Stilte voor de rapidstorm, eindspeloefeningen en offerfeesten

Een relatief rustige avond. Geen thuiswedstrijden voor de externe competitie. Die zijn er komende week weer, als het tweede en vierde team thuis zullen aantreden.

Er werden in deze vierde finaleronde 15 wedstrijden voor de open C-finale gespeeld. Voor de gesloten A- en B-finales stonden 5 wedstrijden gepland.

Tussen hoop en vrees het eindspel in

Vorige week riep Pim Kleinjan in het derde finalerondeverslag ons indirect op meer aan eindspelstudie te doen. Eens. Kennis is macht. Meer eindspelkennis hebben dan je tegenstander levert punten op. Waarom ontbreekt het veel clubspelers daaraan, lees ik in de teneur van zijn opmerking.

Als we het eindspel al halen is er vaak sprake van noodzakelijk uit vluggeren. En ja, dan moet je tussen hoop en vrees het eindspel in. Vaak wordt door een misgreep je hele partij in die fase verknoeid, een zekere winst of remise gemist. Vooral oudere spelers balen hiervan. De tijd om de beste eindspeltechniek uit je geheugen te halen en een plan te maken ontbreekt.

In de vorige eeuw werd er vaak vanaf zet 35 (of enkele zetten daarna) afgebroken. Wie aan zet was gaf een zet onder couvert af (de zet werd op een papiertje geschreven, in een envelop gedaan, en bij de wedstrijdleiding ingeleverd). Beide spelers hadden een week de tijd om de eindspelstelling uit te analyseren. En reken maar dat veel spelers zich daartoe zetten! Dat leverde veel kennis en praktijkervaring op. Het kwam vaak voor dat er op basis van dit huiswerk alsnog remise overeen werd gekomen, of dat een speler opgaf en zich daarmee het leed van een verloren eindspel uit te moeten spelen bespaarde.

Een aantal van mijn verliespartijen zou ik om deze reden in de jaren van het afbreken waarschijnlijk gewonnen hebben. Het schaken is met de afschaffing van de afbreekregel een andere sport geworden. Toegegeven, het was een heel gedoe, dat afbreken. De nadelen van het oude systeem zal ik hier onbesproken laten. Maar een gevolg van het nieuwe schaken is dat er minder aan eindspelstudie thuis wordt gedaan. Eindspelstudie was toen noodzaak, nu duik je alleen als je zin hebt en eindspelboeken in.

De computer vind ik een geweldig medium. Aanvankelijk als bedreiging gevreesd, inmiddels al lang onmisbaar voor topschakers. Ik denk dat clubspelers (te) vaak zonder bord en stukken de pc laten nadenken over de beste zet. Ook bij de bestudering van een eindspel. Heel verleidelijk natuurlijk om de pc de stelling te laten doorgronden en ons de beste weg naar de gemiste winst te wijzen.

Ik vermoed dat de meeste schakers liever openingen bestuderen. Eindspel vinden we toch wat vaag of onbevattelijk. En de kans dat de betreffende stelling op je bord komt is klein. Toch zijn er meer goede eindspelboeken dan vroeger te koop, kun je een eindspel tegen de computer uitspelen en oefenen (en dat is dus heel wat anders dan de pc de beste zet laten zoeken). Als ik mezelf ertoe zet (ja dat moet ik dus wel, me ertoe zetten) een toreneindspel uit het onvolprezen boek van John Nunn te onderzoeken, ervaar ik het steeds leuker te gaan vinden en sterker, ik merk dat de stelling me niet meer loslaat. Maar ja, op woensdagavond moet ik sporten. Dat vind ik eigenlijk ook pas leuk als ik ermee bezig ben.

Voor eindspelstudie werkt het wellicht motiverend om de situatie van het vroegere afbreken na te bootsen. Clubgenoten geven elkaar bijvoorbeeld een eindspelstelling (uit een eigen partij) die zij later tegen elkaar afspreken te gaan uitspelen.

In de maand januari had ik zelf tijdens Tata twee remisepartijen die ik eigenlijk had moeten winnen. Moeten, want ook de computer vond dat met een plusscore van +2,50. Die stellingen heb ik thuis bekeken. Zou een clubgenoot die stellingen wel winnen? Haal de boeken er maar bij en het schaakbord, ga een week studeren, en uitspelen maar. Als je dit een jaar lang volhoudt, zeg zo’n 40 stellingen, dan weet ik zeker dat het rendement merkbaar zal zijn.

Zaterdag 15 februari

Staat ons mooie Open Erasmus Rapidtoernooi op de rol. We hebben inmiddels 90 deelnemers ingeschreven en vier aanmeldingen op de wachtlijst moeten zetten. Het belooft weer een leuk en gezellig toernooi te gaan worden! We doen daar natuurlijk ons uiterste best voor. Vanaf 8.15 uur gaan we de speelzaal inrichten en vanaf 9.00 uur gaat de zaal open.

Finalegroep A

Leo Verhoeven en Leo de Jager speelden remise, terwijl Arno van Houten won van Dick Straathof. Een verslag van Arno is hieronder na te lezen.

Arno van Houten – Dick Straathof

Arno van Houten doet verslag: Mijn tweede partij in de finale van de A-groep speelde ik met wit tegen Dick Straathof. Er kwam een ‘Scandinavian’ op het bord. De hoofdvariant waarin zwart Lf5 speelt. Wat ik tijdens de partij dacht speelde ik door beren op de weg niet. Het paard naar f3 spelen is niet slecht, maar eerst je loper naar c4 en de mogelijkheid om het paard naar e2 te spelen is beter. Maar door gedachtenspinsels haalde ik de twee zetten door elkaar.

Naar mijn idee speelde Dick zijn dame niet naar het goede veld terug. En waarschijnlijk een zet te vroeg.

Ik rekende op 8. .. Pbd7 9. Pd5 Dd8 10 Pxf6 Pxf6. In plaats daarvan speelde Dick zijn dame naar c7.

Later in de partij bleek de dame erg kwetsbaar te zijn.

Op de 12e zet speelde zwart zijn paard naar g4. Waarschijnlijk met het idee om de pion op e5 te winnen.

De pion op e5 kon ik verdedigen met Lf4. En na de zet h3 moest het paard naar de rand.

Het plan om de koning in het midden te houden met 15. Lg5 pakte goed uit.

De ontwikkeling van de witte stukken is bijna op orde, De toren op a1 moet nog naar de open d-lijn.

Op de 18e zet miste ik een tactische wending: 18. Dd2 Dxd2 19. Pc7+ Kf8 20. Txd2 en er blijven twee stukken in staan.

Maar de gespeelde zet b4 was zeker niet slecht. De dame is bijna ingesloten, de zwarte koning staat onveilig en veel zwarte stukken hebben geen taak. In de zetten die volgen kon ik de druk op de zwarte stelling vergroten. Materiaal verlies was niet meer te ontkomen.

Na de partij gaf Dick aan dat de problemen voor zwart begonnen met de zet 12. .. Pg4.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep A.

Finalegroep B

In de B-finale speelden Martin Rensen en Jan Hoek van Dijke remise, Cander Flanders won van Peter Aarnoudse en Hans Brobbel wist met zwart Anton van Berkel te verslaan.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep B.

Finalegroep C

Voor de C-groep kregen wij deze week weer verschillende mooie inzendingen van Coen, Daan, Jeroen en Lucas. Lees hieronder mee met hun verrichtingen!

Daan Gijsbertse – Pim Kleinjan

Daan stuurde op mijn uitnodiging het volgende: Voor zover ik het heb kunnen volgen, verkeert Pim de laatste tijd in bloedvorm (een gedeelde eerste plaats op ons rapidkampioenschap, om maar wat te noemen). Ook kon ik na afloop van een eerder treffen niet anders concluderen dan dat ik schaakles had gehad. Toen ik afgelopen maandag zag dat ik weer tegen hem moest spelen, had ik dus geen hoge verwachtingen van het resultaat. Mijn enige troef was dat ik net terug was van vakantie, en dus hopelijk iets scherper en uitgeruster achter het schaakbord zou zitten dan de afgelopen maanden het geval was.

Met wit kwam ik iets beter uit de opening. Maar na mijn negende zet was er zeker nog geen sprake van een doorslaggevend voordeel. Dat veranderde na een aanval van Pim, waarin hij met 9. .. dxc4 en 10. Lxc4 b5 mijn stukken op de damevleugel opjoeg om aan die kant van het bord een ruimtevoordeel te realiseren. Hoewel het volgens de computer een voordeel oplevert als ik hier mijn loper en dame respectievelijk naar e2 en d1 had teruggetrokken, voelde dat achter het bord niet goed.

Ik koos daarom voor een veel aanvallender stukoffer met 11. Pxb5 – cxb5 en 12. Lxb5. Niet alleen omdat terugtrekken mij zo tegenstond, maar ook omdat mijn loper vanaf b5 het paard op d7 vervaarlijk op zwarts nog niet gerokeerde koning kon pennen. Optisch leek dit een voordeel te geven dat het offer waard was. Maar zoals wel vaker werd dit naderhand genadeloos gelogenstraft door de computer: met 12. .. Lc2 van zwart was het ogenschijnlijke voordeel van mijn stukoffer meteen in rook opgegaan. De ironie wilde echter dat Pim, net als ik in een eerdere partij tegen hem, in een vrijwel identieke stelling, deze zet en het daaruit voortvloeiende voordeel – net als ik toen – over het hoofd zag.

Zwart speelde 12. .. Db7 (waarmee de dreiging van een zwarte loper op c2 wegvalt). Met 13. Da4 werd de witte loper op b5 daarna ijzersterk, was zwarts koning nog veel te ver van een rokade verwijderd en viel het gepende paard op d7 uiteindelijk niet meer te redden. Want nadat torenruil had plaatsgevonden over de c-lijn, enkele stukken nog wat gespeeld waren en andere bij de aanval op d7 worden betrokken, moest zwart uiteindelijk op zet 11 een dame tegen een toren afruilen. Met de materiële achterstand die daaruit volgde, viel het voor zwart niet meer te redden.

Daan Gijsbertse – Pim Kleinjan

Jeroen Landsheer - Harry Stroosma

Op mijn verzoek en dat van onze fotograaf Wim Posthumus, die al kiekend een mooie stelling op zijn lens zag verschijnen, leverde Jeroen het volgende in:
Ja, het was een leuke partij. Zwart speelde een Pirc-opening die langzaam veranderde in een Siciliaanse draak. Er werd tegenovergesteld gerokeerd en op een cruciaal moment had zwart een goede kans gemist op groot voordeel met 17. .. e6. Ik ruilde de zwartveldige lopers af en vanaf dat moment gaf ik geen kansen meer weg. Na f5 kwam ik binnen met mijn torens en kon ik mat forceren met een torenoffer.

Jeroen Landsheer - Harry Stroosma

Lucas Ebus - Rens Hesselmans

Lucas Ebus, onlangs lid geworden van Erasmus, had ik gevraagd om zijn partij of een verslag ervan in te leveren. En dat deed hij heel graag. Lucas, nog een jeugdspeler, die tot voor kort nog les kreeg van schaakdocent Ruud Neumeijer, schaakt nu zijn eerste seizoen bij de senioren. Hij vindt het erg leuk en zal ongetwijfeld snel vorderingen maken. Hij kreeg van Rens Hesselmans het Konings-Indisch voorgezet, de Kramervariant (en ik heb geen idee hoe dat gaat).

Lucas Ebus - Rens Hesselmans

Leo de Rooij - Coen van der Bijl

Coen stuurde zijn 'overwegingen bij een enkele winst na vele dramatische verliezen'.

“Jij kan helemaal niet goed schaken!” Weer verloren van een kleinzoon. Hij had een punt. Als verzachtende omstandigheid zou ik kunnen aanvoeren dat hij de hele damevleugel cadeau had gekregen. Level Playing Field. ”Je moet nog wat trucjes leren.”

Of openingen bestuderen. Want de twee voorlaatste partijen op maandag had ik na tien zetten al moeten opgeven. Zorgvuldige analyse bracht mij later aan het licht dat ik in beide partijen zo rond de vijfde, zesde zet vooral moest denken aan een acuut zakelijk probleempje. Ik kon het niet van me afzetten. Ik weet nog bij welke zet ik aan welke oplossingsrichting ik voor mijn probleempje dacht. Sneu. Kon me niet op het schaakspel concentreren, kan dus niet schaken, eigenlijk. En ik dacht nog wel dat schaken me zou helpen mijn concentratievermogen te vergroten. Overigens, betere kennis van openingen had waarschijnlijk wel geholpen. Er is nog veel te doen. Maar kan ik nog wel winnen?

Afgelopen maandag was het zover. Dank zij het Zwitserse systeem intussen aangekomen in de krochten van de competitie, trof ik speler Leo de Rooij met - volgens eigen zeggen - de makke dat zijn aanvallen vastlopen. Het zal me toch niet gebeuren dat ik een derde partij in de opening verlies, dacht ik nog, geforceerd geconcentreerd naar het bord kijkend. De aanval was inderdaad heftig, veel stukken gericht op mijn zwakke koningspositie. Twee lopers en twee torens en de dame gericht aan het dreigen. En ook een paard kwam nog aandraven. Maar mijn tegenstander was zo zeer geconcentreerd de aanval tot een goed einde te brengen, dat hij de verdediging onderschatte en het verlies van drie pionnen en een stuk over het hoofd zag of moest toestaan of niet kon tegenhouden.

De aanval liep inderdaad vast en in de consternatie van dit besef, zag Leo een eenvoudige mat over het hoofd. Het was een mooie partij. Maar toch teleurstelling. Natuurlijk, want je verliest niet graag, zeker niet als gevolg van een bekende zwakte. En je wint niet graag door fouten van een tegenstander, maar liever door eigen superieur spel. Maar hoe moet dat dan? Want ik kan helemaal niet goed schaken.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep C.

Zo, dat was het weer. Op naar ronde vijf! Tot maandag.

Jaap van Meerkerk