol aan het verdedigen van de verzwakte koningsstelling. Wit won eerst de kwaliteit en na een paar schaakjes moest de zwarte koning aan de wandel. Toen later ook nog eens de dame onvermijdelijk viel, was het voor zwart niet meer te doen.
Carel Keller - Roald Vos
Bord 36: Coen van Vlijmen - Leo de Rooij
Een middagje fietsen door Berlijn gaf Leo de volgende inspiratie: Ik mag graag naar wielrennen kijken. Vooral de grote rondes hebben mijn belangstelling: Giro d’Italia, Tour de France, Vuelta, dat soort werk. Niet per se vanwege de sport; Koning Doping kan maar geen afscheid nemen van zijn koninkrijk en om nou urenlang naar een massa “schuddende konten” (zoals mijn moeder het ooit treffend verwoordde) te kijken...
Nee, het zijn de tussenshots die boeien. Helikopterbeelden, gemaakt met supercamera’s die duizelingwekkend kunnen inzoomen. Op adembenemende landschappen van bergketens en kloven. Op prachtige kerken, kathedralen en monumenten. Op kastelen. Heel veel kastelen. Met vaak stoere torens. Die maken een vesting moeilijk in te nemen. Je moet dus zuinig zijn op die torens. Ook in het schaakspel. Coen was er met zijn aandacht even niet bij: 0-1.
Kijk hier voor alle uitslagen en de stand na ronde 5 van het Watertorentoernooi. Op naar ronde 6. Tot maandag!
Jaap van Meerkerk