Vroege schaakvogels, moerastrekken met 1. .. h6 en een verrassing uit China

Topdrukte in de speelzaal van Erasmus, vanwege twee thuisspelende teams. Het tweede en vierde team traden aan tegen respectievelijk Dordrecht 2 en Overschie 3.

Voor de interne werden 19 wedstrijden gespeeld.

Nieuwkomers

Veel ‘jonge’ Erasmianen kennen John Helstone nog niet. Maar John is na een afwezigheid van ongeveer drie schaakseizoenen gelukkig weer teruggekeerd in onze vertrouwde arena. Hij is al heel wat jaren lid (voorheen van Schiebroek/Westen-Regina). We zijn blij hem weer te zien schaken. Hoe het hem in deze eerste partij verging kunnen we lezen in het verslag dat Gerrit Boer heeft ingeleverd. Ik heb John met de eerste gekleurde Erasmuspenning mogen verrassen!

Nieuw lid Ben Koppenens boekte alweer zijn derde zege en versloeg Reginald Fonseca. Lees hieronder ook zijn verslag.

Kosta Loris, aspirant-lid, behaalde zijn eerste overwinning en won van een andere nieuwkomer, Peter Schouwenburg. Ik vroeg aan Kees van Toor hem vooraf wat uitleg te geven. Zowel Kosta als Kees zijn vroege vogels en liepen om zeven uur zich al warm. Dus stelde ik de sterke clubschaker en de – met alle respect – beginneling voor om al vast wat te sparren. En zo geschiedde. Wellicht kunnen anderen hun voordeel doen met dit idee! Neem een partijnotatie mee en bespreek je partij eens met een ‘vroege schaakvogel!’

Later op de avond nam Jannieko Scheele, die zelf al vroeg klaar was na een overwinning tegen Jan Bruinsma, ook uitgebreid de tijd om samen met Peter en Kosta hun partij te analyseren in de aparte analyseruimte. Ook een mooi voorbeeld om de nieuwkomers een beetje te helpen met de eerste stappen in het clubschaken!

De verrassingen

Jan Hoek van Dijke (1746) liet zich niet in het moeras trekken, hield de voeten droog en zette een grote stap door Henk Ochtman (2024) te verslaan!

Ruud Dröge (1848) presteerde goed en hield Frank van Zutphen (1985) op remise. Deze partij is hieronder na te spelen.

Coen van der Bijl (1468) komt in vorm en versloeg de sterke Kees van Toor (1759)! Zie verderop ook het verslag van Coen.

Wat Jaap van Meerkerk enkele weken geleden net niet lukte door in een spannende partij de zekere remisehaven te missen tegen Ton Dulk (1961), lukte zijn KNSB-teamgenoot Hans Brobbel (1675) wel.

Jonathan van Es boekte al weer zijn eerste overwinning in onze interne competitie en versloeg Leo de Rooij (1260). Een bemoedigend resultaat, voor Jonathan dan.

En Leo de Jager (1796) vloerde Davin Mostert (1926).

Erasmuspenning, nu ook in kleur!

Helemaal uit China, maar dan heb je ook wat. Voor alle Erasmianen ligt er maandag een prachtige Erasmuspenning voor ontvangst gereed. Deze penning is zoals we die als feestcommissie voor ogen hadden, in kleur. Hij zit in een plastic zakje.

Aan de leden die op zaterdag 16 november op het jubileumfeest aanwezig waren, is al een penning in zilverkleur uitgereikt. Deze zat in een mooi doosje. Zij kunnen die penning en het doosje behouden en krijgen de kleuruitvoering ook mee naar huis.

Bijdragen van onze leden

Deze week met bijdragen van Gerrit Boer, Hans Brobbel, Coen van der Bijl, Alek Dabrowski, Ruud Dröge, Jan Hoek van Dijke en Ben Koppenens!

Pieter Sturm – Alek Dabrowski

Alek mailde: Wanneer je door meesterlijk spel (ahum), of gewoon door toeval, in de hogere sferen van de interne terecht bent gekomen dan weet je dat je iedere week een speler van formaat tegenover je zult vinden. Ik rekende op wit, ik kreeg zwart. En meteen tegen de nummer 1, Pieter Sturm. Hij opende met c4 en naar een paar zetten stond er een Ben-Oni op het bord. Ik rommelde met de zetvolgorde, dacht te weinig na en kwam brak uit de opening. Op zet 20 leek ik toch niet zo slecht te staan.

Pieter gebruikte steeds meer tijd voor zijn zetten. Ik kreeg enige hoop. Zijn a-pion zag ik een paar zetten later als een makkelijke prooi. Pieter liet het niet toe en gaf een kwaliteit. Het voordeel zag ik niet direct. Achteraf gaf de computer hem gelijk. Nu ontstond er een duw-en-trek-spel met een opgesloten toren van mijn kant (zie diagram). Ik begon het somber in te zien en moest wel de kwaliteit teruggeven. Wit had in deze fase op de koningsvleugel kunnen oprukken, maar hij concentreerde zich volledig op de andere kant van het bord. Met een pion minder en beiden een toren op het bord, was mijn enige plan: schaak blijven geven.

Dat werkte en we eindigden na 63 zetten in remise. Het leek niet altijd zo, maar wit heeft de hele partij beter gestaan. Ik mag blij zijn met de uitslag.

Frank van Zutphen – Ruud Dröge

Ruud leverde de onderstaande partij met commentaar in.

Frank van Zutphen – Ruud Dröge

Jan Hoek van Dijke - Henk Ochtman

We beleven de avonturen vanuit Jans perspectief mee, die schrijft: Het was een tamelijk wilde partij. Dat het geen reguliere pot zou gaan worden bleek al gelijk uit Henks eerste zet: 1. .. h6. Hiermee waren we neem ik aan gelijk allebei uit onze theorie. Omdat er enkele zetten later nog de zet g5 achteraan volgde besloot ik zelf lang te rokeren en over de koningsvleugel aan te vallen. Alleen deed ik dit dan weer een beetje te ondoordacht en kreeg ik zelf de aanval op de damevleugel over me heen. Die was sneller dan de mijne.

Op een gegeven moment besloot ik een pion weg te geven om zwarts gevaarlijke witveldige loper te kunnen afruilen, maar tot mijn verbazing ruilde Henk deze loper niet, maar offerde hem, met als compensatie meer aanvalsmogelijkheden en het consumeren van mijn pion op a2, waar ik zijn dame moest dulden. Niet heel prettig met mijn zojuist gerokeerde koning daar in die hoek. Iets later in het middenspel ruilde Henk ook nog zijn twee paarden voor mijn toren, om zich de mogelijkheid te creëren met zijn dame en twee torens op mijn damevleugel binnen te kunnen komen.

Dit plan sloeg echter niet door, omdat ikzelf ook nog wat zeer tactische velden kon afdekken met een paard, en mijn dame achter de hand had om eventueel te kunnen afruilen. Zwarts zwartveldige loper op de diagonaal a1-h8 stond door mijn ijzersterk gedekte pion op e5 volkomen geblokkeerd en deed niet aan het spel mee.

Uiteindelijk bleken mijn drie stukken tegen zijn toren toch iets te sterk en na een geforceerde dameruil was de angel uit het zwarte spel en kon ik pion voor pion mijn voordeel gaan binnen hengelen. Henk moet je echter altijd tot het eind toe in de gaten houden en meerdere keren verslaan. Toen er alleen nog een zwarte koning en toren op het bord stond zag ik tot mijn grote schrik, maar nog net op tijd, dat hij bijna de mogelijkheid voor een dolle toren voor zichzelf had gecreëerd. Op dat moment hadden we dus de paradoxale situatie dat ik een vluchtweg voor hem moest veilig stellen, maar toen dat eenmaal was zeker gesteld konden de stukken terug in de doos.

Hans Brobbel - Ton Dulk

Hans doet verslag: De Scandinavische opening. Ik vind de opening eigenlijk niet zo goed voor zwart, maar heb met wit toch slechte ervaringen, vooral tegen sterke tegenstanders (waar ik Ton ook toe reken). Kort geleden kwam ik na 10 zetten nog totaal verloren te staan tegen deze opening. Nu ging het beter, ik kwam niet in gevaar. Beiden speelde het middenspel redelijk secuur (geen grote fouten).

In het eindspel kwam ik langzaam beter te staan en kreeg ik enig initiatief. Het werd nog spannend, Ton kwam in tijdnood. Uiteindelijk hield ik ook nog maar een paar minuutjes over. Ik kon geen winst ontdekken, maar zag wel dat dit eindspel net zo makkelijk verloren voor mij kon gaan. Na een zetherhaling werd het uiteindelijk remise. Had er meer in gezeten voor mij? Ik heb het ook achteraf niet gezien.

John Helstone - Gerrit Boer

Gerrit stuurde de onderstaande partij met commentaar in. Een ‘Three knights with 3. d3.’

John Helstone - Gerrit Boer

Coen van der Bijl - Kees van Toor

Een onthullende impressie van Coen: “Dat is wel erg veel” sprak een tegenstander in de C-groep toen hij mijn rating zag: 1900. Dat vond ik eigenlijk ook. Weliswaar had ik het bestuur gezegd dat ik vroeger kort hoog in de KNSB speelde, vandaar hun inschatting van 1900, maar dat was al twee generaties geleden (ruim 50 jaar).

Het had kennelijk ook een intimiderend effect. Maar ja, de jaren tellen. Hoewel nog kwiek en veerkrachtig, toch moet ik mijn agenda raadplegen om te zien wat mij morgen te doen staat Vroeger wist ik dat uit het hoofd per halfuur zo’n drie weken vooruit. Toen kon ik ook nog een navenant aantal zetten vooruit denken. En de resultaten daarvan onthouden. Ach ja, opa vertelt.

Als relatieve nieuwkomer in het spel kreeg ik dus regelmatig klop. Ik speelde te aanvallend, overzag het geheel onvoldoende. Na overleg werd mijn rating verlaagd - via 1750 (nog steeds intimiderend) - naar 1500. En zelfs dat maakte ik nauwelijks waar: de eerste metingen kwamen uit op 1468 en 1484. Gaandeweg kom ik er gelukkig een beetje in. Verlies nog gewonnen partijen in het eindspel door desinteresse, sta toch immers drie pionnen voor, win wel eens door een blunder van de tegenstander, maar de bal is rond, nietwaar?

Maandag speelde ik tegen iemand met 1750. Pfoeh, dat zou me een afgang worden, en ik had me nog zo verheugd op een leuke avond. Intimidatie werkt dus toch ook een beetje bij mij. Althans bij schaken, althans een klein beetje.

Rustig opbouwen dan maar en de tegenstander werd volgens mij langzaam verzwakt tot hij een ondoordachte pionaanval deed. De pion werd door mij geslagen en het weer terugpakken van de zegevierende pion zou tot een vork leiden waardoor een stuk verloren zou gaan. Pionwinst dus. Kennelijk werd nu de tegenstander geïntimideerd. Want die pion was bovendien doorgebroken en begon met een zusje een opmars. De koning moest gaan zwalken en er dreigde een ingewikkelde matstelling.

In een vlucht werd een mogelijke paardensprong noodlottig over het hoofd gezien, waardoor een kwaliteit verloren ging. De kracht en kwaliteit van de tegenstander uitten zich vervolgens in een onmiddellijk opgeven. Jammer dat hij daarna snel moest vertrekken. Waarschijnlijk voelde hij zich tekortschieten, net als ik in de eerste weken. Verliezen van iemand met minder dan 1500 punten. De schande. Gelukkig zijn het maar punten. En vermoedelijk c.q. hopefully, kloppen die 1484 ook al niet. Watch this space.

Reginald Fonseca - Ben Koppenens

Ben vertelt over deze partij: Na een slechte start als nieuw lid (5 keer verloren) en daarna een redelijke periode was ik vol goede moed! De laatste twee wedstrijden wel weer verloren, maar tegen veel sterkere tegenstanders. Ik moest aantreden tegen Reginald, een nog nieuwer lid dan ik! Omdat de rating dan weinig zegt dacht ik: voorzichtig starten en geen rare dingen doen. De zwarte openingen na 1. d4 ken ik nog niet goed dus ik begon conventioneel met 1. .. d5 en wat standaard zetten, gevolgd door een loper-paard ruil om de pionnen wat te ontregelen. Van zet 7 tot en met 12 ontstond er een ingewikkeld krachtenspel in het centrum, waar mijn val om de dame te bemachtigen werd doorzien. Maar er kwamen wat barstjes in wits spel en na een vork begon ik de witte dame op te jagen en werd deze bijna ingesloten. Bij zet 16 was er voor Reginald echter nog een veilig veld maar hij maakte - wellicht door overconcentratie? - een fout en de dame stond op b3, waar ik hem kon slaan.

Reginald had een pokerface en ik dacht nog even een paar minuten na of er echt geen addertje onder het gras te vinden was. Had ik echt niets gemist? Volgens mij niet en nadat de dame was veroverd was het verder een kwestie van 'degelijk uitspelen'. Later na de wedstrijd zei Reginald dat hij echt wel b4 had willen spelen, maar er dus sprake was van een foute zet, die te laat werd opgemerkt. Niet een geheel zelf verdiende overwinning dus, maar ook zonder blunder van wit had ik nog wel wat aanvallen willen ontplooien!

Reginald Fonseca - Ben Koppenens

Zo, dat was het weer, op naar ‘het heerlijk avondje’ van ronde 13! Kijk hier voor alle uitslagen en de stand na ronde 12 van de interne competitie.

Jaap van Meerkerk