1. Wat was het eerste schaakboek dat je onder ogen kreeg?

Eerlijk gezegd weet ik dat niet meer precies. Ik leerde op mijn negende schaken, maar ik heb pas veel later mijn eerste schaakboek gezien. Schaken leerde ik van mijn vader, een echte huisschaker. Zijn broer, mijn oom dus, schaakte ook en was ongeveer even sterk als mijn vader. Ze speelden vrijwel altijd als ze bij elkaar op bezoek waren.

Maar ik had nog een oom die schaakte en dat was een clubschaker. Hij had in zijn jonge jaren in Goes 1 gespeeld, tweede klasse KNSB. Hij wilde nooit tegen me spelen, ik weet niet waarom. Maar van hem kreeg ik wel mijn eerste schaakboeken. Ik zal toen een jaar of veertien geweest zijn. Later heb ik zijn hele schaakbibliotheek geërfd. Oude boeken, o.a. een Bilguer. De meeste boeken uit die erfenis staan nog in mijn boekenkast.

Mijn eerste boeken waren vermoedelijk de deeltjes ‘Practische schaaklessen’ van Den Hertog en Euwe. Toen ik ze kreeg waren ze al vrijwel kapot gelezen en ik heb ze daarom enige tijd geleden helaas weggedaan.

Gelukkig is er internet en heb ik een afbeelding van zo’n deeltje gevonden, zij het in veel betere staat dan mijn exemplaar.

2. Welk schaakboek heb je als laatste gelezen?

Ook op deze vraag kan ik geen eenduidig antwoord geven. Ik heb namelijk de gewoonte meerdere boeken tegelijkertijd te lezen. Dus dit wordt een beetje een lang verhaal, want het waren vier boeken waarvan ik er ééntje nog niet uit heb. En laat ik met dat boek dan maar beginnen.

1. Van Perlo’s Endgame Tactics

Uren en uren leesplezier en verbazing over alle onverwachte resources die je voorgeschoteld krijgt. Met of zonder schaakbord. De begeleidende teksten van Van Perlo, hij was een vooraanstaand correspondentieschaker, zijn subliem en met veel humor geschreven.

Ideaal voor de komende zomermaanden in een luie ligstoel. En en passant leer je enorm veel. Een heerlijk boek.

De andere drie boeken zijn biografieën en de meest verrassende is wel Duchamp’s pipe.

2. Duchamp’s Pipe

Dit boek vertelt het verhaal over de vriendschap tussen Marcel Duchamp, revolutionair en, tot op de dag van vandaag, invloedrijk kunstenaar en zeer sterk schaker, en George Koltanowski, schaakpromotor, showman en beroemd om zijn blindsimultaanseances. Die vriendschap werd bezegeld door een pijp, gemaakt door Duchamp. Die pijp vertegenwoordigt nu een enorme waarde, maar dit terzijde.

Er is geen boek waar de stelling ‘schaken is kunst’ zo treffend vorm krijgt. Maar het boek gaat wel erg diep in op het wezen van moderne kunst en dat zal niet voor iedereen aantrekkelijk zijn. Als je van schaken en kunst houdt is dit, zoals dat heet, een ‘must read’.

3. Hein Donner The Biography

Dit is een echte pageturner. Niet alleen vanwege Donner, onvergelijkbaar met wie dan ook, en niet alleen vanwege de briljante pen van zijn biograaf, Alexander Münninghoff.

Maar ook vanwege de schets die we krijgen van de jaren zestig en zeventig, de jonge jaren van vele van mijn clubgenoten.

Warm aanbevolen.

4. Sultan Khan

Daniel King, Brits grootmeester, heeft een prachtig boek geschreven over een onwaarschijnlijk fenomeen: Sultan Kahn. Zijn naam lijkt heel wat, maar hij was slechts een eenvoudige bediende uit de Punjab (nu betwist grensgebied tussen Pakistan en India) die eind jaren twintig van de vorige eeuw in het gevolg van zijn meester naar Engeland kwam. Hij was een sterk schaker in de Indiase variant van het schaken en door zijn meester meegenomen om te laten zien wat zijn ras intellectueel wel niet kon.

Het verhaal ontvouwt zich vervolgens als een sprookje. Sultan Kahn wordt kampioen van de ‘Empire’ en verslaat alle schaakgrootheden van die tijd. Maar dan moet hij met zijn meester terug naar India en zal hij wegglijden in vergetelheid. Voor het vertrek naar India komt er nog een soort afscheidsreceptie waarvoor het Amerikaanse olympiade schaakteam is uitgenodigd. Reuben Fine beschrijft dat als volgt: “In the meantime Sultan Khan (…) was treated as a servant by the mahardja and we found ourselves in the peculiar position of being waited on at table by a chess grandmaster.”

Daniel King schrijft goed en de bonus van dit bijzondere boek is dat je veel te weten komt over de geschiedenis van het Britse Empire en de vrijheidsstrijd van India en Pakistan in het bijzonder. Fijn boek!

3. En welk schaakboek heeft het meeste indruk op je gemaakt en waarom?

Daar heb ik geen moment over hoeven nadenken. Ausgewählte Partien van en door Paul Keres. Ik kreeg het boek toen ik 18 werd van mijn opa als beloning voor het feit dat ik voor mijn achttiende niet gerookt had.

Het boek begint met een paar hakpartijen uit zijn jonge jaren. En dat sprak me enorm aan. Later wordt zijn stijl universeler. Zijn commentaren zijn zo leerzaam, zo helder en toegankelijk en tegelijk ook zo bescheiden. Keres werd mijn idool en dat is hij nog steeds. Later, toen ik meer te weten kwam van zijn persoonlijke geschiedenis – ik heb daar recent over geschreven – groeide die bewondering alleen maar. Die foto op het titelblad van het boek laat een aristocraat zien. Treffend vond ik een uitspraak van Kortsnoj toen hij verklaarde waarom hij een aanbod van Keres had afgeslagen om hem te helpen bij één of andere match. Keres zou hem alleen maar een minderwaardigheidscomplex bezorgd hebben.

Ik geef de beurt door aan Henk de Kleijnen. Ben erg benieuwd!

Wim Westerveld

Naschrift: Martin van der Hidde wees me erop dat de kleindochter van Sultan Khan veel kritiek heeft op het boek van Daniel King. Die kritiek is inderdaad niet mals en het artikel ‘Sultan Khan by Daniel King’- A granddaughter’s review is hier te lezen.