Over nieuwe moed en een man met hoed

Ondenkbaar natuurlijk. Een mooi kansrijk nieuw schaakseizoen ligt op u te wachten. Verliezen staat niet op uw lijstje. Mocht de situatie zich onverhoopt toch een keertje voordoen, lees dan alvast voorzichtig verder.

Hoe om te gaan met het eerste verlies? Al heb ik zelf een aardige drang tot zelfvernietiging ontwikkeld, ik heb een tip. Een tip om, zeg maar, overeind te blijven na uw eerste en onvermijdelijke verliespartij.

Laat u bij dreigend verlies vooral niet mat zetten, maar zeg: “Ik geef het op, maar in feite stond ik de hele tijd beter!” Zo, die zit. Eerste klap is een daalder waard. En lekker bot, nietwaar? Inderdaad. Zorg bij het uitdelen voor een brede glimlach, het moet een grapje lijken. Joviale gebaartjes doen de rest. U zult er goed door slapen. Toch ben ik u nog wat uitleg schuldig. Zo bot, dat is ongepast, een Erasmiaan onwaardig.

Ik heb de gewraakte frase van ‘De Man met de Hoed’. Ik noem hem gemakshalve ‘De Hoed’. Wie zijn kostbare tijd wel eens aan het schaakprogramma Fritz besteedt, wordt – als die functie tenminste aanstaat – geregeld door zijn opmerkingen vernederd. “Zo, zo, die Jaap, die durft!” (Ik heb De Hoed namelijk verteld met wie hij te maken heeft.) “Dit is het begin van het einde!” En dat lezend weet je, je gaat voor gaas. Laat ie je eerst nog de keus tussen ‘Ok, ik neem de zet terug’ of ‘Ik geloof het niet!’ Help! En eigenwijs als ik ben, ik geloof hem niet. Waarna ik natuurlijk word afgemaakt.

Heel af en toe krijg ik een – zij het sarcastisch – compliment van De hoed: “U bent geniaal. Dat ik dat niet eerder heb gemerkt!” Of wat dacht u van: “Ik geef op, u speelt beter dan de wereldkampioen!” Alsof het programma niet wist dat ik vals had gespeeld en in een moeilijk eindspel herhaaldelijk om zijn volgende zet had gevraagd.

En nu terug naar mijn drang tot zelfvernietiging. Kent u dat? Uzelf om zeep helpen? Helpmat, wel eens van gehoord? Ik begin de kunst al aardig te verstaan. De laatste keer dat ik mezelf vernietigde, was wel heel apart.

Het was tijdens het Watertorentoernooi in ronde 5 of 6 en op onnavolgbare wijze. Hoewel ik werkelijk veronderstelde dit gebeuren te hebben verdrongen, werd het ruw en waarschijnlijk onbedoeld door De Hoed uit zijn slaap gewekt, ver weg vanuit mijn onderbewuste. En geloof het of niet, ik wist ineens wat ik tegen mijn onaangenaam verraste tegenstander had moeten zeggen. In feite stond ik de hele tijd gewonnen. Grappig genoeg zei ik dat niet, maar waren dat de woorden mijner opponent!

Gelukkig verkeerde ik in tijdnood. Mooie smoes (ook een tip!). Laten we zeggen dat ik in de partijfase zat waarin noteren niet meer hoeft. Dat gegeven hoort je juist lucht te geven, opluchting zo u wilt. Mij benauwt het. Mijn tegenstander had ik uiteraard zoek gespeeld en hij wilde op gaan geven, vernam ik later. Ja, wat heb ik daar nou aan. Het maakt het nog zuurder.

Ik deed de voorlaatste zet, werkelijk geniaal! Een koningszet, midden op het bord. En uit was het, zo mooi uit!

Helaas ontwaarde ik geen schermpje met ‘Dit is het einde. Kies uit: ‘Ik neem de zet terug’, of ‘Ik geloof het niet!’ En zo zou het me getoond zijn, eigenwijs als ik ben, ik ga in mijn drang tot zelfvernietiging immers voor de tweede optie.

“Mat”, klonk het aarzelend. En niet vanuit mijn keel. Je kunt je tegenstander niet harder treffen dan hem in volkomen hopeloze positie zelfmat aan te bieden. Hij kon niets anders doen dan mij matgeven, stond nogal wat materiaal achter en zou anders op – ik meen – 36 manieren op mijn volgende zet mat gaan.

“Sorry, maar ik moet het spelen en het is echt mat geloof ik.” Hij haalde beschamend zijn zwakke paard weg van de a-lijn – hetzelfde beest dat tevoren slechts was ingezet om mijn matdreigingen te pareren – en liet het voorzichtig neerdalen op c4. Geniaal schaamrood betoverde mijn gelaat, of was het boosheid? Weet ik veel. Ik nam me gelukkig voor vooral lekker te gaan slapen. Evenals het zelfmat, lukte dat vlekkeloos. Logisch, met zoveel ratingpunten lichter.

Uitgerust met nieuwe moed
Dankjewel nog man met hoed
Elkaar weer flink vermaken
Door sprankelend te schaken

Jaap van Meerkerk