Nipte nederlaag voor het derde

Donderdag 17 oktober zou een heuglijke dag worden in de roemrijke geschiedenis van het derde van Erasmus.

Na de valse start in onze eerste RSB-wedstrijd tegen Dordrecht 4 zouden we alsnog gas gaan geven om de kampioenskansen intact te houden. Optimisme is ook een wapen!

Het liep allemaal net even anders.

De eerste klap kwam al op de maandag voor onze reis naar Hellevoetsluis. Onze vaste kracht op het middenveld, spelverdeler bij uitstek, geridderd vanwege het kampioenschap van vorig jaar, kortom een niet te missen steunpilaar, in de volksmond beter bekend als Lucian Mihailescu, werd geveld. Niet door zijn tegenstander, maar door het lot dat die avond niet op zijn hand was. Lucian, als je dit leest: wij denken allemaal aan je en hopen je snel weer in goede gezondheid terug te zien, zodat je opnieuw je rol in ons team kunt oppakken!

Gelukkig waren alle andere spelers beschikbaar en vol goede moed.

De Pionier is gehuisvest in de Petrakerk in Hellevoetsluis. De ontvangst was hartelijk, de cake zelf gemaakt en de tussenstand dankzij een beamer te volgen op de muur. Wat er zoal viel te ontdekken op de muur leest u hieronder.

Bord 1 werd bezet door de man met de meeste Erasmusbekers in zijn bezit (op dat moment): Ruurd Ouwehand. Dit wilde hij erover kwijt:

“Met wit kreeg ik een Benoni op het bord. Nadat ik zwarts paard op e5 afruilde, kreeg ik een gedekte vrijpion op d5 terwijl de diagonaal van Lg7 geblokkeerd werd. Met a5 wist ik de pionnenstelling op de damevleugel vast te prikken waardoor ik wat meer ruimte kreeg. Ik wist echter geen plan te bedenken, wat me uiteindelijk opbrak (‘beter een slecht plan dan geen plan’). Zwart begon voorzichtig te manoeuvreren op de damevleugel en kwam uiteindelijk binnen. Een toren op de tweede rij en een oprukkende c-pion deden mij de das om.”

Na afloop van de partij vertrok Ruurd meteen naar een vakantieoord om bij te komen van deze schrik en om de das weer af te kunnen doen.

Aan bord 2 deed Jan Hoek van Dijke wat terug:

“Ik kreeg met zwart een opening op het bord die ik wel vaker speel, maar waarvan ik speciaal voor dit verslag maar eens de naam heb opgezocht. Het blijkt Schots te zijn. Feitelijk is het 1. e4-e5, 2. Pf3-Pc6, 3. d4-exd4, 4. Pxd4. Als je deze reeks volgt met Lc5, dan heb je een situatie waarbij je loper al vroeg in de partij naar de witte koningsvleugel staat te kijken. Dit in combinatie met het activeren van de zwarte dame heeft enerzijds het voordeel dat je wat druk kan zetten op het gebied waar de witte koning na een korte rokade uiteindelijk komt te staan, maar anderzijds het nadeel dat deze dame nogal opgejaagd kan worden door vooral de lopers van de witspeler.

Dit overkwam mij dus ook, waardoor mijn stelling op een gegeven moment enigszins gedrongen stond. Echter, na het verplaatsen van mijn dame waarbij deze vluchtte en nieuwe dreigingen vormde tegelijk, plus het afruilen van enkele lastige stukken, keerde de situatie en was het mijn tegenstander die in de verdedigingsmodus moest. Hierbij had ik een combinatie waarbij mijn tegenstander dacht mijn dame weg te jagen van zijn koningsvleugel, maar ik in plaats daarvan met een geforceerde stukkenruil een pion overhield. Met alleen nog twee torens op het bord en mijn vijf tegen zijn vier pionnen, kon ik op jacht naar de volgende pion. Dit werd gevolgd door de winst van nog een pion en daarna was mijn tegenstander inmiddels zo krap in zijn tijd komen te zitten, dat de rest van de partij eigenlijk niet zo heel erg interessant meer was omdat deze voornamelijk nog werd bepaald door de tijdsdruk. Maar het punt was binnen uiteindelijk en daar ging het natuurlijk om.”

Zelf mocht ik het proberen aan bord 3. Ik ben de laatste tijd wat aan het experimenteren met mijn witte openingsvarianten en al snel kon ik kiezen voor een nieuw plan waarmee ik nog niet veel ervaring had of voor de gebaande wegen waar ik de laatste tijd niet veel resultaat mee behaal. Ik koos voor de nieuwe aanpak. Alles verliep zoals gehoopt, ik kreeg een erg prettige stelling, een ruime tijdsvoorsprong en een aantal goede afwikkelmogelijkheden. Bij twee van die keuzemomenten investeerde ik mijn half uur tijdsvoordeel en maakte de keuzes die de heer Stockfish ook gemaakt zou hebben.

Na de partij gaf Jan Hoek nog aan dat hij voor mij een betere voortzetting had gezien (Jan wint zelf en ziet ook nog van alles bij zijn buren, dat is op zich knap), maar mijn twijfel werd gelukkig bevestigd door de computeranalyse thuis. Na mijn laatste keuze om wel of niet de dames van het bord te halen (zonder dames een iets beter pionneneindspel ingaan en met dames op het bord twee pionnen voorsprong krijgen in het eindspel) werd het een eindspel met dames. Dat klinkt ook veel opwindender natuurlijk. Na langdurig gemanoeuvreer, waarbij schaakjes over en weer met veel precisie moesten worden uitgevoerd berustte ik in remise. Misschien was het te winnen in 279 zetten, die dan wel foutloos hadden moeten zijn en binnen 1 minuut moesten worden bedacht.

Aan bord 4 speelde Cor van As als vervanger van Lucian en dat deed hij met verve. Zijn commentaar is korter dan zijn partij, maar zegt alles:

“Analyses over openingen en dergelijke, daar ben ik niet zo goed in. Wat ik wel kan zeggen is dat het me de hele avond lukte mij te concentreren. Ik heb alles gegeven wat er in mijn schaakinzicht mogelijk was, wat uitdraaide op een moeilijk eindspel, dat ik wonder boven wonder won.”

Bescheidenheid is een mooie eigenschap, maar net als Jan Hoek kijk ik ook weleens naar wat er op de borden naast mij gebeurt en geloof me: Cor speelde een partij, waarin hij alle wonderen zelf creëerde en de overwinning daardoor zeer verdiend was.

Meteen door naar Hans Brobbel op bord 5:

“Mijn tegenstander speelde de Russische verdediging. Ik speelde voor het eerst een variant die ik eens in een schaaktijdschrift was tegengekomen. Mijn tegenstander dacht lang na dus waarschijnlijk kende hij het niet. Al snel won ik een pion en kwam ook nog eens overweldigend te staan. Zijn koning stond klem en vrij snel stond ik gewonnen. Ik won de kwaliteit en nog een pion. Dan ga je een eindspel in met een kwaliteit en twee pionnen meer. De rest is dan alleen nog een kwestie van goed opletten.”

Hans lette inderdaad zo goed op, dat ook hij een vol punt kon bijschrijven op de muurprojectie.

Hier stopt ‘Goede Tijden’ en gaan we over op ‘Slechte Tijden’:

Herman Beerling verloor aan bord 6. Hoe? Ik hoorde iets over twee penalty’s, een afgekeurd doelpunt en een onterechte rode kaart. Maar het kan zijn dat ik nu twee zaken met elkaar verwar. Misschien is dat Herman ook overkomen. Uiteindelijk was het ook maar een 1-0 nederlaag.

Aan bord 7 speelde Emil Verhoef, die niet alleen schaakt, maar ook halve marathons loopt. Zijn verslag reisde half Europa door om uiteindelijk op deze site te belanden:

“Vanuit Lissabon, waar ik net een halve marathon gelopen heb, een kort partijverslagje. Ik kwam als een dweil uit de opening, waar ik een Pirc combineerde met e6 en d6 en daarna de hele partij heb zitten verdedigen. Een lijdensweg, vooral als je opponent weigert een verkeerde zet te doen. Mijn Golgotha kwam kort voor elven. Frustrerend spelen, al doe ik mijn tegenstander te kort want die weefde de ene na de andere krachtzet in de stelling en ging uiteraard met mijn scalp naar huis. Ik neem mij voor monter hard te lopen en meer op mijn openingen te letten. Dus als jullie mij de komende tijd slinks om mij heen zien kijken is dat omdat ik op mijn openingen let.”

Tot slot bord 8, waar Gerrit Boer zijn partijverslag verwarde met een lezing over zelfkritiek. Hoewel inhoudelijk geheel correct moet ik Gerrit toch even een hart onder de riem steken: al moet je er zeventien jaar op wachten, ooit wordt je kampioen!

Voor de lezers die alles op intuïtie doen en een hekel aan rekenen hebben: het werd 4½-3½ voor De Pionier. De cake smaakte beter dan de uitslag.

Ik had het trouwens kunnen weten. Tijdens mijn jeugd in Lombardijen moest ik altijd met mijn ouders naar de plaatselijke Petrakerk. Ik werd er toen ook al niet vrolijk van.

Nog vijf ronden kans op eerherstel!

Lees hier het verslag op de website van De Pionier. Of kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 2A van de RSB-competitie.

Jan Smit