Straal of stijf, paardendwang en een echte slot(!)combinatie

Soms kan ik niet anders dan reageren op een woord. Zo’n woord dat me intrigeert, boeit, en in beslag neemt. Neem leukoplast (uit: ‘Barst.’ Paulien Cornelisse, De Volkskrant, 27 februari 2020).

Zij, Pauline dus, repareert haar telefoonschermpje met leukoplast. Op zich al een curieus motief, iets repareren met een pleister.

Afgekort zorgt leukoplast zeker voor commotie. Na Leuko, schoot me hilarisch “Wie is Leuko?” te binnen. Op de volgende regel staat dan plast. Vraag me niet waarom, maar ik associeerde dat ongewild met het nominatief straal.

Straal kom je als adjectief in schaakjargon geregeld tegen. Je kunt straal verloren staan en toch doorspelen. Ik sta liever ‘gewoon’ verloren. Maar straal. Speel je ondanks dat toch door dan is dat onbeleefd. Hoewel, het is geheel aan jou! Als je tegenstander arrogant geërgerd zijn stoel naar achteren zwiept en zelfverzekerd aan de wandel gaat, speel dan vooral door! Als hij de bar is genaderd doe je een zetje en maak je je snel onvindbaar. Ondertussen zoek je naarstig naar een schwindel. Vind je die niet, zoek Ochtman. Henk weet als geen ander met succes uit niets iets te schwindelen. Vraag hem een blik op je stelling te werpen.

Aan de stand van de hefboom zie je dat je aan zet bent. Je vermijdt oogcontact en gaat in de denktank. Hups daar gaat de stoel tegenover je weer. Er wordt duidelijk stoom afgeblazen en weg gebeend.

Het laatste restje bloed zuig ik grijnzend onder zijn nagels weg. Denken kan hij al niet meer na zijn snoevend “ik sta straal gewonnen” tegen zijn teammakkers. Wie straal staat vluggert uit. Alsof een bom het bord treft, zo mep ik het verwend gepende paard opzij. Ik sta nu, hoewel nog steeds in hogere zin verloren, materieel weer gelijk. Het is hem aan te zien. Flink geraakt. Rood aangelopen voel ik dat hij weg wil, zich wil verschansen tegen de folterend verwijtende blikken der clubgenoten. Voor mij begint het grote genieten. Nu is het mijn beurt. Ik ga niet aan de wandel, maar kijk als Tal door mijn tegenstander heen. Grauw aangelopen en compleet van slag slaat hij nu pardoes weer een flater, het is een giftige pion.

Niets is zo prettig als een onverdiende winst, zei grootmeester Donner al.

Een dag eerder kwam ik ‘Het Louvre was stijf uitverkocht’, tegen. Ik las over het scabreuze stijf op mijn leukoplastvrije scherm en was direct, zeg maar stijf verknocht. Na zwarts .. 32 Pxc5 stond ik, ondanks mijn eclectisch openingsrepertoire, tot mijn afschuw afgelopen maandag plots stijf verloren en gaf op. Een nieuwe variant op ‘straal verloren’ en ‘glad verloren’ was ter wereld gekomen. Ik kirde zacht van genot.

Terug naar maandag 24 februari. Een rustige avond. Geen lessen aan de jeugd en geen externe thuiswedstrijden. Voor de verandering verliep de indeling vlekkeloos. We, de jongens achter die tafel rechts voorin, maakten het zo bont dat er zelfs tijd was voor een praatje pot, wat koffie en gesprekken met de bekerkongsi.

Inmiddels zijn we op de helft van de finalerondes aangekomen. Tijd dus voor de nodige bespiegelingen en prognoses.

Finalegroep A

Met een tot in de laatste uurtjes durende spannende treffen tussen Paul Wilhelm en Pieter Sturm. Toen ik einde avond mijn licht kon laten schijnen over hun eindspel zag ik dat Paul met een toren meer speelde. Op de damevleugel had Pieter daar een handvol aan oprukkende pionnen tegenover staan, die nog net niet beslissend de derde rij hadden bereikt. Spannend! Het werd uiteindelijk laat op de avond remise.

Van de clash tussen Leo de Jager – Arno van Houten is, dinsdag, the day after dus, spontaan een verslag ingeleverd. Zo hebben we dat natuurlijk graag! Dank, Leo.

Tussenstand: Ik durf met goed fatsoen geen prognose te doen. Okay, beloofd is beloofd, maar dan krijg je dit soort geneuzel: Dick Straathof heeft nog maar één wedstrijd kunnen spelen. Als hij de overige zes wedstrijden wel wint, is hij kampioen. Arno heeft er al vier gespeeld, lag volop in de race voor de eerste plek, maar laat na zijn verlies tegen Leo de Jager weer volop kansen aan zijn medefinalisten. Nog niet verloren hebben Leo Verhoeven (1½ uit 3), Leo de Jager (1½ uit 2) en Pieter Sturm (2 uit 3).

Leo de Jager – Arno van Houten

Leo mailde over de partij: De stelling wordt gedomineerd door de twee paarden in het centrum. Maar wellicht nog belangrijker is de rol van de twee andere cavaleristen. Het witte paard op f3 staat wit eigenlijk in de weg. Wit moet het hier hebben van f2-f4-f5, reden waarom het paard weg moet, maar helaas komt dan e5 in de problemen.

Een wit plan is dus Df4-h2, paard weg en f4. Dat alles is niet alleen betrekkelijk langzaam, maar bovendien staan na deze omslachtigheden de stukken niet echt optimaal voor het vervolg en dus moet wit weer eerst hergroeperen om met f5 wat te gaan ‘dreigen’. Daar komt ook nog eens bij dat wanneer de dame geen druk meer uitoefent op e6 zwart met f6 zelf het centrum op kan blazen, met onaangename druk op f2. Ondertussen op de damevleugel…

De rol van het paard op d7 is daarmee ook duidelijk, in zijn eentje houdt het de witte koningsvleugel behoorlijk in bedwang. Tijdens de partij dacht ik dan ook dat zwarts volgende zet 19. .. Pd7-b6 een hele slechte is. Het plan is natuurlijk goed, op zich staat het paard op c4 vanzelfsprekend geweldig. Maar het is ook goed als het daar pas op de 37e zet arriveert. En zo zie je maar dat ik er nog steeds niet veel van begrijp. De computer vindt 19. .. Pb6 de beste van de zwarte mogelijkheden en houdt het dan op een miniem voordeeltje voor zwart.

20. Pf3-d2 met de dubbele bedoeling het dominante paard op e4 te elimineren en met de f-pion te gaan rollen. 20. .. Pe4xd2 Nu pas heeft de computer kritiek. Waar wij beiden kritiekloos de ruil laten passeren trekt de computer het paard terug met 20. .. Pc5 waarna wit 21. b3 moet spelen voor de gelijkmaker. Ik kan je wel vertellen dat b3 één van de laatste zetten is waar ik serieus naar zou kijken. 21. Td1xd2 Pb6-c4 Het staat nu gelijk, maar dit blijkt toch een eerste stap naar de afgrond, want zwarts plan gaat de koning (on)behoorlijk in de steek laten. 22. Td2-e2 Tc8-c7 Zoals de fans van Daniel King (YouTube PowerPlayChess) weten is dit een blunder: ‘disconnected rooks’. De computers eerste keus was overigens de gelijkmaker Pc4-a5-c6xd4.

Ikzelf maakte me echter zorgen over het stukoffer 22. .. Pxb2 23. Txb2 Txc3 en zwart krijgt ook de pion op a3 en de situatie is niet echt duidelijk. Na de tekstzet krijgt wit voordeel. 23. f2-f4 Tf8-b8? En nummer twee laat de koning in de steek. Het tegenspel op de damevleugel komt er niet meer. 24. f4-f5 e6xf5 weer een verdediger minder en nog erger een aanvaller erbij en bovendien een geleid projectiel op de e-lijn. 25. Pd4xf5 De7-c5 en nu blijft de zwarte koning moederziel alleen achter. De rest is een slachting. 26. Kg1-h1 g7-g6 zeker omdat nu alle deuren open staan en dat is niet prettig als er een storm opsteekt. 27. Pf5-h6 Kh8-g7 28. Dg4-f4 Tb8-b6 In de ijdele hoop er nog af te komen met een kwaliteitsoffer 29. Ph6-g4 Dc5-e7 30. Dh4-f6 Kg7-h8 31. Pg4-f6 1-0

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep A.

Finalegroep B

Cander stond met 3 uit 3 stijf (!) aan kop, maar na zijn echec tegen Ruud Neumeijer niet meer zo stijf. Hij voelt nu de hete adem van zijn concurrenten Martin Rensen, Ruud Neumeijer en Aad Jan Roos, die deze ronde won van Anton van Berkel. Van alles nog mogelijk dus!

Cander Flanders – Ruud Neumeijer

Ruud mailde: Cander Flanders staat fier aan kop in deze groep, ongeslagen met 3 uit 3 en ik had twee partijen gespeeld en stond op een score van 50 procent, werk aan de winkel voor zwart!

Een paar weken geleden schreef de redactie van deze website (citaat): “Uiteraard zitten onze A/B-toppers aan gereserveerde tafels, maar we gaan hun speelruimte niet met een rood koord afzetten, zoals tijdens het Tata usance is. Daar wordt flink onderscheid gemaakt tussen de besten en de rest.” Dit dus naar aanleiding van het zojuist afgesloten Tata-toernooi, waar dit wel gebruikelijk is. Dus ook ik zat gewoon tussen het ‘gepeupel’ en die stonden deze maandagavond rijen dik te dringen om een glimp op te vangen van wat er allemaal in de slotfase gebeurde op ons bord. Dat die partij nog als laatste bezig was, was daar natuurlijk de grootste oorzaak van, anders was het misschien niemand opgevallen.

Enfin, wit kwam lekker uit de opening en zwart (ik dus) wist het aanvankelijk niet. Uit een soort van ‘wanhoop’ wilde ik iets gaan proberen op de a-lijn, op mijn toren en wat pionnen na was die verder leeg.

En zo stond na 18e zet van wit de volgende stelling op het bord: wit had zojuist met 18. Pa5 de zwarte toren van zijn eigen troepen afgesneden. Met 18. .. Ta3 19. Pxb7 Dc7 20. Pxd6 Txe3 deed zwart een pion aan wit ‘cadeau’ en ik verwachtte hier 21. Pb5 waarna zwart het volgens mij vrij lastig gaat krijgen. Een toren die ‘ver weg’ staat en problematisch te beschermen lijkt. Echter, wit vervolgde met 21. Dd2 en na 21. .. Txe2 22. Dxe2 Dxd6 23. e5 Dd4+ 24. Kh1 Ph5 25. e6 Dh4 had zwart de partij redelijk onder controle. Natuurlijk moesten er wat pionnen in de gaten worden gehouden, maar vooralsnog was het wit die op moest passen. Cander, de witspeler, maakt hier het ‘grapje’ dat na 26. Tg1 zwart mat kan zetten met het paard (hij moest eens weten…), maar eerst dit zegt ie: 26. exf7+ Txf7 en zo modderden we voort.

Inmiddels had zwart nog iets meer dan een minuut op de klok en sinds zet 38 daarom niet meer genoteerd. Ik ben dan ook niet helemaal zeker of in de afgebeelde stelling zojuist de dame of de toren is gespeeld door wit, voor de slotcombinatie maakt dat echter niet uit. Ik ga er daarom voor het gemak maar vanuit dat de hiernaast getoonde stelling correct is:

Zojuist had wit 44. Dd6 gespeeld, en daarmee wist zwart zeker dat het afgelopen was: 44. .. Pf2+ 45. Kg1 (na 45. Txf2 De1+ 46. Tf1 Dxf1#) Pxh3+ (dubbelschaak) 46. Kh1 Dg1+ 47. Txg1 Pf2#.

Ik heb Cander bedankt dat hij mij de combinatie af liet maken, aannemende dat hij gezien had wat er ging gebeuren. Hoe vaak gebeurt het niet dat de tegenstander opgeeft wanneer hij/zij ziet wat er gaat komen. Dan ben je de combinatie van plan, maar krijg je toch niet de kans om ‘m uit te voeren, eeuwig zonde toch…

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep B.

Finalegroep C

Maar liefst vijf man aan de leiding in de C-groep! Ton Dulk, Murdoch Mac Lean, Joop van ’t Hoenderdaal, Cor van As en Wim Posthumus hebben allen 4½ punt, gevolgd door vijf clubgenoten met 4 punten.

Joop is na een zestal jaren afwezigheid gelukkig weer terug en hoe!

Murdoch Mac Lean – Ton Dulk

Murdoch schreef in steno dus ik maak tussen haakjes de zinnen af: (Het werd) Scandinavisch, (en ik) begon al om half negen te geeuwen vanwege de saaie opening … maar (met) wederzijds respect … (Het werd) een halfje.

Emil Verhoef – Joop van ’t Hoenderdaal

Joop mailde over zijn partij: Er valt niet zo veel over te zeggen. Emil speelde beter dan ik, maar hij miste de juiste voortzetting na een fout van mij. Daarna werd het steeds ingewikkelder waardoor hij te veel tijd verspeelde en uiteindelijk in een verloren stelling door zijn vlag ging. Een gelukkig punt voor mij. Ik speel nog niet goed, maak veel fouten bij het doorrekenen van varianten en zit absoluut niet op het niveau dat mijn rating suggereert.

Peter de Boer – Harrie Jansen

Peter deed verslag en stuurde de partij in.

Peter de Boer – Harrie Jansen

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in finalegroep C.

Dank weer voor de bijdragen van Joop, Leo, Murdoch, Peter en Ruud. Maandag 2 maart is ronde zeven al weer. Tot dan.

Jaap van Meerkerk