Een dame-offer, een dame-eindspel en een buitenspel-dame

De eerste maandagavond na ons Erasmus rapidtoernooi is het altijd nog een beetje na sidderen van die mooie dag. Geniet hier nog eens terug van de impressie van onze wedstrijdleider Jaap van Meerkerk.

Daar was op maandag 17 februari echter geen tijd voor, ons tweede nam het op tegen Shah Mata 1 (5½-2½ nederlaag) en ons vierde speelde tegen Barendrecht/IJsselmonde 4 (5½-2½ overwinning).

En deze mooie avond mochten wij ook weer een ‘aspirant-lid’ verwelkomen. Terug van weg geweest, weer helemaal enthousiast geworden door het Erasmus rapidtoernooi, nam Peter Weeda weer plaats achter de schaakstukken voor een partij tegen Herman Beerling. Een remise was het resultaat tussen deze oude schaakrotten.

Volle bak dus weer bij Erasmus, want er stonden ook 2 partijen in de A-groep, 2 partijen in de B-groep en 15 partijen in de C-groep op het programma. Het draaide – eigenlijk net als in het echte leven !?! – om de dames in deze ronde…

Finalegroep A

In de A-groep werden twee partijen gespeeld. Arno van Houten speelde met wit tegen Wim Westerveld (lees hieronder het verslag van Arno) en Pieter Sturm zat achter de witte stukken tegen Eric Hoogenes. De nummers 1 tot en met 4 van de voorronde achter de borden dus.

Sturm en Hoogenes maakten er een prachtige partij van, waarin Hoogenes een dame offerde voor drie lichte stukken. Het zag er op het eerste gezicht erg veelbelovend uit, maar Sturm speelde het heel erg sterk met de opstoot van zijn e-pion die een luis in de zwarte pels werd. De zwarte koningsstelling kwam wat open te liggen en toen Sturm een kleine kwaliteit kon winnen (twee lichte stukken voor een toren) kreeg hij definitief de overhand. Een ingewikkelde partij waar veel in zat en een prima overwinning voor Sturm!

Arno van Houten – Wim Westerveld

Arno schreef over deze partij: Zoals Tim Krabbé jaren geleden schreef, is de koningin het beste wat het schaakspel ooit is overkomen. Door haar fleurde het aanvankelijk trage en saaie spel op. Anders gezegd: zonder de koningin zou het schaken nooit de koning der spelen zijn geworden.

En wat heeft de koningin nu met mijn partij te maken? Of: wat heeft de koningin (dame) met mij en Wim Westerveld te maken? Veel. In de eindspelen die Wim en ik tegen elkaar op het bord kregen speelde de dame (bijna) altijd de hoofdrol.

Zo ook in onze laatste partij. In het dame-eindspel dacht ik dat er niet meer in zat dan remise. Maar opeens zag ik dat ik met e4-e5 kansen kreeg. De diagonaal b1- h7 is open, zwart is vrijwel gedwongen om f6-f5 te spelen waarna ik met Dc2-d2 druk krijg op de pion op g5. Ook het veld d6 kan later in de partij nuttig worden.

Vanaf dit moment moest ik heel nauwkeurig blijven spelen. Met name het voorkomen van een mogelijk eeuwig schaak was een groot punt van aandacht. En als je tegen een ijzersterke speler als Wim Westerveld zo’n punt in de partij bereikt gaan ook andere factoren een rol spelen. Die psychologische factoren zijn dan je tweede tegenstander.

In zijn boek ‘The Seven Deadly Chess Sins‘ beschrijft Jonathan Rowsen de onderliggende psychologische valkuilen. Het meest hardnekkig zijn spanning en zelfvertrouwen. Of zoals Viktor Korchnoi schreef: “The modern chess game requires such tension. It’s impossible for a normal human to withstand.”

Tel daarbij op de factor tijd en je hebt een cocktail waardoor je nog steeds de partij kan verliezen. Het lukte me om me te blijven concentreren en de spanning de baas te blijven.

En dan een eerste tussenstandje na vijf ronden: Van Houten gaat verrassend en knap aan de leiding met 2½ uit 3, gevolgd door Sturm met 1½ uit 2 en evenveel verliespunten. Er is echter nog niets beslist, er moeten nog veel ronden gespeeld worden en de zes andere spelers zitten klaar om het stokje van hen over te nemen!

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep A.

Finalegroep B

In de B-groep stonden de confrontaties Peter Aarnoudse – Martin Rensen en Jan Hoek van Dijke – Hans Brobbel op het programma. Rensen was te sterk voor Aarnoudse en komt na twee remises nu op 2 uit 3.

Jan Hoek van Dijke – Hans Brobbel

Jan mailde over deze partij: Dit was eigenlijk de eerste keer dat ik een echte partij speelde tegen mijn teamgenoot uit het derde van Erasmus. Ergens in het begin van het middenspel kreeg ik de gelegenheid om een pion te winnen in combinatie met wat stukkenruil. Ik had de keuze om een loper of een paard af te ruilen tegen een loper van Hans. Ik kies er in zo’n geval meestal voor om het paard te houden, omdat ik die uiteindelijk als het eindspel wordt bereikt net iets sterker inschat dan een loper. Vlot hierna had ik de mogelijkheid om ook de dames geforceerd af te ruilen en mijn inschatting was dat dit voor mij goed was omdat daarna mijn pluspion relatief meer voordeel was. Net lang daarna werden ook de torens afgeruild waarna dus echt het eindspel begonnen was met mijn paard tegen zijn loper en een extra pionnetje voor mij.

Dit was het moment om me te realiseren dat mijn inschattingen niet altijd even juist zijn, en dat een beetje geluk ook belangrijk zijn in het spel. Allereerst kon ik nog maar net een opeens gevaarlijk geworden randpion van Hans verhinderen te promoveren. Welswaar ten koste van één van mijn eigen pionnen, maar met het uiteindelijk veroveren van deze randpion was de stand weer +1. Maar de volgende dreiging had mijn tegenstander ook al weer in petto. Hoewel al mijn pionnen netjes op de voor zijn loper verkeerde kleur stonden, dreigde de koning zich een weg te banen naar de achterste van mijn pionnen, en ik had nét op tijd een tempootje beschikbaar om dit met mijn paard te kunnen verhinderen. Verderop in de partij leek het er nog even op dat mijn paard dat op pionnenjacht was gegaan was ingesloten, maar ook hier was weer net één tempootje dat voortkwam uit een pionnenruil voldoende om de aftocht van het paard te kunnen dekken en uiteindelijk een tweede pion te kunnen bemachtigen waarna met twee verbonden vrijpionnen de zaak wel beslecht was.

Waar ik eerst nog had gedacht dat ik mijn lichte voordeel rustig tot winst kon uitschuiven, ben ik uiteindelijk door het taaie tegenspel van Hans drie keer door het oog van de naald gegaan waar remise of zelfs verlies vrijwel de hele avond tot een levensgrote mogelijkheid behoorden. Uiteindelijk hadden we toen we klaar waren samen nog maar zo’n 6 minuten op de klok en was de zaal al bijna uitgestorven.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep B.

Finalegroep C

In ronde 5 in de finalegroep stonden er een paar stevige clashes tussen de ratingfavorieten op het programma. Op bord 1 nam Murdoch Mac Lean het op tegen Joop van ’t Hoenderdaal (lees hieronder het verslag van Murdoch) en op bord 2 kruisten eerste-teamspelers Ton Dulk en Alek Dabrowski de degens (lees ook het verslag van Ton).

Murdoch Mac Lean – Joop van ’t Hoenderdaal

Murdoch vertelde kort over zijn partij: Het was een Siciliaan op het scherpst van de snede a la Jorden van Foreest met g4. Zwart liet daarna g5 toe en dat koste eigenlijk drie tempi. Het paard ging daarna via d7 naar e5 .Daarna was het eigenlijk al schluss.

Ton Dulk – Alek Dabrowski

Ton vertelde over deze partij: In de overgang van opening naar middenspel ging Alek in de fout door mij fraaie velden op de d-lijn te geven, met name d5 en d6.

Kort daarna opende hij ook nog zijn koningsvleugel met f7-f5 op zoek naar enig tegenspel, wat alleen maar de witte stelling hielp.

En aangezien de loper op c8 en de toren op a8 buitengesloten waren, overheersten mijn lopers op d5 en d6 de gehele zwarte stelling.

Het was toen niet zo moeilijk meer om de onbeschermde zwarte koning uit zijn schuilplaats te krijgen en mat was onvermijdelijk.

Aan bord 3 namen Lucian Mihailescu en Bernhard Ruimschoot het tegen elkaar op. Kort na de opening stond er een bijzondere stelling op het bord met zwarte pionnen op a5, b5, c5, d5, e5 en e6. Zo rond kwart voor elf was dat getransformeerd naar een krachtige zwarte pionnenformatie in het centrum met pionnen op d5, e4 en d3. Hoe het precies is afgelopen is niet bekend, maar Ruimschoot trok deze partij wel naar zich toe.

Gerrit Boer en Cor van As (bord 4) maakten er een prachtig spektakel van. Boer kreeg een levensgevaarlijke aanval op de zwarte koningsvleugel van Van As. Meer een meer stukken werden richting de zwarte koning gedirigeerd. Eerst de dame, toen een paard, de witte pionnen en toen ook nog de torens. Het zou toch moeten doorslaan?

Van As had het echter net iets beter gezien en de aanval sloeg net niet door. De witte dame stond echter wel buitenspel op h7 ingesloten door een wit paard op h6, een witte pion op g6 en een zwarte loper op g7. In de counterattack sloeg Van As echter ongenadig hard terug en zo wist hij de partij toch te winnen.

De dame speelde ook een centrale rol in de partij tussen Coen van der Bijl en Sami Saad. Van der Bijl speelde een hele goede partij en won een toren tegen drie pionnen.

En toen, ik zag het gebeuren, een heel venijnig aftrekschaakje met één van die drie pionnen, waardoor aan het einde van de avond zo meer de dame verloren ging. Weer een voorbeeld van de Cruijffiaanse schaakwijsheid van grootmeester Sawielly Tartakower “Winnaar is degene die de op één na laatste fout maakt.”

Dank weer aan Arno, Jan, Murdoch en Ton voor hun bijdragen! Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep C.

Frank van Zutphen