Duel van de onbenutte kansen
In de strijd tegen de degradatie nam ons tweede team in de RSB het op tegen het sterke Shah Mata 1.
Helaas bleken de gasten deze keer weer te sterk.
Bij dit verslag maak ik dankbaar gebruik van de ontboezemingen van de leden van het tweede team. Zelf werd ik te zeer in beslag genomen door mijn eigen partij. Daardoor kon ik te weinig oog hebben voor wat zich op de andere borden afspeelde.
Onze kopman aan bord 1, Leo de Jager leverde een prima prestatie door zijn tegenstander David van der Mast op remise te houden. Leo vertelde: Na de klachten van Pim Kleinjan over het niveau van ons eindspel besloot ik het ook eens te proberen.
Loper tegen paard in open stelling suggereert een wit voordeel. Iets meer pionnen op de kleur van de loper is echter een nadeeltje voor de loper. Het zwarte paard staat onaantastbaar in het centrum wat positief is voor de knol. Zwart is aan zet en dat is vaak een voordeel, ook omdat de zwarte koning wat actiever is. Wit kan een vrijpion creëren op de damevleugel wat serieus gevaarlijk is. Zwart kan doorbreken op de koningsvleugel met .. f4 wat stevige tegenkansen biedt.
Na de 47. Kg5 van wit zag het er zo uit. Helaas kwam zwart hier net een paar tempootjes te kort. Daarom accepteerde ik hier het witte vredesvoorstel.
Zoals Pim dus al zei, het valt niet mee en daarom heb ik jullie het tussenliggende gedeelte maar bespaard.
Aan bord 2 deed onze tweede Leo – Leo Verhoeven – het nog beter. Hij schreef:
Ik speelde met wit tegen René de Lange. En ik deed dat niet nauwkeurig. Zwart kreeg het initiatief op damevleugel, zonder dat het direct beslissend werd. Het werd een moeilijke positiepartij, waarbij de stelling langzamerhand in evenwicht kwam. Wit kreeg vervolgens op de koningsvleugel veel ruimte. Met pionnen van h3 tot en met e6. Die laatste pion bood praktische kansen. Zwart behandelde deze fase niet goed, waarna een witte toren op f7 binnen kon vallen. Die dreiging bleek zwart te machtig. Hij miste een tussenschaak. En verloor daardoor veel materiaal. Overtuigend was het niet, spannend wel. Anders gezegd, het zat een keer echt mee.
Dan Paul Wilhelm met zwart aan bord 3: Mijn partij tegen Bram Steijn: Een klassiek fianchetto Konings-Indisch. Nadat ik zijn koningsstelling verzwakt had, verzuimde ik ervan te profiteren door d5 door te drukken. Ik miste na de afwikkeling Dc7 met kwaliteitswinstdreiging of het terugwinnen van de pion op g3. Dan zou zwart beter staan. Nu kon wit zich hergroeperen en lichte tijdnood deed in mindere stelling de rest.
Aan bord 4 mocht ik de witte stukken aanvoeren. In de Scheveninger kwam een Maroczy opstelling op het bord. Een pionoffer, dat in geen van de partijen uit mijn database werd geaccepteerd, kwam hier wel op het bord. Compensatie in de vorm van uitbuiting van de zwakte van de zwarte velden, deed ik te langzaam. Bij krapper wordende tijd verzuimde ik een combinatie, waarna het eindspel kansloos was.
Aan bord 5 behandelde onze Anton van Berkel de Benoni niet goed. Dat had een vervelende gedekte vrijpion en een verzwakte koningsstelling tot gevolg. Nadat zijn tegenstander een kwaliteit won, was het over en uit.
Op bord 6 stond onze invaller Jan Smit tegen routinier Paul de Freytas zijn mannetje. Nadat de teamwedstrijd al was beslist vochten deze heren een mooi tijdnoodduel uit. Jan Smit aan het woord:
In mijn partij tegen Paul de Freytas kwam de Torre aanval op het bord, waarbij zwart de variant met een vroeg Pe4 speelde. Wit moet bij deze variant vooral alert zijn op een dame uitval van zwart op de damevleugel, die vrij vervelend kan worden. Gelukkig had ik al wat leergeld betaald in het verleden, zodat ik geen pijnlijke verrassingen te verwerken kreeg. Het gevolg van de zwarte opstelling was wel, dat er al vrij snel een flink aantal stukken geruild werden.
Wat overbleef was een boeiend eindspelgevecht van toren en loper tegen toren en loper (met lopers van gelijke kleur) met beiden nog een pionnetje of zeven. Zwart probeerde nog een doorbraak te forceren op de damevleugel, maar die kon ik met een seconde of 20 tot 30 op de klok pareren. In mijn tijdnood werd ik nog bijna geschwindeld, maar net toen de eerste Erasmianen wit begonnen weg te trekken en naar adem begonnen te happen, zag ik gelukkig op tijd, dat ik eerst lopers moest ruilen voordat de gelijkmakende slagbeurt met de pionnen kon uitvoeren. Wat resteerde was een toreneindspel, tijdnood voor beide spelers en geen voor de hand liggend voordeel, waardoor Paul en ik tot remise besloten.
Ook Pim Kleinjan aan bord 7 hield mooi stand. Zijn relaas: Zoals door Leo Verhoeven was geadviseerd, had ik mij met zwart serieus op het Morra-gambiet voorbereid. Mijn vermoedelijke tegenstander Theo van der Sluis had vier keer tegen zwart deze variant in het Siciliaans gespeeld. Wat een deceptie dat hij nu toch eens aan bord 8 speelde en alle voorbereiding voor niets was geweest.
Nu kwam ik tegenover die man met die dure naam, John la Gordt Dillie, ook een goede speler. Hij voerde langzaam de druk op, maar met een schijnpionoffer kon ik de dames afruilen en hoewel het eindspel minder stond voor mij had ik twee ijzersterke lopers die remise afdwongen. Maar wee degene die nog eens de Morra tegen mij durft te spelen.
Tenslotte Jaap van Meerkerk aan bord 8: Met wit koos ik een bijzondere variant tegen het Konings-Indisch. Dat pakte goed uit, want zwart kwam niet met het thematische f5 en nestelde zijn paard op f8. Deze variant belooft een spannende centrumstrijd. Ik dacht na een kleine combi via de c-lijn te heersen, ging na het sterke La6 helaas dameruil uit de weg en kwam een tempo te kort.
Zwart kon op b2 een pion winnen, maar schijn bedroog met het sterke Lf8, viel mijn – zo bleek – overbelaste dame op a3 aan, die had ik niet zien aankomen. Ik moest om stukverlies te voorkomen de kwaliteit geven, waarna mijn stukken niet goed samenwerkten. Zwart rukte met zijn sterke centrumpionnen op en liet er geen gras over groeien. Ik zocht tegenspel via de zevende lijn en druk op f7, die de actieve zwarte torens simpel neutraliseerden. Na onvermijdelijk pionnenverlies gooide ik de handdoek in de ring.
Wie de uitslagen heeft bijgehouden, weet dat we verloren met 2½-5½. Weer een teleurstellende uitslag.
De volgende wedstrijd tegen De Willige Dame thuis is de laatste strohalm om de degradatie te voorkomen. Toch blijf ik van mening dat wij met dit team in de eerste klasse thuishoren.
Klik hier voor alle uitslagen en standen in klasse 1B van de Rotterdamse Schaakbond.
Wim Posthumus