Belangrijke overwinning voor het tweede

Op zaterdag 7 maart speelde het tweede KNSB-team van Erasmus zijn vijfde wedstrijd in klasse 5F.

Angst voor ons hechte tweede achttal dat uitkomt in de KNSB-competitie was het niet dat drie Waalwijkenaren in Brabant achter deed blijven. Wel die voor Covid-19.

Klokslag 12 uur zaten we gedisciplineerd achter onze borden. De Brabanders lieten nog even op zich wachten. Luttele minuten slechts, die een eeuwigheid leken. Het schoot in een flits door mijn hoofd. Brabant op slot? Nee toch? Een zucht van verlichting slaakte ons achttal toen een uitgekleed Brabants team zich enigszins opgelucht aandiende.

De speelzaal kon het vijftal eenvoudig niet gemist hebben vanwege de twee immense koningen die als richtingwijzers voor de schuifdeuren geposteerd stonden. Zouden ze lang in onzekerheid geweest zijn over het al of niet komen opdagen van hun achtergebleven teamgenoten? Alom onzekerheid dus voor aanvang van de voor ons belangrijke wedstrijd. Want de punten hebben we hard nodig wilden we op middenmootkoers blijven.

Leo Verhoeven, Martin Rensen en schrijver dezes Jaap van Meerkerk mochten de klokken slechts in werking zetten. De borden 1 en 5 zijn oneven en bleven dus in de beginopstelling. Op dat van mij, aan bord 6, schoof ik de d-pion twee velden vooruit.

Ons eerste KNSB-team was inmiddels al even uit de startblokken geschaakt, nadat ik mijn teleurstelling van een gratis punt – hoewel teleurstelling, kom op zeg – te boven was, slenterde ik langs de borden, nieuwsgierig naar de openingskeuzes. Ik trof een Benoni met Ld6. Als je dat al wat zegt, tenminste. Ik speel zelf ook graag eens een Benoni en heb er een leerzaam boekje over. Maar de Ld6-variant voor zwart is wel een dingetje. Frank van Zutphen, was na een zestal zetten rood aangelopen vanwege een niet te pareren dreiging op f2. Het was geen bemoedigend begin.

Wat tot enige verwarring leidde was de theoretische mogelijkheid dat de drie in Brabant achtergebleven Waalwijkers toch plotseling zouden verschijnen. Ik wist niet beter dan wat er was meegedeeld: “Ze komen niet.” Of was er wellicht gezegd “nog niet”? Hmm. Hoe dan ook, onze partij was dus formeel nog bezig! Na een uur was aan deze onzekerheid een einde gekomen en stonden we dus met 3-0 voor.
Laten we nu enkele teamgenoten aan het woord.

Leo Verhoeven aan bord 1 gebruikte de vrijgekomen tijd met beroepsmatig bijlezen en incasseerde een reglementair punt.

Cor van As speelde een sterke partij aan het tweede bord en vertelde: Voor het begin van de partij had ik naar de rating van mijn tegenstander Pim Wanrooij gekeken, zag dat hij 1796 ratingpunten had en dacht ‘dit wordt een zware middag’. Tijdens de opening viel mij op dat hij traag speelde, mijns inziens onnodige zetten deed. Ik dacht ‘ik maak een kans tegen deze man’, wat mij zelfvertrouwen gaf.

Ik ervaar in elke wedstrijd een zet, die een kantelpunt in de partij is, zo een zet was bij mij zet 17. Ik had er een kwartier over nagedacht, vond dat het een goeie zet was, maar het was een onzin-zet en het kostte een kwaliteit. Het bijzondere was, dat uit het verlies van de kwaliteit, er een stelling (aanval) ontstond die ik met medewerking van mijn tegenstander tot winst kon voeren.

Martin Rensen aan bord 3 hoefde niet te spelen en kreeg derhalve een reglementair punt.

Hans Brobbel speelde een fraaie partij tegen Leon van Gelder aan bord 4. Hij kreeg in een toreneindspel een goede stelling op het bord en daar weet Hans – weet ik uit eigen ervaring – wel raad mee. Hans vertelde over zijn partij:

Wederom trof ik iemand met een veel hogere rating, maar ja, ik zou niet weten hoe je anders zou moeten spelen. Je zoekt toch steeds naar de beste zetten. De opening begon rustig met 1. e4 b6. Ik weet niet eens hoe die opening heet. Maar al snel ontstond er een ingewikkelde stelling. Veel rekenwerk, en dan maak je fouten (waarom hou ik nooit simpel, zo goed ben ik nou ook weer niet). Ik kwam eerst in de verdrukking en daarna in de problemen. Maar de tegenstander miste de beste voortzetting en zodoende kon ik mij terug knokken. Het eindigde met een toreneindspel waarbij ik zelfs dacht winstkansen te hebben. Uiteindelijk moest ik genoegen nemen met remise na zetherhaling. Het doorspelen op winst leek mij te risicovol en ons team had toch al gewonnen.

Ruud Neumeijer schaakte zich naar een veelbelovende stelling, maar deed zichzelf flink tekort in de afwikkeling. Ik heb eens een bekend schaker horen beweren dat je na elke verliespartij feitelijk wat ratingpunten verliest, maar wel sterker bent geworden als schaker. Als je tenminste je partijen thuis analyseert en ervan leert. Dat deed Ruud ook. Hij verhaalde zelf over zijn lotgevallen:

Er kwam een Benoni-variant op het bord te staan die wit nogal mishandelde. Na 16 zetten veroverde ik een pion, waarbij mijn dame en paard ver in de witte stelling waren doorgedrongen. Dat was ook het juiste moment om toe te slaan en hoewel ik ruim een kwartier aan (volgens Stockfish) de juiste zet heb zitten rekenen, zag ik het op dat moment niet. Ook in het eindspel waren er (wéér volgens Stockfish) nog kansen. Dan moet je ze echter wel grijpen, anders gaat de andere partij er mee aan de haal. Helaas, dat was in dit geval ook zo! Zo jammer (voor mij…), gelukkig hadden we toen als team al wel gewonnen!

Zelf had ik (Jaap van Meerkerk) ook geen partij Jaap van Meerkerk, derhalve een reglementair punt.

Danny Hetharia speelde als invaller met zwart aan bord 7: Hij mailde: Door afwezigheid van Jeroen Landsheer mocht ik voor de tweede maal invallen. Jeroen is in absolute bloedvorm de afgelopen tijd, dus had ik een groot paar schoenen te vullen. Jammer genoeg bleek achteraf dat we door alle coronaperikelen ruim overtallig waren. Hierdoor kwamen drie vaste medespelers van Erasmus niet eens aan spelen toe. Ik bood Jaap nog mijn plek aan, maar helaas staan de spelregels dat niet toe. Schaken dus maar!

Net als alle voorgaande externe partijen die ik speelde mocht ik weer achter de zwarte stukken plaatsnemen, ditmaal tegenover René van Bijnen. Na e4 werd het een (soort van) Pirc, maar na een zet of 5 waren we al op de ongebaande paden (lees: moerassen) beland. Voor de verandering probeerde ik de mobiliteit van de witte stukken wat te beperken door wat randpionnetjes vooruit te schuiven en dat pakte eigenlijk vrij goed uit. Rond zet 10 zag wit zich genoodzaakt mijn paard op f6 te slaan. In plaats van met de loper terug te slaan, nam ik met mijn g-pion, om zodoende een mooie halfopen lijn tegen de witte koning te creëren. Uiteraard was onze vriend de stokvis geen groot fan van dit plan, maar wij mensen vinden het gemiddeld genomen niet heel fijn om een hele zaterdagmiddag een dergelijke lijn te moeten verdedigen. Na wat onnauwkeurigheden van wit kwamen de zwarte stukken al vrij snel op één lijn te staan en stond er een gezonde plus op het bord. Na een niet heel eenvoudig waarneembare fout van wit (al was het geen fantastische zet), ging er een stuk of kwaliteit verloren. Wit koos (bewust of onbewust) het stuk te geven, waarna de partij nog zorgvuldig moest worden uitgespeeld. Daarin had wit nog een venijnig matdreiginkje, maar daar ging zwart natuurlijk niet aan meewerken. Uiteindelijk maakte wit de laatste fout, waarna met een mooi offer van toren en paard, de dame kon worden gewonnen. Daarmee was het pleit beslecht.

Rene van Bijnen – Danny Hetharia

Aan bord 8 speelde Karel de Neef tegen Hans Remmers. Hij vertelde: Rondom mijn bord, en dat van de vrolijke Coronavrije Waalwijker tegenover mij, vertoonden zich geen drommen mensen die zich verdrongen om een glimp op te vangen van een bloedstollende thriller. Integendeel, de enkeling die zich in onze buurt waagde werd getrakteerd op inspiratieloze stellingen met slaapverwekkende wendingen. Het gegeeuw was niet van de lucht.

Tja dan maak je met een afwezige blik wel eens ‘faux pas’. In dit geval begon het met een zaterdagmiddag-aanbieding van 2 pionnen halen en 1 betalen. En als je dan eenmaal de smaak te pakken hebt van een genereuze bui, moet je uiteindelijk accepteren dat de zaak verloren is. Het werd dus een failliete boel, waar geen curator nog brood in zag voor een doorstart. Helaas, volgende keer beginnen we weer vol goede moed met nieuw elan.

De daadwerkelijk gespeelde wedstrijden leverden ons team een gelijke eindstand op: 2½-2 ½. Tel daarbij de drie reglementaire punten op en onze winst mag er zijn: 5½-2½.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 5F van de KNSB-competitie.

Jaap van Meerkerk