Leergierig op zoek, verheugd high-fiven en een albino paard

Een rustige maandagavond, de 2e december. Er waren geen thuiswedstrijden van onze teams.

En dan zien we dus de hoogste borden middenin onze fraai verlichte speelzaal. En dus zagen we Pieter Sturm weer fier aan bord 1 de stukken beroeren.

Om 19.00 uur was Kosta Loris al aanwezig, leergierig op zoek naar een clubgenoot om samen zijn partij van ronde 12 te analyseren. Hij kwam gewapend met zijn partijnotatie regelrecht op me af. Anton van Bokhoven, die – hoe kan het ook anders – zich al druk met het inrichten van onze schaakarena bezig hield, was daartoe gaarne bereid. Een prima actie ook dus van Kosta!

In deze dertiende ronde werden 23 wedstrijden gespeeld. En ook fijn nieuws van het nieuwe leden front: Reginald Fonseca kon worden voorgesteld als nieuw lid van Erasmus. Welkom, Reginald!

Ik vond tijdens mijn remisepartij tegen Cor van As nog tijd om een aantal foto’s voor de update van ons ‘Smoelenboek’ te maken. Wim Posthumus is al enkele weken druk bezig hier een mooi geheel van te maken. Hij heeft voor het maken van dat fotoboek een voor hem duidelijke, voor mij ingewikkelde, heuristiek gemaakt.

Wij willen nog deze maand het eindresultaat laten zien. Het Smoelenboek zal op elke maandag ter inkijk in de speelzaal liggen. Handig voor wie van tevoren een glimp van zijn tegenstander wil opsnuiven. Ook fijn om je al vast mentaal in te stellen op degene die jou straks koffie zal aanbieden. Je kunt je ook al vast afvragen welke pion je als eerste wil opschuiven tegen de geportretteerde. Prettige bijkomstigheid is dat clubleden weten wie hun clubgenoten (inmiddels allemaal) zijn en hoe ze eruit zien.

Dan kun je tijdens een vakantie in – zeg – Frankrijk een clubgenoot die zich daar toevallig ook ophoudt verheugd high-fiven. Vanwege de privacy wordt het Smoelenboek niet digitaal op de website gezet. Wel kan een papieren versie worden uitgereikt aan wie daar belangstelling voor heeft. Kunt u thuis uw clubgenoten showen.

Verrassingen

Jan Hoek van Dijke is de revelatie van dit seizoen. Na Henk Ochtman te hebben gevloerd, bond hij nu niemand minder dan eerste-teamspeler Eric Hoogenes aan zijn zegekar. Was het vorig jaar Kees van Toor die zich als reuzendoder ontpopte, nu dus Jan Hoek van Dijke. Maar wees gerust, Jan, aan alles komt een eind. Want … hoge bomen vangen veel wind. Of niet? We blijven je dus nauwgezet volgen. Hieronder is ook het verslag van Jan na te lezen!

Arno van Houten deed van zich spreken en hield de in prima vorm stekende Pieter Sturm op remise. “Je gaat lekker, hè Pieter?”, zo sprak ik tegen de ranglijstaanvoerder. “Ja, inderdaad”, reageerde hij. “En ik vind het (schaken) ook weer erg leuk en kan lekker weer, ongeacht de uitslag, genieten van het spel!” Is natuurlijk ook niet zo verschrikkelijk lastig als de punten zich wekelijks aaneenrijgen gelijk rijpe appelen. Maar ik zag en weet dat het echt zo was, gewoon genieten van het spel, ongeacht de uitslag. Fijn voor Pieter!

Dat Wim Westerveld won was op zich geen verrassing, wel dat hij Alek Dabrowski al na 20 minuten had ingepakt. Ben benieuwd hoe dat ging. Ik hoorde iets over een paard. Het meest geheimzinnige schaakstuk. Daarom nodigde ik Wim uit over zijn partij te vertellen. Zijn verslag is hieronder na te lezen.

Harry Nefkens (1425) versloeg Gerrit Boer (1636). Ik vroeg Harry uiteen te zetten hoe hij dat punt maakte en er geen punt van maakte, van die 200 ratingpunten meer.

Dick Straathof verschalkte plotseling Ruurd Ouwehand. Zeker een val uitgezet, die tricky Dick. Een kreet van mijn rechter achterbuurman liet mij me verslikken in een slok koffie. Ruurd kleurde rood van opwinding, vermoedelijk zich verbazend over zijn achteloosheid. En dan nog wel zo vroeg in een nauwelijks op gang gekomen schaakpartij. Geen idee of dit conform de werkelijkheid is, ik speld u slechts mijn perspectief op de mouw.

In december

Sint schonk mij een mooi boek: Koningen van het schaakbord, door Paul van der Sterren. Ik ben er direct aan begonnen.

Het leest lekker weg en lijkt me vooral voor schakers boeiende kost!

En dan de verdere agenda in december. De gezelligste maand van het jaar. Zegt men. Geldt dat ook voor onze schaakvereniging? Een blik op de agenda leert het volgende:

9 en 16 december: Interne competitie

Op 9 en 16 december spelen we ronde 14 en 15 van de interne competitie.

23 december: Rapidcompetitie deel 2

Het tweede deel van het intern rapidkampioenschap van Erasmus. Dit kampioenschap is verdeeld over twee avonden, waarop in totaal acht rapidpartijen worden gespeeld. Wie de eerste avond was verhinderd en de tweede avond wil meedoen krijgt vier byes en staat dus op twee punten. Inloop en aanmelding is tussen 19.30 en 19.45 uur. Dan kunnen de wedstrijden om 20.00 uur beginnen.

27 december: Oliebollentoernooi Schiedam

Niet te versmaden, de oliebollen tijdens het jaarlijkse snelschaken in Schiedam op vrijdag 27 december. Het Oliebollentoernooi, waar diverse Erasmianen natuurlijk weer op afkomen, is – op die van Erasmus na dan – het gezelligste van het jaar!

30 december: Feestavond

In het kader van ons Erasmus 125-jubileumjaar beoogt de feestcommissie de traditionele ‘gezellige avond’ die jaarlijks de Erasmusagenda siert een bijzonder tintje mee te geven. Eén van de tussendooractiviteiten is een schaakquiz. Hier al vast een voorbeeldvraagje:

Welke wereldkampioen schaken ontwikkelde Laska, een variant van het damspel die zelfs Anton van Berkel vreemd is?

Inzendingen van onze leden

En ook deze week weer verschillende inzendingen van onze leden. Met deze week dank aan Jan Bruinsma, John Helstone, Jan Hoek van Dijke en Wim Westerveld.

Alek Dabrowski – Wim Westerveld

Wim vertelt op mijn verzoek over deze partij: Eigenlijk wilde ik mijn partijtje tegen Alek Dabrowski met de mantel der liefde bedekken, maar ja als Jaap je iets vraagt wordt weigeren moeilijk. In de overbekende variant die op het bord kwam plant zwart vaak een paard op e6 en dat was ik dan ook van plan. Groot was mijn verbijstering toen Alek zelf een paard op e6 zette. De weerlegging was niet moeilijk, maar ik heb toch even naar dat paard op e6 zitten staren voordat ik de gedwongen zettenreeks uitvoerde. Zo’n zwart paard op e6 is voor mij zo’n vertrouwd beeld dat het wel leek alsof het toch een zwart paard was, maar dan wel een albino.

Nog gekker is het dat Pe6 al eerder gespeeld is door wit. Ik vond een partij in de database, met dezelfde afloop overigens. Enfin, binnen de kortste keren stond er een eindspel op het bord met de twee pionnen in de plus voor zwart. Toen ik nog een derde pion won, vond Alek het welletjes. We hadden nog geen half uur gespeeld. Volgende keer beter Alek!

Eric Hoogenes – Jan Hoek van Dijke

Tja, mijn partij tegen Eric Hoogenes. Ik heb even gereconstrueerd dat ik één dezer dagen al precies 40 jaar tegen Eric speel. Sinds een toernooi op de middelbare school dat in de middagpauzes werd gespeeld, georganiseerd door een schaakenthousiaste wiskundeleraar. Dit resulteerde uiteindelijk ergens in 1980 tot het aansluiten bij een schaakclub (waarvan ik tot die tijd niet eens wist dat die bestonden) en de promotie van het schaakspel van één van de spelletjes in de spellendoos tot een ‘echte denksport’.

Ik schat mijn score in onze onderlinge ontmoetingen in al die tijd op zo’n 10%. Dat is één uitgangspunt. Een ander uitgangspunt echter is dat ik sinds dat ik remise heb moeten toestaan tegen Paul van der Sterren al mijn wedstrijden gewonnen heb, zowel voor de bond als de interne competitie. Dus misschien ben ik momenteel wel in een uitzonderlijke vorm. Wel was het mijn beurt om met zwart te spelen, dus dat was dan weer niet helemaal fijn, maar mijn idee was dat remise bij heel degelijk spel toch wel tot de mogelijkheden zou moeten behoren.

Eric opende met 1. d4 en op mijn antwoord 1. .. Pf6 kwam er 2. c4. Zoals altijd eigenlijk in onze onderlinge treffens. Voorheen speelde ik meestal Budapester gambiet, maar daar ben ik vanaf gestapt. Teveel mensen, en zeker Eric, weten hoe je daar met wit mee om moet gaan, en dan is het eigenlijk gewoon een slechte opening. Er kwam uiteindelijk een opening op het bord die door Fritz wordt gekwalificeerd als de klassieke afruilvariant van het Grünfeld Indisch.

Over het verdere verloop van de partij kan ik kort samenvattend vertellen dat deze geheel gelijk op ging. De analyse van Fritz gaf telkens aan dat wit net een heel klein beetje voordeel had, maar dat zal hoofdzakelijk gelegen hebben aan het feit dat wit telkens één zet voorloopt op zwart. Nergens kwam de waardering boven de 0,35.

Tegen de tijd dat de dames waren geruild en we beiden nog een loper van gelijke kleur en een paard met zes pionnen op het bord hadden staan, vond ik het wel tijd om remise aan te bieden. Dit was gebaseerd op drie gedachtes. Ten eerste was het een uitslag waar ik vooraf tevreden mee zou zijn geweest, ten tweede zag ik bij zulk gelijk materiaal geen kans dat één van ons hier beter of slechter mee uit de voeten kon, en tenslotte had ik de hele partij nog niet echt een goed aanvalsplan kunnen bedenken en zou me dat dan opeens nu wel gaan lukken?

Eric sloeg het aanbod echter af. Die zal zich aan zijn stand verplicht hebben gevoeld nog een poging te wagen, met het idee dat remise altijd nog voor het grijpen lag. Vervolgens gingen de beide paarden van het bord en toen maakte Eric de fout om ook de lopers af te ruilen. Dit bleek verderop in de partij niet goed geweest te zijn. Op één vleugel aan de rand had ik 2 pionnen tegen 1 van Eric, en aan de andere kant had Eric er 5 tegen 4 van mij.

Met mijn koning hier in de buurt had ik de mogelijkheid om er agressief in te gaan, terwijl de zwarte koning ook altijd binnen bereik van zijn ene pionnetje op de andere vleugel moest blijven omdat de twee pionnen tegen één immers zelfstandig tot promotie kunnen leiden. Het leidde op het bord allemaal uiteindelijk tot 2 vrijpionnen van mij op de a- en d- lijn, tegen 1 vrijpion van wit op de e- lijn, met dit verschil dat mijn koning de ene pion wél kon stoppen, en de witte koning mijn 2 pionnen niet (allebei). Dat was dus het einde van de partij.

Frappant is dat Eric het direct na de partij al zei dat het afruilen van de lopers de fout was en ook bij het analyseren van Fritz wordt er aangegeven dat de waardering die de hele partij licht in het voordeel van wit was geweest, door deze afruil in één keer werd omgebogen naar een waardering van 0,5 in het voordeel van zwart. Dat het op die manier kan werken was nog het meest leerzame van de partij.

Jan Bruinsma – Kosta Loris

Jan doet verslag: De partij met Kosta Loris was een pot die beide spelers kansen gaf. Na de opening lokte zwart (Kosta) mijn witte stukken naar het open veld en toen wit vervolgens rokeerde kwam de witte koning wel heel erg open te staan. Dat wist zwart toch niet voldoende uit te buiten. Temeer omdat zwart het middenveld niet voldoende ontwikkelde. Na wat wederzijdse fouten kon wit zijn stelling verstevigen en doordat zwart zijn torens achter elkaar plaatste op de h-lijn kon wit gunstig ruilen met een toren als winst. Het werd toen moeilijk voor zwart om de aanvankelijke betere stelling te verzilveren in winst.

John Helstone – Reginald Fonseca

John vertelt: Het was wel vreemd hoor, Jaap, weer een ‘echte’ partij te spelen na meer dan drie jaar. Heel wat anders dan probleempjes oplossen achter de computer. Dat bleek al de eerste partij tegen Gerrit Boer. De concentratie en het uithoudingsvermogen lieten zeer te wensen over. Gerrit nam zijn kansen toen prima waar.

Tegen Reginald Fonseca ging het al wat beter, hoewel ik ook tijdens die partij spoken zag. Reginald vroeg om samen te analyseren na de partij. Hij zal snel vorderingen maken, want hij houdt van het spel en is leergierig.

En dat was ronde 13! Nu nog vier ronden te gaan. Op naar de 14e ronde. Daarna gaan we eens kijken hoe de ranglijst er dan uitziet. En … welke spelers zich voor de kampioensgroep kunnen gaan plaatsen!

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand na ronde 13 van de interne competitie.

Jaap van Meerkerk