Schaakboeken in de aanbieding, rapidgeheugen en een duo-verslag

Op 28 oktober hadden Jan en ik 23 partijen voor de achtste ronde klaar staan.

En … er was ook een thuiswedstrijd van V2, ons tweede viertal, tegen Overschie V2.

Alles liep gesmeerd, gelukkig. Slechts één Erasmiaan had zich in het rapidgebeuren verslikt. Hij dacht dat de rapidronden 5 tot en met 8 op het programma stonden en bleef per ongeluk thuis. Valt mee, toch? Maar ook deze ongelukkige weet nu ook dat de volgende rapidpartijen (ronde 5 tot en met 8 dus) pas op de clubavond van 23 december worden afgewerkt!

Düsseldorf 1908

Hij mocht het in een match om het wereldkampioenschap schaken opnemen tegen zijn tijdgenoot en wereldkampioen Emanuel Lasker en moest met een nederlaag van 10½-5½ zijn meerdere in hem erkennen. Geen schande, Lasker was 27 jaar lang de onbetwist grootste.

Siegbert Tarrasch, geboren in 1862 te Breslau groeide uit tot de grootste schaakpedagoog van zijn tijd, heeft het schaakspel van flink wat stof ontdaan en bij velen geliefd gemaakt. Tarrasch, bij de huidige schaakliefhebber bekend als de grootste dogmaticus aller tijden, heeft veel theorie van de openingen nagelaten, waaronder de Tarraschverdediging in het Geweigerd Damegambiet (1. d4 d5, 2. c4 e6, 3. Pc3 c5), de Tarrasch-variant van het Frans (1. e4 e6, 2 d4 d5, 3 Pd2) en het Tarraschgambiet (ken ik niet). Hij schreef leerzame en leesbare schaakboeken, een must voor de schaker van toen en … nu!

“Waarom heeft nog niemand dat boek van Tarrasch ‘Dreihundert schachpartien’ gepakt?” vroeg Andrzej Pietrow mij na afloop van zijn lessen aan de jeugd. Andrzej doelde natuurlijk op de boeken uit de nalatenschap van onze Arie de Jong. “Ik heb al een boek”, verontschuldigde ik me. Maar zijn toon verried zowel ergernis als verbaasdheid. “Meenemen en bestuderen!” baste mijn clubgenoot, “en je wordt clubkampioen.” Ik ging het natuurlijk ijlings halen. Gisteren direct begonnen aan de studie van een aantal partijen. En inderdaad, zeer de moeite waard.

Vervolgens kon ik om 19.45 uur de indeling ophangen. Mooi om 20.00 uur het startsein met het gebruikelijke verzoek de mobieltjes uit te zetten en ronde 8 was ingegaan.

Neemt u ook een mooi schaakboek uit de boekenvoorraad van Arie de Jong mee? Heeft u nog niets meegenomen of weet u echt niet waar het over gaat, aarzel niet om het even te vragen, zodra de indeling hangt natuurlijk. Maar of u – na grondige studie – dan ook kans maakt op het clubkampioenschap?

Zaterdag 16 november

Dan vieren wij het 125 jarige Erasmus jubileum! Inloop is vanaf 9.30 uur en het programma start om 10.00 uur. Zie ook de uitnodigingsmail van onze secretaris die dit weekend wordt verstuurd.

Verrassingen

Hij die “van iedereen kan winnen en verliezen”, aldus Cor zelf. Nou, remise tegen iedereen kan hij ook, hoor! Afgelopen maandag boekte Cor van As (1605) namelijk een fraai resultaat met zijn remise tegen stijgende ster Davin Mostert (1926).

Peter Aarnoudse verraste Henk de Kleijnen: 1-0. Verderop is ook het verslag te lezen! En Rens Hesselmans behaalde een mooie overwinning tegen Richard Meijer!

Ben Koppenens had vrijwel al zijn stukken rondom de koning van Gerrit Boer genesteld en dreigde met promotie, waarna zowat mat in één. Maar van Gerrit is bekend dat je pas van hem hebt gewonnen als je na afloop in de kleedkamer zit. Hij wist de achilleshiel van de witte stelling te vinden, de zwakke koningspositie en wierp met een subtiel loperschaakje een voor Ben onverwacht reddingsnetje uit. Aan het einde van de avond zag ik een remise als resultaat. Een adembenemende partij, waarnaar ik zeer benieuwd was en per direct een verzoek deed – nu bij wijze van uitzondering – aan beide tegenstanders deed om verslag te doen. (Inmiddels heb ik hun verslag mogen ontvangen en verwerkt!).

De heren waren even voor half twaalf nog druk bezig met opgeteld nog 10 minuten op de klok. “Dat kan toch niet”, stoorde ik. “Jullie krijgen er zeker steeds 30 seconden bij in plaats van 15.” Ik vergiste me, afgeleid door de klok in de zaal die nu eens geen 10 minuten voorliep. Na vijf keer verlies op rij heeft Ben nu 2½ uit de laatste drie ronden! Nou ja, ronde 6 was een gratis puntje door de zogenaamde ‘oneven-regeling’, ronde 7 winst tegen Jan Bruinsma en nu dan remise tegen niemand minder dan Gerrit Boer. Een fraai resultaat van Ben!

Niet  zozeer een verrassing, maar wel een prachtig slot was te zien in de partij tussen Eric Hoogenes en Dick Straathof!

Zwart is hier aan zet en staat een volle toren voor! Maar toch is er geen redding meer tegen de witte aanval. Een zet als Dxe3+ kan niet, want dan volgt Tf2+ Kh8, Pf7+ Kg8, Ph6+ Kh8, Dg8+ Txg8, Pf7 en met. Dick speelde .. Tf8 waarna volgde Tf3+ Kh8, Tg3 en zwart gaf het op. Een heerlijke aanvalspartij van Eric!

Bijdragen van de leden

En dan nu de bijdragen van een aantal clubleden. Met deze week dank aan Peter, Ben, Gerrit en Carel.

Peter Aarnoudse – Henk de Kleijnen

Peter doet verslag: Mijn partij tegen Henk was via een omweg een Geweigerd Damegambiet, dat op een gegeven moment wel iets weg had van een Cambridge Springs, met Db3 als vreemde eend in de bijt. De poging van zwart om met b5 het probleem van de ontwikkeling van de zwarte dameloper op te lossen pakte niet goed uit.

Zwart bleef zitten met twee zwakke pionnen waarvan hij er een wist af te ruilen. Eén pion op a6 was onverdedigbaar, ook vanwege de enigszins verkrampte stelling van zwart. Tegenspel kon wit door een min of meer geforceerde dameruil voorkomen. Er ontstond een eindspel met voor beide partijen een toren en een paard, waarin wit een pion meer had. Mede door ruimtegebrek van zwart was dit voor (een grieperige) Henk moeilijk te verdedigen.

Jaap van Meerkerk – Leo Koster

Jaap vertelt: Een Grünfeld! Leo trakteerde mij op deze opening waar ik iets mee heb. Ik speel hem zelf geregeld met zwart. Beetje raar eigenlijk, het lijkt of je tegen jezelf speelt. Maar Leo koos voor een ietsje ongebruikelijke volgorde, dus wist ik ook niet precies wat er zou gaan komen.

Enfin (afijn), Leo miste de scherpste zetjes en wit kreeg flinke druk met de torens over de C-lijn en zette zwart uiteindelijk klem. De zwarte loper, doorgaans het gevaarlijkste zwarte stuk stond geparkeerd in een dooie hoek. Het zwarte paard stond gepend of hing. Toen Leo geen enkele goede zet meer kon bedenken en materiaalverlies niet meer kon voorkomen gooide hij de handdoek in de ring.

Ben Koppenens – Gerrit Boer

Ben verhaalt: De achtste ronde alweer! Vorige week mijn eerste winstpartij, dus ik dacht: deze lijn moet ik proberen voort te zetten. Ik begon met een London opening, maar zag dat Gerrit voortvarend begon met pion en dame. Dat kostte me heel wat hoofdbrekens, maar ik kwam daar redelijk goed uit met eerst 1 en daarna 2 doorgebroken pionnen.

Overigens was het voor mij fijn dat er geen uitslagenbriefjes op tafel lagen. Volgens mij speel ik makkelijker als ik de rating van de tegenstander niet zie. Want toen de partij redelijk gelijk op ging en ik zag dat Gerrit een 1600+ had, kreeg ik toch wat klamme handen.

Maar goed, het bleek een hele opgave om mijn voordelige situatie met pionnen echt te verzilveren. Toen promotie van één van mijn pionnen dichtbij was, kon zwart dit enkel pareren door veelvuldig schaak te zetten. Vanaf zet 37 ontstond er zo een kat-en-muis spel dat zo’n 30 zetten zou duren en waarin ik 25 keer schaak kwam te staan!

Het gevaar voor zwart was dat, zodra ik een ‘vrije’ zet kon doen, ik naar de achterlijn zou gaan om een pion te promoveren. Bij de computeranalyse achteraf zag ik dat zwart dicht bij een (gedwongen) mat was tijdens deze achtervolging! Gelukkig kon ik op een bepaald moment de doorgebroken pion van zwart oppikken en er volgende een afruil serie waar enkel de koningen en vijf pionnen overbleven.

Inmiddels was de tijd ook flink beperkt met zo’n 4 en 6 minuten voor respectievelijk zwart en wit. Hoewel mijn gevoel zei dat ik het eindspel had kunnen winnen (en dat blijkt ook in mijn analyse achteraf) mondde het uit in een remise (na zo’n 85 zetten), waar ik uiteindelijk heel tevreden mee ben!

De tegenstander van Ben, Gerrit Boer, schreef over deze partij: Tegen Ben Koppenens, in september bij de club gekomen, speelde ik maandagavond in ronde 8 van de interne competitie een boeiende partij. Uit de opening leek ik wel goed gekomen te zijn, maar de stelling die uiteindelijk resulteerde, was minder mooi voor me. Mijn tegenstander had een pion meer en een paar vooruitgeschoven, vrije centrumpionnen. Alle hens aan dek.

Vanaf zet 37 hield ik hem meer dan 15 zetten achtereen aan de praat met voortdurende schaakjes, in de hoop hem te kunnen verschalken. Ben bleef waakzaam en trapte nergens in. Na afruil van de dame en de loper resteerden 3 pionnen voor Ben en 2 voor mij.

Het was toen ongeveer half twaalf en de wedstrijdleider kwam ongerust melden dat onze partij te lang duurde, er geen rekening mee houdend dat we toen al een 80 zetten hadden gedaan. We zijn maar gestopt toen we elk alleen nog een koning op het bord hadden. Een wedstrijdleider is per slot van rekening de baas, niet? Vaak ben ik alleen tevreden over een partij als ik gewonnen heb. Dit keer verschafte de verdediging me veel genoegen. En alle respect voor mijn tegenstander.

Ben Koppenens – Gerrit Boer

Carel Keller - Jonathan van Es

Carel aan het woord: Ik speelde met wit tegen ons nieuwe lid Jonathan van Es. De partij werd aan beide kanten rustig opgezet waarbij op de vijfde zet door zwart lang werd gerokeerd en door wit de korte rokade werd gespeeld. De lange rokade had zwart moeten aanzetten tot een aanval, bijvoorbeeld via de h-lijn, op de stelling van wit. Die vond niet plaats en de strijd speelde zich vooral juist af in het centrum.

Bij een ingewikkelde ruil van de stukken verloor zwart de kwaliteit. Desondanks behield zwart behoorlijk wat compensatie en tegenspel. Nadat echter zwart zijn toren had opgesloten, die daardoor niet meer actief in het spel was betrokken, ging het minder. Er werden enkele zwarte pionnen veroverd en zwart kwam niet goed te staan. Nadat Jonathan ook nog zo maar een loper weggaf was het pleit snel beslecht.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand na ronde 8 van de interne competitie.

Jaap van Meerkerk