Deze zaterdag groot feest!

Middenin de voorbereidingen voor ons grote feest, aanstaande zaterdag 16 november, toch nog even tijd genomen voor een verslag van de tiende ronde.

Net terug van een bijzondere ontmoeting. Met ons jongste lid Milena, 5 jaar. En met ons oudste lid Wim Witvliet, net geen 100.

Het gebeuren speelde zich af om 16.00 uur, in de speelzaal van Arcadia! En, niet geheel toevallig, was de fotograaf van De Telegraaf daar ook! Hij zocht een leuke achtergrond. Ik stelde de bar voor. Vond ie een te groot gat. Nee, we namen gedrieën op zijn voorstel plaats voor de kunststof open haard voorin de zaal, schoven rode bankjes in positie en even later zat de vijfjarige te schaken tegen de man van de honderd zomers.

Hij die in 1935 Euwe wereldkampioen zag worden, die voor een ijsje een cent betaalde. Milena, op haar knieën, schoof met wit een pion naar f3 en daarna eentje naar h4. Toch kon Wim geen narrenmat geven, want er waren ook een paar andere zetjes gedaan. Ik moest net doen of ik het allemaal erg leuk vond. Was niet moeilijk, went grappig was het zeker, maar 49 keer lachen naar de fotograaf helpt niet echt.

Vooral omdat de bejaardste Erasmiaan, voor wie selfies vreemd zijn, moeilijk op een onthullende lach viel te betrappen. “Kijkt u maar even naar de camera”, verzuchtte de innemende fotograaf voor het nemen van de zoveelste kiek. Wim trok de nek even stuurs naar opzij, en eindelijk, daar was hij dan. Een betoverende glimlach. Maar toen zat de kleine meid weer niet te lachen. Ze stond immers schaak! En zo verpoosden wij tezamen voor de open haard. Maar uiteindelijk kwam het goed. Ben benieuwd welke van de 50 foto’s in de krant komt!

Ik was de dag ervoor, woensdag, per telefoon een kwartiertje door een alleraardigste journaliste van deze krant geïnterviewd. Te lezen in de vrijdageditie! Ben benieuwd.

Als u dit verslag leest hebben we het jubileumfeest wellicht al achter de rug! Hoop dat u er ook bij was. En dat u de penning mooi gaat vinden! En de simultaan tegen Paul van der Sterren, en dat u genoten heeft van de aangeboden lunch, zo fijn verzorgd door de vrijwilligers van Arcadia, en van een Erasmiaanse warme schaaksfeer. Later deze week kijken we natuurlijk uitgebreid terug op deze schaakhappening!

De stand

Na tien ronden staan Wim Westerveld en Pieter Sturm samen aan kop met 8½ punt. Er is ook in de tiende ronde volop strijd geleverd! Wat is en wordt het weer spannend.

Pieter Sturm, eenzame koploper na ronde negen, speelde remise tegen één van zijn directe belagers op zijn koppositie, Eric Hoogenes. Daardoor moet hij Westerveld naast zich, en op weerstandspunten net boven zich dulden.

Wim Westerveld won van Henk Ochtman en nestelt zich daarmee aan kop. Ochtman moet nu met 6½ punt voorlopig genoegen nemen met de zesde plek.

Alek Dabrowski steekt in goede vorm, wint van Leo de Jager en reikt met 7 punten naar plek vier. De Jager moet zich nu met 6 punten tevreden stellen met de elfde stek.

Opmerkelijk

Peter Aarnoudse (1614) houdt de sterke Frank van Zutphen (1985) op remise! Zeer knap van Peter! U hoort mij niet zeggen “Hoe is het mogelijk!” Want dat het kan blijkt. Maar hoe dat is de vraag. Ik wacht met spanning het gevraagde partijverslag van Peter af.

Jeroen Landsheer (1508) remiseert tegen de ervaren Pim Kleinjan (1734). Netjes gedaan natuurlijk, maar uit ervaring weet ik dat Jeroen verrassend sterk uit de hoek kan komen. Als hij deze trend doorzet, wordt hij straks op vele ratingpuntjes getrakteerd. Maar goed, remise tegen Pim, die volgens mij een achttienhonderdspeler is, is heel netjes.

Leo de Rooij (1260) wint van Daan Gijsbertse (1598), voorwaar een knappe prestatie van Leo.

Onze leden aan het woord

Met deze week dank aan Cander Flanders, Arno van Houten, Hans Brobbel, Harry Nefkens en Coen van Vlijmen.

Dick Straathof – Cander Flanders

Cander schrijft me: Afgelopen maandag moest ik het met zwart opnemen tegen Dick Straathof. Het was de tweede keer dat ik tegen hem speelde. De eerste keer had ik wit. Maar dat was niet echt een partij want ik had toen een black-out gekregen en liet mijn dame na minder dan 10 zetten instaan. Dus dat was dus niet echt een partij.

Deze keer was het wel echt een spannend gevecht. Het werd een Siciliaan: de Alapin variant. De partij ging lange tijd gelijk op totdat hij in de fout ging met 31. Tc1. Daarna volgde 31. .. Pxc5 32. Txc5 en toen de briljante zet van zwart Txd4!! Nu hingen mijn toren en mijn dame maar wit kon beide niet pakken. Als hij mijn toren op d4 pakte met zijn paard op f3 dan ging hij mat op g2 want mijn dame op c6 en loper op a8 controleerden die diagonaal. En als wit mijn dame op c6 pakte met zijn toren dan kon ik hem mat zetten met mijn toren op d1. Zo won ik een pion met nog steeds een matdreiging. Hij had nog een mooie verdedigende zet, maar dat kostte hem weer een pion. Dat resulteerde in een toreneindspel met twee pionnen meer voor mij. Wit bleef even doorspelen in de hoop dat ik misschien een fout zou maken, maar dat deed ik niet en uiteindelijk won ik.

Jan Hoek van Dijke – Arno van Houten

Arno dicht ons het volgende: In de tiende ronde speelde ik met zwart tegen Jan Hoek van Dijke. Sinds mijn lidmaatschap was dit de eerste keer dat ik tegen hem speelde. Ik had dus geen idee wat ik kon verwachten. Welke kant de partij op ging, werd al snel duidelijk. Jan speelde het London System en koos voor het Pe5 plan. Met zwart heb ik een slechte ervaring met dit systeem. Na mijn laatste nederlaag in Overschie besloot ik om dit systeem eens serieus onder de loep te nemen. De partij Sergej Karjakin – Michael Adams, Wijk aan Zee 2016 werd de kapstok van mijn variantenboom. Jan trof mij dus in mijn voorbereiding.

Op de tiende zet speelde Jan het minder nauwkeurige Pdf3. In plaats hiervan had hij f2-f4 moeten spelen. Om vervolgens de zetten Df3, Lf2, g2-g4 te spelen. In de partij offerde Jan twee paarden op f7 voor een toren en een pion. Op dat moment dacht ik dat zwart iets beter stond. Op de 21e zet stuurde Jan zijn dame op avontuur. Zonder ondersteuning van andere stukken ging zij op pionnenroof. Niet zonder gevaar, want de zwarte stukken konden de witte dame insluiten.

Jaap van Meerkerk – Hans Brobbel

Hans vertelt: In de opening offerde ik een pion om initiatief te krijgen, maar dat pakte helemaal verkeerd uit. Pion weg en wit een sterk loperpaar. Gelukkig strafte wit het niet meteen af en kon zwart terugkomen. Uit het niets kreeg ik een koningsaanval. Dat zag er veelbelovend uit, maar door secuur verdedigen van wit sloeg de aanval niet door, sterker nog: de hele aanval sloeg – achteraf gezien – nergens op.

Het gevolg: Zwart zat met een versplinterde koningsstelling en de witte zware stukken stonden actief. In mijn overtuiging stond zwart verloren. Maar gelukkig, Jaap ruilde de dames af en er ontstond een toreneindspel waarbij wit een pluspion had. Hier ging het mis. Wit deed een paar slechte zetten, zwart won eerst een pion terug en eindigde, na een black-out van wit (het was inmiddels tijdnood) zelf met een pluspion en tevens vrijpion. Die was niet meer tegen te houden. 0-1

Karel de Neef – Harry Nefkens

Harry vertelt: Mat in één, waarbij de tegenstander verbaasd keek, komt niet vaak voor. Dat ik op die manier de partij eindigde was voor mij de tweede keer.

Wat vooraf ging was een ongebruikelijke opening met vele penningen. Mijn tegenstander sloeg een vergiftigde pion en kreeg een aanval. Hierna offerde ik een paard, waarmee ik zijn koningsvleugel verzwakte. De stelling dreigde in remise te verzanden toen mijn mataanval mij een punt opleverde.

Jan Bruinsma – Coen van Vlijmen

Coen doet verslag: Jan begon met te zeggen dat hij aan de beurt was om te winnen. Dat begreep ik; onze laatste wedstrijd had ik glorieus gezegevierd. Nou gun ik Jan natuurlijk een revanche op zichzelf, maar ik wilde me niet bij voorbaat gewonnen geven. Waarom zou ik? Het was de eerste wedstrijd die ik speelde in het nieuwe seizoen. Dus ik had wat goed te maken. Wim Westerveld loopt behoorlijk uit. Nee, dat is zotheid.

Jan speelde na d4, a3. Dat snap ik nooit van Jan. Hij speelt dan zo’n vreemde pionzet aan de rand. Ik weet niet waarom, maar wel dát het niet goed is. Dat is ook zo typisch voor schakers. Die zeggen tijdens een analyse niet: “Dat is fout.” Nee, ze zeggen: “Dat is niet goed.” Ook als iets faliekant fout is. Gekmakend vind ik dat, maar lof voor de zachtmoedigheid van die schakers.

Jan en ik speelden om beurten onze zetten. Allemaal reglementair. En halverwege was mijn zelfvertrouwen zo gegroeid dat ik dacht twee stukken voor te staan. Dat bleek wél fout want het was er maar één. Desalniettemin was het genoeg voorsprong om Jan tot opgeven te bewegen. Dwingen vind ik naar.

Er was nog één ding opmerkelijk aan mijn winst op Jan. Een door mij zeer gewaardeerd clublid vroeg me wat ik had ‘gedaan’. Vol trots zei ik dat ik van Jan had gewonnen. Waarop hij zei: “Ja, Jan verliest veel de laatste tijd…” Dat vond ik niet zo leuk. Niet naar Jan, maar ook niet naar mij. Jan is voor mij zeker niet de minste. Jan zegt bijna altijd ongeacht zijn resultaat: “Het was een mooie pot.” En dat was het.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand na ronde 10 van de interne competitie.

Jaap van Meerkerk